Kali 60, een onminsbare kunstmest! Kali 60 is een universeel chloridehoudende kalimeststof, geschikt voor alle gewassen die niet chloridegevoelig zijn en kan op alle grondsoorten worden toegepast.
In kali-60 zit 60% K2O. dit is de kalimeststof met het hoogste gehalte K2O welke er te verkrijgen is. Nadeel van deze meststof is dat deze chloorhoudend is. Chloor kan in de bodem en in de gewassen voor schade zorgen.
Patentkali is de aangewezen kalibron voor uw groentegewassen, aardappelen en fruitbomen. De korrelmeststof bevat een hoog kaliumgehalte en magnesium. Kalium is een onmisbaar voedingselement dat zorgt voor stevigheid en een goed transport van water en voedingstoffen in de plant.
Kali helpt gras de droogte door
In droogteperiodes kan voldoende kali namelijk het verschil maken en zorgen dat het gras er goed doorheen komt. Tegelijkertijd wordt er juist in deze periode, wanneer het vaker droog wordt, minder drijfmest bemest. De kalivoorziening komt hiermee aan de krappe kant.
De hoeveelheid kalium die gewassen opnemen, verschilt sterk per gewas. Granen nemen gemiddeld minder dan 100 kg kali (K2O) per ha op. Voor aardappelen en bieten kan dit circa 350 kg K2O per ha zijn en bij grasland en bij een groentegewas als peen 500 tot meer dan 600 kg K2O per ha per jaar.
kali zelfst. naamw. Verbuigingen: kali's 1) kaliumhydroxide, wordt gebruikt als reinigingsmiddel, ontsmettingsmiddel, verfafbijtmiddel en gootsteenontstopper.
De plant heeft kalium nodig voor fotosynthese, productie en transport van koolhydraten, energievoorziening en vochthuishouding. Omdat het bij zoveel processen een rol speelt, wordt kalium het kwaliteitselement genoemd. Het verbetert kwaliteitseigenschappen zoals smaak, kleur, geur en houdbaarheid.
Het is aan te raden om een regenachtige dag te kiezen voor het strooien van kalk. Het vocht in de grond en de regendruppels zorgen ervoor dat kalk makkelijker en veel sneller kan worden opgenomen. Voor een nog betere opname is het aan te raden om het gazon van tevoren te maaien.
De juiste zuurgraad van de bodem is 5,5 - 6. Door kalk te strooien zal het gras sneller groeien dan mos. Kalk zorgt ervoor dat meststoffen goed worden opgenomen. Om die reden dien je eerst kalk te strooien en pas daarna een meststof.
K = Kalium (wordt ook wel Kali genoemd)
Moestuinplanten die wat extra kali willen zijn de planten waarvan je de bol of knol eet (zoals uien, bieten, pastinaken, knolvenkel), en vruchtdragende gewassen (denk aan tomaten, courgettes maar ook aan bessenstruiken en fruitbomen).
Overbemesting. Kijk altijd op de verpakking voor de juiste hoeveelheid meststof voor uw gazon. Bij teveel mest of strooien op het verkeerde moment kan het gras aantast worden en zelfs verbranden, dit is eigenlijk alleen bij kunstmest het geval.
Compost ontstaat door de vertering van plantaardig materiaal. Dit is de milieuvriendelijkste bemesting, vooral omdat je voedingsstoffen (plantenresten) uit de tuin hergebruikt. Compost houdt het bodemleven met nuttige bacteriën in evenwicht en gaat ziekteverwekkers tegen.
Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer). In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur.
Patentkali, zwavelzure kali en kalisalpeter worden op de markt als chloorarme meststoffen verkocht. De bekendste chloorhoudende meststof is kali 60. Er zijn twee hoofdmomenten in het jaar dat kalibemesting plaats vindt: in het voorjaar of in het najaar.
Bij een bemesting van 230 kg stikstof uit dierlijke mest, geeft zelfs een opbrengst van slechts 8 ton droge stof per jaar al een netto onttrekking van kali. Gemiddeld moet er 50-100 kg K2O bijbemest worden om de onttrekking aan te vullen.
Patentkali is een voorbeeld van een chloorarme meststof. De bekendste chloorhoudende meststof is Kali 60. Kali oftewel K vervult een onmisbare functie in de stofwisseling van de plant: waterhuishouding. Het zorgt voor stevigheid en weerstand tegen droogte.
Kalk strooien gazon
Bij een lage/slechte zuurgraad kunnen planten niet voldoende voedingstoffen opnemen. Dit remt de groei en geeft mos en onkruiden meer kans. Het strooien van kalk (bijvoorbeeld DCM Groen-Kalk) is dus heel erg belangrijk om mos en onkruidgroei te voorkomen. Want voorkomen is altijd beter dan genezen.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc. zijn je dankbaar voor de jaarlijkse dosis kalk.
Zuurminnende planten houden niet van kalk, denk aan heide, veenbes en rododendron. Kalk verspreidt zich ook door de bodem, dus zorg dat je flink ver van deze planten blijft tijdens het strooien.
Maart: verticuteren
Heb je in februari geen kalk gestrooid, dan kun je dit aan het begin van maart nog doen. Mocht het gazon wat aan de lange kant zijn, dan kun je voor de eerste keer maaien. Hierna kun je het gazon voor de eerste keer verticuteren. Doe dit alleen bij gazons die ouder zijn dan drie jaar.
In maart of april kun je nog wel natuurkalk strooien, want dat kun je bijna tegelijk met je natuurlijke bemesting doen. Gebruik je andere kalk, dan kun je het dit jaar beter overslaan, het werkt immers pas na drie maanden.
Kalk zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad stijgt, dat wil zeggen dat de bodem verandert en mossen er niet meer op kunnen groeien. Maar het belangrijkste is dat er van kalk strooien ook een preventieve werking uitgaat.
We adviseren je om speciale, organische tomatenmest te gebruiken. Die is speciaal afgestemd op de behoefte van de tomaten. Zo voorkom je dat de planten tekorten krijgen. Dit type mest geeft de voedingsstoffen langzaam af.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.