Er is sprake van passend werk als de nieuwe functie aansluit bij eerdere verrichte werkzaamheden, de opleiding en capaciteiten van de uitzendkracht of als de nieuwe functie op hetzelfde niveau of maximaal 2 niveaus lager is dan de oude functie.
Passend werk is werk dat past bij wat u kunt en weet. Wat voor u passend werk is, hangt af van verschillende zaken. Bijvoorbeeld van uw gezondheid, wat voor werk u eerder heeft gedaan, hoelang u ziek bent en hoever u bent met uw re-integratie op dat moment.
Een werkgever moet er alles aan doen om aangepast werk te vinden, tijdens of na een ziekte. Als dit niet lukt binnen het eigen bedrijf, dan bestaat de verplichting voor de werkgever om bij een ander bedrijf naar passend werk te zoeken. Eventueel met behulp van de arbodienst of een re-integratiebedrijf.
Heeft een nieuwe werkgever ook geen passend werk voor u? Dan komt u misschien in aanmerking voor een WIA-uitkering. Als u bijna twee jaar (88 weken) ziek bent, kunt u deze aanvraag doen.
De bedrijfsarts geeft daarbij aan dat dit aangepaste werk aan bepaalde eisen moet voldoen. Zo moet de werknemer het staan en zitten kunnen afwisselen, mag hij geen zware dingen tillen en mag hij de werkzaamheden maximaal 4 uur per dag verrichten.
Een werknemer kan steeds vragen om het werk aan te passen aan zijn gezondheidstoestand en-capaciteiten. Als werkgever bent u in principe niet verplicht om akkoord te gaan met zo'n voorstel tot progressief of aangepast werk.
Andere functie door reorganisatie
Wil uw werkgever u een andere functie geven omdat de organisatie verandert? Dan kan dat alleen als u het daarmee eens bent. In uw contract, collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of bedrijfsreglement kan staan dat uw werkgever uw arbeidsvoorwaarden zonder uw toestemming mag wijzigen.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
Is het werk fysiek echt te zwaar voor werknemer, is de motivatie afgenomen of ligt er iets anders aan ten grondslag? In het geval van deze laatste situatie kan een gesprek met een coach of bedrijfspsycholoog wellicht een uitkomst bieden en is het vooral belangrijk om in gesprek te blijven met werknemer.
Wat is passende arbeid? Volgens de wet (artikel 7:658a lid 4 BW) is passende arbeid 'alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijk, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.
Een functie is passend als deze aansluit bij uw opleiding, ervaring en bekwaamheid. Of er een passende functie is, hangt af van: een beschikbare vacature binnen een redelijke termijn; andere werknemers binnen het bedrijf.
Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever hem een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever.
De werknemer kan evengoed rechtstreeks in dienst treden. De (eerste) werkgever blijft verantwoordelijk voor de loonbetaling ongeacht de vraag of de werknemer het werk bij de nieuwe werkgever verricht of niet, en ongeacht hoeveel zij van de nieuwe werkgever aan vergoeding ontvangen.
De werkgever is verantwoordelijk voor het vaststellen van de loonwaarde. Als uitgangspunt neemt u de functionele beperkingen zoals vastgesteld door de bedrijfsarts. Zo nodig kunt u zich door een gecertificeerd register arbeidsdeskundige laten bijstaan voor de onderbouwing en berekening van de loonwaarde.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
Bedrijfsarts stelt een probleem vast en zoekt naar de mogelijkheden om de werknemer te helpen om op een gezonde manier terug in het werk te komen. De bedrijfsarts neemt tijdens zijn gesprek niet uitsluitend medische zaken in het overweging, maar kijkt naar alle factoren die op dat moment van belang zijn.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Je werkgever mag geen medische informatie van je vragen. Ook niet of je bij de huisarts bent geweest. Je werkgever mag wel vragen of je adequate behandeling hebt gezocht. En ook mag je werkgever vragen of de ziekte een gevolg is van een arbeidsongeval.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Het uitgangspunt is dat een werkgever alleen datgene mag vragen en registeren wat zij noodzakelijkerwijs zou moeten weten om te bepalen hoe het verder moet met de werkzaamheden van de werknemer, en een werkgever mag informatie hebben om te beoordelen of zij loon moet doorbetalen aan de werknemer.
Volgens de rechtspraak kan de werkgever de functiewijziging toch doorvoeren, zolang hij bepaalde grenzen respecteert. Concreet: de werkgever kan aan de werknemer een nieuwe functie opleggen, zolang de nieuwe functie gelijkwaardig is en geen grote wijzigingen inhoudt voor de werknemer.
Het noodzakelijkheidscriterium houdt in dat je als werkgever zelf beoordeelt of een medewerker een mobiele telefoon nodig heeft om zijn werk naar behoren te kunnen doen. Is dat volgens jou het geval, dan mag je de telefoon verstrekken. De medewerker kan deze zowel zakelijk als privé gebruiken.