“Seksuele fluïditeit” is een concept beschreven door psycholoog Lisa Diamond, die deze woorden gebruikt om te beschrijven dat een persoon “vanuit het perspectief van hun seksualiteit flexibel is”, wat betekent dat ze zich aangetrokken kunnen voelen tot mensen van hetzelfde geslacht en/of mensen van het andere geslacht.
Onze seksualiteit is een stuk veelzijdiger dan we zelf vaak denken, blijkt uit nieuw Nederlands onderzoek. Ruim 90 procent van de mensen is seksueel fluïde: ze voelen zich aangetrokken tot zowel mannen als vrouwen.
Wanneer je voorkeuren regelmatig verschuiven, doorheen de tijd veranderen of flexibel zijn, heb je te maken met fluïditeit. Soms kiezen mensen voor een ander label wanneer hun voorkeuren verschuiven. Dat kan, maar moet niet.
Seksuele oriëntatie gaat over op wie je valt, met wie je seks hebt en hoe je jezelf noemt. Je kunt je bijvoorbeeld aangetrokken voelen tot meer dan één gender, daar seks mee hebben en jezelf biseksueel noemen.
Skolioseksueel ['skoːlioːsɛksywel]
Een skolioseksueel persoon voelt zich aangetrokken tot transgender personen.
Cisgender is de term voor mensen die zich goed voelen bij het geslacht dat is geregistreerd bij hun geboorte. Het is het tegenovergestelde van mensen die transgender zijn. Cis en trans zijn beide woorden die uit het Latijn komen.
Het betekent in principe een vloeiende seksuele oriëntatie hebben. Vaak manifesteert dit zich als terugkerende fasen over dagen of weken. Maar de fasen hoeven niet terugkerend te zijn, en ze kunnen vaker of minder vaak voorkomen dan dat.
Aseksuelen voelen geen seksueel verlangen naar een ander. De geaardheid wordt onderverdeeld in meerdere types (A tot en met E), waarbij er bijvoorbeeld wel seksuele drift en/of romantische aantrekkingskracht wordt ervaren, maar er geen enkele behoefte is om seks te hebben.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: man, vrouw, queer, non-binair, bigender, genderfluïde, agender, genderneutraal, pangender, derde gender …
Een parafilie is een ongewone, atypische seksuele interesse of voorkeur voor bepaalde activiteiten of bepaalde erotische doelen of objecten. De meest bekende vormen zijn: voyeurisme, exhibitionisme, frotteurisme, seksueel sadisme, pedofilie, seksueel-masochismestoornis, fetisjismestoornis of transvestiestoornis.
Elk materiaal dat kan stromen en een container nodig heeft om het vast te houden, wordt vloeistof genoemd. Bijvoorbeeld: water, melk en sappen zijn vloeistoffen. De eigenschap van vloeistoffen en gassen om te stromen, wordt vloeibaarheid genoemd. Vanwege de eigenschap van vloeibaarheid kunnen vloeistoffen van vorm veranderen door druk uit te oefenen.
Nee, dat kan niet.
Je seksuele oriëntatie en gender maken deel uit van jouw identiteit en dat kan je niet veranderen. Je seksuele oriëntatie of gender kan veranderen doorheen de tijd, maar daar heb je zelf geen invloed op. Je kan wel zelf kiezen of je aan je omgeving vertelt dat je LGBT+ bent.
Een rol verwijst naar alles wat er in een groep kan zijn. Zoals gevoelens, gedachten, thema's, rollen, ideeën, meningen, gedragingen, ziektes, dromen, archetypen. Het woord 'rol' is een neutrale term die geen ordening aanbrengt, maar de informatie, het 'iets' of de 'meerdere ietsen' in de groep aanduidt.
Het is een overkoepelende term die wordt gebruikt voor kortstondige aanvallen van bewusteloosheid die niet worden veroorzaakt door een invloed van buitenaf, zoals een hersenschudding. Onder wegrakingen vallen onder meer bekendere termen als collaps, syncope en flauwvallen, maar ook epilepsie en insult.
Seksuele gezondheid gaat bijvoorbeeld over het tegengaan van soa's, onbedoelde zwangerschappen of seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld. Maar ook over een positieve beleving van seksualiteit. De overheid wil dat alle mensen vrij zijn om zichzelf te zijn en te houden van wie zij willen.
Je kunt ontdekken dat je lesbienne, homoseksueel of biseksueel bent. Als je voorkeur uitgaat naar een partner van hetzelfde geslacht, dan heb je een homoseksuele geaardheid. Val je op het andere geslacht, dan ben je heteroseksueel. Val je op beide geslachten, dan ben je biseksueel.
Sommige non-binaire mensen noemen zich bijvoorbeeld genderqueer, agender of genderfluïde. Een deel van de non-binaire personen noemt zich ook transgender. Non-binaire mensen gebruiken vaak andere aanspreekvormen dan hij of zij, hem of haar.
Een cisgender is iemand van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht. De term wordt doorgaans gebruikt als de tegenhanger van transgender en transseksueel, waarbij het geboortegeslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen. Verreweg de meeste mensen zijn cisgender.
Iemand die afwijkend is, voldoet niet aan het standaard geslachtsbinair. Ze identificeren zich niet als mannelijk of vrouwelijk en geloven in plaats daarvan dat ze tot een derde geslacht behoren.
Bij mannen die weinig of geen seks hadden, lag het risico op een chronische aandoening 41% hoger, en het risico op kanker 63% hoger. Vrouwen met weinig of geen seks scoorden 64% minder goed op vragenlijsten over de algemene gezondheidstoestand, maar bij hen vonden de onderzoekers geen verband met chronische ziekten.
Iemand die aseksueel of 'ace' is, voelt zelden tot nooit seksuele aantrekking voor iemand. Ze worden zelden seksueel opgewonden, of hebben zelden zin in seks met een partner. Dat betekent niet dat ze geen seks kunnen hebben, of nooit seksuele zaken doen.
Het idee dat mannen absoluut constant seks nodig hebben is niet waar. Korte periodes van celibaat zijn over het algemeen niet problematisch. Maar onthouding langer dan 1-2 jaar kan voor sommigen risico's zoals prostaatkanker en instabiele relaties vergroten.
Een persoon die abroseksueel is, kan ook veranderingen in zijn seksuele geaardheid hebben in de loop van de tijd . Bijvoorbeeld, een persoon die abroseksueel is, kan zich op een gegeven moment seksueel aangetrokken voelen tot mannen, en dan weken later niet meer seksueel aangetrokken voelen tot iemand.
Panseksualiteit is de seksuele, romantische, of emotionele aantrekking of het verlangen naar personen van alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Het sluit op die manier nauw aan bij biseksualiteit.
Een man die homoseksueel is voelt zich bijvoorbeeld aangetrokken tot mannen en iemand die aseksueel is voelt zich aangetrokken tot niemand. Het libido gaat om de 'sexdrive', dus: hoe vaak je behoefte hebt aan seks of hoe vaak je geil bent.