Traditioneel vernieuwingsonderwijs is de verzamelnaam voor vernieuwend onderwijs dat begin twintigste eeuw ontstond. Het traditioneel vernieuwingsonderwijs nam afstand van het mechanische, klassikale onderwijs en richtte zich op de ontwikkelingsmogelijkheden van het individuele kind.
Traditionele vernieuwingsscholen hebben over het algemeen bepaalde filosofische en ideologische uitgangspunten. Door hun onderwijs willen zij een bapaald mens- en maatschappijbeeld vormgeven.
Ze zijn opgericht door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen terwijl het openbaar onderwijs vroeger door de overheid zijn gesticht. Dalton-, Freinet-, Jenaplan-, Montessori- en Vrijescholen worden ook Traditionele Vernieuwingsscholen genoemd.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Er zijn vele 'soorten' scholen, met elk hun eigen manier van werken: Het onderwijsconcept maakt duidelijk hoe de school het onderwijs vorm en inhoud geeft. Er zijn in ons land verschillende concepten: Dalton, Montessori, Jenaplan, Vrije school en Freinet.
Traditioneel vernieuwingsonderwijs is de verzamelnaam voor vernieuwend onderwijs dat begin twintigste eeuw ontstond. Het traditioneel vernieuwingsonderwijs nam afstand van het mechanische, klassikale onderwijs en richtte zich op de ontwikkelingsmogelijkheden van het individuele kind.
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
Montessorionderwijs is voor elk kind geschikt. Het montessori-onderwijs besteedt veel aandacht aan de individuele begeleiding van leerlingen: elk kind krijgt de begeleiding die het nodig heeft. Een montessorischool probeert uit elk kind het beste te halen. Op een montessorischool heeft de leerkracht een specifieke rol.
Er is weinig onderzoek naar gedaan of kinderen op jenaplanscholen echt minder goed zijn in taal en rekenen dan op 'gewone' scholen en of ze juist beter scoren op burgerschap.
Jenaplanonderwijs is voor elk kind geschikt. Het is vooral belangrijk dat ouders zich kunnen vinden in de visie van jenaplanonderwijs. Ouders die veel waarde hechten aan methodes en een leerstofgebonden curriculum zijn waarschijnlijk niet zo enthousiast over jenaplanonderwijs.
Klassikaal onderwijs, ook wel 'frontaal onderwijs' genoemd, is een traditionele manier van lesgeven waarbij een leraar of docent, voornamelijk in het basis- en voortgezet onderwijs, een groep leerlingen als geheel uitleg en instructie geeft.
Een openbare neutrale school waarborgt de gelijke behandeling van alle leerlingen op basis van het principe van gelijkwaardigheid en eerbiedigt de levens-beschouwelijke opvattingen van alle leerlingen.
Ten slotte is studenttevredenheid één van de belangrijkste motieven voor onderwijsvernieuwing en onderwijsverbetering. Vooral bij de masteropleidingen is er nog veel ruimte voor verbetering. Studenttevredenheid heeft een positieve weerslag op de onderwijsresultaten.
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Op een daltonschool leren kinderen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Uitgangspunt is dat kinderen graag willen leren. Er wordt gewerkt met dag- of weektaken en leerlingen krijgen de vrijheid om zelfstandig hun taken in te plannen en af te werken. Daarbij mogen ze samenwerken met klasgenoten.
In het jenaplanonderwijs staat het kind centraal. Ieder kind is uniek in zijn ontwikkeling, talenten en leerstijl. En omdat ieder kind uniek is, gaat het er bij jenaplan om dat kinderen leren van die verschillen en dat zij die respecteren. Het jenaplanonderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen in de brede zin.
Verschil met regulier onderwijs
Op een Jenaplanschool worden net zo goed vakken gegeven zoals rekenen, schrijven, lezen en taal. We verschillen echter van een reguliere basisschool doordat bij ons een aantal dingen anders gaan. Uitgangspunt is dat we SAMENLEVEN en daar zijn samen leren en samen werken onderdelen van.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.
In een montessoriklas (onderbouw, middenbouw of bovenbouw) zitten twee of drie leeftijdsgroepen leerlingen door elkaar. Volgens Maria Montessori is dit essentieel voor een harmonische ontwikkeling. Ook in een gezin is een kind omringd met oudere en jongere kinderen.
De vrijwillige ouderbijdrage is € 1054 per jaar voor vier- t/m twaalf-jarigen. Voor peuters en driejarigen geldt deze vrijwillige ouderbijdrage niet. Van de ouderbijdrage worden de snacks en lunch betaald en alle niet door de overheid gesubsidieerde activiteiten en materialen.
Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere scholen in het basisonderwijs. Kinderen van montessorischolen kunnen het programma in het voortgezet onderwijs goed aan. Ze vallen op door hun positieve werkhouding, hun mondigheid en zelfstandigheid.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.