Konijnen die vanaf het einde van de zomer buiten wonen, hebben hun wintervacht er op aangepast en wisselen niet zo veel van temperatuur als wij mensen. Ze kunnen dus veel beter tegen kou. Als ze het echt koud krijgen kruipen ze lekker weg in het beschutte nachthok vol stro samen met hun maatje.
Een konijn kan tot ca -15 -20 graden buiten blijven. Voor jonge, zieke en oudere dieren zijn dit te lage temperaturen. Plaats het hok dan bijvoorbeeld in de schuur. Is het erg koud dan kun je eventueel iets meer droogvoer (krachtvoer) geven, regelmatig wegen en ontlasting checken is belangrijk.
Goed voer zorgt voor een volle vacht en een dikke vetlaag op de huid, waardoor het konijn beschermd is tegen de kou. Zorg ook altijd voor onbeperkt hooi, dit zorgt ervoor dat je konijn zich goed warm kan houden. Het groen is vaak weg in de winter, dus het bijvoeren daarvan kan geen kwaad.
Maak kieren en gaten dicht en zorg dat wanneer het gaat vriezen de tralies afgedicht wordt met bijvoorbeeld een jute zak. Naast het vermeiden van tocht is warmte creëren erg belangrijk. Zet het hok daarom op een beschutte plek neer, bijvoorbeeld onder een afdakje of een boom of struik.
Dus, als je overdag's werkt, vindt hij het niet erg om in de kooi te blijven, als dat beslist noodzakelijk is. Maar hij moet er een paar uur per dag uit, zowel om zijn pootjes te strekken als om het sociale contact met jou. Hoe langer de tijd is dat een konijn in de kooi moet doorbrengen, hoe groter de kooi moet zijn.
Je moet alleen wel zorgen voor goeie tochtvrije schuilhok met veel stro/hooi waar hij in kan zitten, liefst ook wat van de grond af... Als hij maar de beschikking heeft over een goed geisoleerd, droog hok kan hij gewoon buiten blijven. Dieren zijn slim en hij zal snel een warm heenkomen zoeken als hij het koud krijgt.
Als je toch overweegt om jouw konijnen binnen te houden tijdens de koude dagen, moet je goed op de temperatuur letten. Wanneer je konijnen worden blootgesteld aan temperaturen boven de 12 graden, kunnen jouw konijnen gaan verharen en de wintervacht verliezen. Je kunt ze dan pas midden mei weer buiten houden.
Leefwijze en voedsel
Een konijn is plaatstrouw en houdt geen winterslaap. Meestal wonen de konijnen in uitgebreide, zelfgegraven gangenstelsels met vele gangen en kamers (wrangen), maar soms wonen ze in oude vossen- of dassenburchten.
Houten hokken zijn een goede keuze voor buiten, want ze beschermen tegen zon en regen en bieden isolatie. Reken voor de ren op een grondoppervlak van minstens 2 m2 per dwergkonijn. Een middelgroot konijn heeft minstens 3 m2 per dier nodig en grote konijnen hebben nog meer ruimte nodig. Hoe meer ruimte, hoe beter.
Het blijft een kwestie van aanvoelen. Wel kunnen we als vuistregel geven dat u eens per twee weken het gehele verblijf schoon moet maken, als u twee tot drie keer in de week de 'wc-hoek' schoonmaakt. Daarbij merken we op dat u het hok beter een keer te veel dan te weinig kunt verschonen.
Vooralsnog moet hij de nachten binnenshuis doorbrengen, pas na half mei, wanneer er geen kans meer is op nachtvorst, kan hij helemaal buiten wonen. Wanneer het de bedoeling is dat je konijn op gras gaat wonen, dan moet hij vóórdat hij naar buiten gaat al aan gras gewend worden.
Op zonnige dagen moeten konijnen voldoende schaduw kunnen vinden. Het hok moet bestand zijn tegen wind en regen en het hok mag geen kieren of spleten hebben. Een nat, vochtig of tochtig konijnenhok kan namelijk longontsteking tot gevolg hebben.
Sommige mensen zetten in de zomer hun konijnen buiten en in de winter binnen, maar kijk daarmee uit! Konijnen kunnen niet goed tegen warmteverschil. Van Binnnen naar Buiten: Zet een binnenkonijn nooit zomaar even in de sneeuw omdat hij het zo leuk zou vinden.
Mijn konijn leeft binnen
Konijnen kunnen niet zweten, waardoor zij heel snel oververhit geraken. De ideale temperatuur voor een konijn is 15°-21°C. Binnenkonijnen leven dus het liefst in een koele ruimte met een lage vochtigheidsgraad. Ga dus niet met je konijn gezellig voor het haardvuur zitten.
Een ziek konijn kan onderkoeld zijn en heeft dan een deken nodig en een kruik om zich aan op te warmen. Onderkoeling van je konijn is nog ernstiger dan koorts en kan zelfs dodelijk zijn!
Winterse periodes met temperaturen tot -10℃ kunnen ze gemakkelijk trotseren. Ze moeten zich echter wel kunnen voorbereiden! Zorg ervoor dat je konijn in de zomer- en herfstmaanden al buiten geleefd heeft, zodat het volop zijn wintervacht kan ontwikkelen.
Zorg voor voldoende daglicht (maar geen direct zonlicht). Konijnen hebben dit nodig voor de aanmaak van vitamine D. Een garage of schuur is dus geen goede plek. Ook met drukke plekken maak je konijnen niet blij.
Begin tegen je konijn te praten, begin met rustige bewegingen. Benoem de dingen die je doet, gebruik telkens dezelfde woorden zodat je konijn weet wat hij kan verwachten. Is je konijn goed aan je gewend, steek dan een hand uit en laat hem snuffelen. Misschien wil hij zelfs wel iets lekkers aannemen uit je hand.
Konijnen kunnen heel erg trillen als ze erg gestressd/bang zijn. Laat hem rustig wennen aan zn nieuwe omgeving en houd vooral het eten/drinken en keutelen goed in de gaten.
De beste manier om tijdens koude periodes je konijn warm te houden is door het gebruik van stro. Stro isoleert een konijnenhok perfect. Ook tijdens warme periodes kun je gewoon stro gebruiken. Verhoog in de koude periodes de hoeveelheid tot ongeveer de helft van het nachthok, zo heeft jouw konijn een warme Kerst!
Er is te weinig ruimte om lekker te bewegen en rennen kan al zeker niet. De hokken zijn te laag, een konijn kan er niet rechtop in zitten, dus op de achterpoten en met de kop hoog in de lucht.
Het slaapritme van konijnen is niet zoals dat van mensen. Mensen slapen de hele nacht door (als ze geluk hebben ten minste), terwijl konijnen 's nachts regelmatig wakker worden en overdag juist langer aaneengesloten slapen.
U kunt konijnen zowel binnenshuis als buitenshuis houden. Wel is het belangrijk dat het hok groot genoeg is. Het konijn moet namelijk wel op zijn achterpoten kunnen staan. Op de bodem van de kooi of het hok moet stro of houtmot liggen.