Bochtverlichting dient om de berm en/of de zijkant van de weg beter zichtbaar te maken bij het nemen van een bocht. Het is geen mistlamp of richtingaanwijzer. Bij sommige auto's worden de mistlampen wel ingezet als bochtverlichting, maar hebben ze oorspronkelijk dus een andere functie.
Bij adaptieve bochtverlichting draaien de lampen mee met de stuurbewegingen. Dit maakt dat wanneer je de bocht instuurt de verlichting dezelfde kant op wijst. Op deze manier krijg je duidelijker zicht en rij je verlicht de bocht in. Verder is het zo dat deze vorm van verlichting het verloop van de weg volgt.
DYNAMISCHE BOCHTVERLICHTING: WERKING
De dynamische bochtverlichting wordt gerealiseerd door draaien van het dimlicht, afhankelijk van de zojuist gereden bochtradius. De projectiekoplamp is ingebouwd in een frame dat om de verticale as kan worden gedraaid.
Wat is Wat zijn adaptieve koplampen? Adaptieve koplampen zijn koplampen die gesynchroniseerd zijn met je besturing. De koplampen bewegen mee met de stuurbewegingen die je als bestuurder maakt.
Er is sprake van dynamische verlichting in situaties waar het niveau van de verlichtingssterkte (en eventueel de kleurtemperatuur) wordt aangepast op basis van een of meerdere factoren. Deze factoren zijn bijvoorbeeld tijd, beweging of omgevingslicht.
Bij LED Matrix-koplampen bestaat het grootlicht uit meerdere segmenten die naar wens in- of uitgeschakeld kunnen worden. Het systeem deactiveert het deel van de lichtbron dat een andere weggebruiker verblindt. De andere segmenten blijven aan en verlichten de weg.
Adaptieve koplampen zijn koplampen waar een systeem aan verbonden is die de richting van de lichtstralen verandert afhankelijk van de verkeersomstandigheden. Wanneer de bestuurder een stuurbeweging maakt, zullen de koplampen mee bewegen.
Def.: lichten ter ondersteuning van de voorgeschreven fluitseinen bij het manoeuvreren. Toelichting: Wit licht, rondom zichtbaar op een afstand van tenminste 5 zeemijlen, in hetzelfde verticale vlak als het toplicht, ten minste twee meter hoger dan het toplicht.
Een camera in de buurt van de binnenspiegel registreert al vanaf een afstand van 700 meter het licht van de koplampen van de voertuigen die u tegemoetkomen – en dimt automatisch. Als u een auto voor u nadert, detecteert de camera dit ook van op een afstand van 400 meter, waarna de grootlichtassistent zelfstandig dimt.
Personenauto's mogen zijn voorzien van extra rode retroreflecterende voorzieningen aan de achterzijde en extra retroreflecterende voorzieningen aan de zijkanten van het voertuig, welke ambergeel moeten zijn, met uitzondering van de achterste retroreflector aan de zijkant, welke rood mag zijn.
De functie van dimlicht is tweeledig: het maakt je zichtbaar voor overige weggebruikers en het geeft je beter zicht op de weg. Dit in tegenstelling tot dagrijverlichting, waarvan het schijnsel te zwak is om de weg voor je te verlichten.
De dagrijlichten , bochtlichten, en hoeklichten en manoeuvreerlichten mogen niet anders dan wit stralen. Visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.
Meet de afstand van het licht tot het plakkertje
Schijnen ze ver onder het plakkertje of zie je je koplampen niet eens op de muur, dan moeten ze wat naar boven. De koplampen moeten idealiter ongeveer 10cm (bij een afstand van 10 meter) onder het streepje uit komen.
Automatisch groot licht is een systeem dat met een camerasensor boven aan de voorruit de koplampen van tegenliggers of de achterlichten van voorliggers registreert en automatisch overschakelt van groot licht naar dimlicht. Automatisch groot licht is te activeren met de draairing van de stuurhendel in stand .
Audi Matrix LED-koplampen produceren een helder licht en zorgen zo voor een beter zicht. Deze vernieuwende verlichtingstechniek werkt met behulp van een camera, LEDs en nauwkeurige optische systemen om het licht volledig adaptief te regelen.
De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken.
In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden. Branden de dimlichten en mistlichten aan de voorkant van de auto tegelijk? Dan bestaat de kans dat de reflectie van uw eigen dimlicht u verblindt.
Er zijn de dimlichten, waarmee men meestal rijdt als het donker is. En de grootlichten, die ook wel eens de verstralers worden genoemd. De meeste wagens hebben vooraan ook mistlichten. En tot slot zijn er de standlichten, die het minst licht geven.
Stadslicht wordt gebruikt bij het parkeren en wordt daarom vaak parkeerlicht genoemd. Je gebruikt het binnen de bebouwde kom als er geen of weinig straatverlichting is, en het is verplicht als je 's nachts of overdag bij slecht zicht parkeert buiten de bebouwde kom of naast de rijbaan.
Dimlicht. Dimlicht is de verlichting die je standaard moet gebruiken wanneer het donker is. Als overdag je zicht belemmerd wordt door weersinvloeden als mist, hagel, regen of sneeuw, dan moet het dimlicht ook overdag aan.
Bij het rijden door een tunnel wil je zichtbaar zijn voor anderen, maar wil je zelf ook het wegdek kunnen zien. Gebruik in een tunnel het dimlicht. Heeft jouw auto dagrijlichten? Schakel dan handmatig om naar dimlicht.
Hoe werkt een reflector? Een reflector (retroreflector) is een bijzondere uitvoering van de reflector. De retroreflector stuurt de straling die invalt (radiogolven, licht) in precies dezelfde richting terug als waaruit de straling kwam, dit is erg belangrijk voor in het verkeer.
Een auto moet zijn voorzien van drie remlichten, waarvan er één op het midden van de achterzijde van de auto is aangebracht (auto's in gebruik genomen vóór 1-10-2001 moeten minimaal twee remlichten voeren).
Als er aan de achterzijde maar één (natuurlijk rood) mistlicht op zit, moet dit licht aan de linkerkant van de auto bevestigd zijn. Mistlichten aan de voorzijde van de auto (wit of geel) zijn niet verplicht, maar als er mistverlichting voor is, dan moeten het er twee zijn.