Loonheffing is het bedrag dat je aan belasting betaalt over je loon en wordt ingehouden van je bruto salaris. Van dat geld kan de overheid dingen regelen. Denk aan uitkeringen betalen, wegen onderhouden en geld investeren in het onderwijs. Loonheffingskorting betekent dat je korting krijgt op de loonheffing.
Als je bij iedere werkgever loonheffingskorting aanvraagt, krijg je namelijk te veel korting op je belasting. Je moet dan achteraf extra belasting betalen. Mocht je de loonheffingskorting willen wijzigen, dan kun je dit d.m.v. het formulier loonbelastingverklaring aan ons doorgeven.
De loonheffingskorting bestaat uit de algemene heffingskorting voor alle 18-plussers en de arbeidskorting voor alle werkenden. Dankzij de loonheffingskorting betaal je dus minder belasting en krijg je meer loon of bijvoorbeeld uitkering op je bankrekening gestort.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
Heb je één inkomen (via één werkgever, uitkering of AOW)? Pas dan loonheffingskorting toe om elke maand meer netto loon of uitkering te krijgen. Als je de korting niet toepast, krijg je het bedrag dat je te veel aan belasting hebt betaald in één keer terug na je belastingaangifte.
Uw werkgevers hebben in 1 jaar € 10.800 aan loonheffing ingehouden op uw loon. Uit uw belastingaangifte blijkt dat u in totaal € 10.200 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen moet betalen. Het verschil van € 600 krijgt u terug. De berekening is dus als volgt: € 10.800 - € 10.200 = € 600 te ontvangen.
Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent. Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid. Meer lezen over de veranderingen in 2020?
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma.
Alle werknemers hebben standaard recht op loonheffingskorting. Sommige bedrijven passen de korting daarom al automatisch toe bij de maandelijkse afdracht van loonheffingen aan de belastingdienst. Maar dat is niet verplicht.
Kies jij ervoor om je loonheffingskorting niet te laten toepassen (de loonheffingskorting “uit” zetten)? Dan draag je per maand meer geld af aan de Belastingdienst en verdien je per maand minder, maar krijg je bij de jaarlijkse belastingaangifte in één keer alle teveel betaalde loonheffing terug.
In 2023 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner, als deze geboren is na 1962. Wij bouwen daarom de regeling sinds 2009 af. Als u of uw fiscale partner niet of weinig verdient, hangt het af van uw leeftijd of u met deze afbouw te maken krijgt.
Als u te weinig belasting betaalt via de loonheffing, komt dat doordat de belasting over uw totale jaarinkomen hoger is dan de belasting die in totaal op uw loon of uitkeringen is ingehouden. Omdat ons belastingstelsel een oplopend tarief heeft, betaalt u meer belasting als uw inkomen hoger wordt.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Wie meerdere banen tegelijkertijd heeft, gaat er vroeg of laat mee te maken krijgen: loonheffingskorting. Loonheffing bij 2 banen is niet mogelijk en kost je zelfs geld. Je krijgt loonheffingskorting bij slechts één baan. Wel mag je als werknemer kiezen bij welke van de twee banen je loonheffingskorting ontvangt.
Wanneer de heffingskorting hoger is dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris. Dit is tot een loon van € 729,00 (2021). De grens kun je terugvinden in de witte maandtabel voor de loonheffing (Belastingdienst).
Loonheffing is de verzamelnaam van de belasting en premies die van het bruto salaris worden ingehouden. Op het moment dat je loon uitbetaalt, moet je daar loonheffingen op inhouden. Die betaal je vervolgens aan de Belastingdienst.
U vraagt u de loonheffingskorting aan bij 1 werkgever of uitkeringsinstantie. Want als u 2x de korting krijgt, betaalt u te weinig belasting over uw loon of uitkering. U geeft het formulier meestal aan de werkgever/uitkeringsinstantie bij wie u het meeste verdient of ontvangt.
Tip: pas de korting toe op de hoogste uitkering (of inkomen)
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW? Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW.
Met een 'verzoek om middeling' kun je al snel honderden euro's tot zelfs meer dan €1000 belasting besparen. Hiermee kun je dus belasting terugkrijgen bij wisselende inkomsten. Bijvoorbeeld bij een eerste goedbetaalde baan, als je eerder stopt met werken, werkloos wordt of ondernemer bent met sterk wisselende inkomsten.
Als je in loondienst werkt, houdt je werkgever rekening met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Deze kortingen noemen wij de loonheffingskorting. Daardoor betaal je minder loonheffing, en krijg je meer loon uitbetaald.
Wanneer je partner geen inkomen heeft en geboren is voor 1963, dan heeft je fiscale partner recht op de uitbetaling van algemene heffingskorting van € 2.888,- per jaar. Alleen de voorwaarde is wel dat jij voldoende belasting betaalt. Jij betaalt belasting over jouw inkomen.
Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als u weinig winst maakt of u veel aftrekposten heeft. Het bedrag dat ú aan belasting moet betalen, moet uiteraard minder zijn dan uw heffingskortingen en bovendien moet u over een partner beschikken die wel voldoende belasting betaalt om de heffingskortingen mee te kunnen verrekenen.
Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt u minder belasting en premies. In dit voorbeeld werken we met fictieve bedragen. U hebt een belastbaar inkomen uit box 1 van € 25.000 (loon).