Het goede leven kan zoveel dingen zijn: Liggen op een strand terwijl je golven hoort omslaan en een goed boek leest. Een lekker glas wijn drinken, met je beste vrienden samen een concert bezoeken. Goed leven kan ook vroeg opstaan, een rondje hardlopen en daarna de hele dag hard werken zijn. Of zorgen voor een gezin.
Voldoende bewegen, 250 gram groente eten per dag, niet roken. Goed leven is veel meer dan gezond leven. Zinvol werk hebben bijvoorbeeld, een gelukkig gezin, een actief sociaal leven. Materiële zaken dragen bij aan de ervaring van goed leven: mooie kleren, een flitsende of praktische auto, een prettig huis.
Vooral de oude Griekse filosofen hebben heel veel ideeën over hoe je gelukkig wordt, of zoals zij zeggen: 'wat het goede leven is'. Epicurus zegt bijvoorbeeld dat je het beste alleen maar leuke dingen kunt gaan doen en je niet te veel zorgen maken. Volgens Aristoteles ben je het meest gelukkig als je veel nadenkt.
Volgens Mencius zijn alle mensen van nature goed. Wat de mens tot mens maakt, en dus wat de mens anders maakt dan een dier, is dat hij van binnen een morele goedheid bezit. Deze goedheid moet echter wel worden ontwikkeld.
Aristoteles: Geluk vergt inspanning
Om gelukkig te worden moeten we bepaalde positieve karaktereigenschappen ontwikkelen, de zogeheten deugden. Voor Aristoteles zijn vier deugden cruciaal: rechtvaardigheid, moed, verstandigheid en maat. Dit zijn de vier kardinale deugden.
Nietzsche was het niet eens met het idee dat 'geluk' een voortdurende gemoedstoestand kan zijn. Hij was van mening dat geluk kortstondig is, een vluchtige staat die op elk moment tot zijn einde kan komen. Nietzsche omschreef geluk als een 'ideale staat van luiheid'.
De filosofische antropologie reflecteert over de mens op zich; wat het wezen van de mens is. Zij vraagt dus naar wat de mens net tot mens maakt, en waaruit de menselijke natuur bestaat. Ze abstraheert echter wel van concrete personen, naar een meer algemeen niveau: ze bestudeert de mens als zodanig.
Aristoteles was de eerste filosoof die op systematische wijze een volledige deugdethiek ontwikkelde. Vanuit zijn interesse in de biologie schetste hij de mens als een biologisch wezen dat een bepaalde taak of functie heeft. Volgens de filosoof heeft alles in de natuur een eigen doel of functie.
De Duitse filosoof Immanuel Kant stelde dat geluk een van de hoogste plichten van de mens is. Volgens deze filosoof is het eigenlijk opgebouwd uit karakter en de ethiek waarmee je je gedrag stuurt. Met andere woorden, geluk is een verplichting, maar tegelijkertijd moeten je acties ervoor zorgen dat je het verdient.
In Plato's republiek is weinig ruimte voor persoonlijke vrijheid. De filosoof geloofde dat zijn methode om een stad te leiden de beste was, omdat iedereen een duidelijke taak had en zo het beste uit zichzelf en de maatschappij kon halen.
Aristoteles geloofde dat, door middel van logica, mensen alles over de wereld te weten konden komen. Moderne wetenschappers hebben veel aan Aristoteles te danken. Hij leerde dat mensen de natuur moeten observeren (aandachtig bestuderen) en dat onze zintuigen ons kennis geven.
Een onbestudeerd leven is niet waard geleefd te worden. Eenmaal gelijk aan de man wordt de vrouw zijn meerdere. Er is maar één deugd en dat is kennis; en er is maar één ondeugd en dat is onwetendheid. Er is maar één deugd en dat is kennis; en er is maar één ondeugd en dat is onwetendheid.
De ziel is bij Aristoteles als onderdeel van het lichaam ook sterfelijk en op dit vlak zou het aristotelisme later botsen met het christendom, waar de onsterfelijke ziel wel verbonden is met het lichaam, maar onafhankelijk kan bestaan.
vegetatieve ziel: gericht op voeding, groei en voortplanting (alle levensvormen) sensitieve ziel: zintuigen, begeerten (zin hebben), beweging (dieren en mens) cognitieve ziel: bezit potentieel het vermogen om het goede te kennen, maar doet actueel wat hij doet.
De filosofie of wijsbegeerte is de oudste theoretische discipline die het verlangen en het streven uitdrukt naar kennis en wijsheid. Zij kwam voor het eerst echt op in de 6e eeuw v. Chr. Een beoefenaar van de filosofie wordt een filosoof of wijsgeer genoemd.
Metafysica is de filosofische discipline die volgens Aristoteles na (in het Grieks: meta ) de fysica, de studie van de natuur, komt. De metafysica onderzoekt de eerste oorzaken van de dingen. Daarbij moet men oorzaak echter niet opvatten in de gangbare zin van causaliteit.
Socrates (450 voor Christus) "Het geheim van geluk vind je niet in het zoeken naar meer, maar in het genieten van minder." 5. Plato (400 voor Christus) "De mens die alles wat hem gelukkig maakt laat afhangen van zichzelf en niet van andere mensen heeft de beste methode gevonden voor een gelukkig leven." 6.
3. What doesn't kill you makes you stronger: Naast dat tegenslag een onmisbaar onderdeel is voor een vol leven, geeft het de mens ook kracht, stelde Nietzsche: “Wat mij niet ombrengt, maakt mij sterker”, schreef hij in zijn boek.
Onderzoek wijst uit dat geld gelukkig maakt als je het uitgeeft aan de volgende drie dingen: ervaringen, tijd en misschien wel de belangrijkste: als je het weggeeft." Met ervaringen heeft Lindhout het over kopen van mooie momenten zoals een vakantie of dagje weg.
Geluk draait onder andere om positieve emoties
Maar, dat niet alleen. Ook relaties, zingeving, succes en flow ervaren zijn allemaal factoren die in belangrijke mate bijdragen aan gelukkig zijn. En juist door te zorgen voor een goede balans tussen de verschillende onderdelen draagt het bij aan je geluk.
Wie met weinig kan leven is heel rijk. Schoonheid is als een koningin die niet lang regeert. Hogere wijsheid is het verschil kunnen zien tussen goed en kwaad. Zoals elke mens die in zon loopt door zijn schaduw wordt gevolgd, wordt iedere mens die roemrijk is, door afgunst gevolgd.
Inzicht in leren
'Hoe meer je leert, hoe meer je weet dat je niks weet'. Het is een bekend gezegde en je ziet vaak op school (en daarbuiten!) dat dit klopt. Leerlingen of collega's die ergens echt verstand van hebben lopen hier niet te koop mee en zijn misschien wel te kritisch op zichzelf.