De slinger draait en de honing wordt middels centrifugale kracht uit de cellen van de raat geslingerd. De honing is nu naar de bodem gezakt van de honingslinger. Na het slingeren wordt de honing afgetapt om verder gezeefd en afgeschuimd te worden. Na het oogsten van de honing kun je deze gaan slingeren.
Na een week gaan we de honing afschuimen. Door het slingeren en zeven zijn er luchtbelletjes ontstaan in de honing.
Ik spoel na het slingeren eerst met koud water alle wasresten weg. Daarna maak ik met heet water de honingresten goed vloeibaar en spoel het geheel goed uit. De slinger zet ik, na uitdrogen met een theedoek, dan iets schuin neer met de bovenkant open om ver te drogen.
Om genoeg honing te krijgen, wordt de honing geslingerd. Zo wordt het vloeibaar en komt de honing uit de raat in de potjes. Op veel van die potjes staat echter de term 'koud geslingerd'.
Door de honing te roeren breek je de kristallisatiekernen in stukjes en dit vertraagt het uithardingsproces. Ik roer een keer per dag een minuutje met de boormachine en dit zolang tot er witte strepen verschijnen bovenaan de honing. Dit is voor mij het teken om de honing op potten te doen.
Dit vanwege de lucht die in de honing kan komen. Wacht dan ongeveer 8 uur met afvullen. Als je met de roerstaaf geulen door de honing trekt die langzaam dichtslibben, is het tijd om de potten af te vullen. Dit is na ± 3 tot 8 dagen.
De raten worden in een honingslinger geplaatst. Deze centrifuge zorgt ervoor dat de honing uit de cellen geslingerd worden. De honing loopt via de wanden van de honingslinger naar beneden. Daar wordt de honing tot twee keer aan toe gezeefd.
Zoals eerder genoemd worden vooral tijm-, heide- en manukahoning als gezondere opties gezien. Deze soorten zijn donker van kleur en onderzoek van een Sloveense universiteit wijst uit dat donkere honingsoorten meer voedingsstoffen en antioxidanten bevatten dan lichte honing.
Hoewel verhitting van honing een effect kan hebben op een aantal van de stoffen in honing, maakt het dus voor de gezondheid niet uit of je rauwe, koud geslingerde of verhitte honing gebruikt. Smaak en substantie kunnen mogelijk wel veranderen. Qua veiligheid maakt het niets uit."
Dus om zeker te zijn dat honing het predikaat biologisch verdient moeten bijen op minimaal drie kilometer afstand leven van de gangbare landbouwgrond. Volgens Theo kun je daarom het beste honing kopen die afkomstig is uit landen met veel aaneengesloten natuurgebieden, zoals Frankrijk, Polen en Duitsland.
Re: honingslinger
een tangentiale slinger is prima voor een paar volken bij een of 2 oogsten per jaar. een radiaal slinger kán handig zijn als je erg veel te slingeren hebt en het geld voor de bijbehorende elektro motor hebt. zelf heb ik een slinger met zowel een tangetiaal (4-8) ramen en een radiale (20) binnenkorft.
1. HONINGRAMEN AFNEMEN. In onze streken gaat de imker gewoonlijk tweemaal per jaar oogsten. De eerste maal op het einde van de lentedracht, eind mei, en een tweede maal na de zomerdracht, begin augustus, als de zomer over zijn hoogtepunt is.
Honing is ingedikte nectar uit bloemen
Honing wordt door bijen gemaakt van nectar uit bloemen. De nectar wordt zowel door toevoegen van enzymen als door indikking door verdamping omgezet naar honing. Er is vijf kilo nectar nodig voor een kilo honing, omdat nectar 80% water bevat, en honing maximaal 20%.
Het bijenvolk mag geen schade ondervinden van het oogsten van de honing. Zo kan de opbrengst per kast variëren tussen de 0 en 40 kilo honing per jaar. Een gemiddelde van 20-25 kilo is doorgaans goed haalbaar en wordt gerealiseerd door een verantwoorde keuze in het aantal bijenkasten per locatie.
ze trekt vocht uit de lucht aan. De honing zal in de rijper meer vocht aantrekken dan in een pot en het water gehalte loopt dan IETS op. Vroeger dacht men dat je met rijpen het vocht gehalte omlaag bracht bij onrijpe honing. onrijpe honing schift niet maar gaat gisten (smerig gezicht, alcohol lucht).
Daarnaast zitten er in honing verschillende vitaminen en mineralen. Deze hoeveelheden zijn alleen zo ontzettend klein dat ze geen positieve effecten op onze gezondheid hebben. Met honing krijg je dus gewoon een vorm van suiker binnen. Het beste is daarom om je thee zonder honing of suiker te drinken.
Energie. Rauwe honing zit werkelijk propvol met koolhydraten. Deze stof heeft de kracht om je die extra kick te geven die je nodig hebt om de dag mee door te komen zonder de uiteindelijke crash op te lopen die je kan krijgen na het nuttigen van energiedrankjes. Honing is bovendien ook nog eens erg goed voor je lichaam.
Neem gewoon een beetje honing tussen je duim en wijsvinger. Wrijf de honing tussen de vingers. Echte honing zal alleen gedeeltelijk opgenomen worden door de huid, de rest blijft plakken tussen je vingers. Nep honing bevat heel veel suiker en zal heel plakkerig aan blijven voelen.
Kinderen jonger dan 1 jaar kun je beter geen honing geven. Zij kunnen namelijk ziek worden van de sporen van de schadelijke bacterie clostridium botulinum, die soms in honing voorkomt.
Honing heeft een geneeskrachtige werking door de enzymen, aminozuren, vitamines, eiwitten en mineralen die erin zitten. Daarnaast zitten er probiotica in. Dat zijn bacteriën die erg goed zijn voor de darmen. Je kunt de honing zowel inwendig als uitwendig bij huidklachten gebruiken.
Gemiddeld genomen kun je honing 2 jaar bewaren. Hierna nemen de enzymen in honing af en wordt de honing donkerder en stroperiger. Op het moment dat bijen nectar uit bloemen halen en dit in de honingraten stoppen, bevat de nectar 80% water. Bijen dikken de honing middels ventilatie terug tot 20%.
Nieuwe raat is eetbaar, maar niet verteerbaar. Bij het eten van raathoning (honingraat) krijgt men echter maar een zeer kleine hoeveelheid binnen, ongeveer 3% van het honinggewicht. Ook kan men de was tot een klompje kauwen en uitspugen. Het eten van onverteerbare vulstoffen is echter goed voor de spijs-vertering.
Als er voldoende raten zijn verzameld worden ze gesmolten in een grote smeltpan. Door dit smeltproces kunnen imkers de was makkelijk scheiden van de honing. De honing zinkt tijdens het smelten namelijk naar de bodem. Als alles gesmolten is wordt de was in ijzeren bakken gegoten.
In de haalperiode kan een bij maximaal 800 km vliegen. De nectar wordt tot 13 km van de kast verzameld, het stuifmeel tot 6 km en het water tot 2 à 3 km. Per dag maakt een haalbij gemiddeld 10 vluchten waarbij ze gemiddeld 10 minuten voor nectar en tot een uur voor stuifmeel onderweg kan zijn.