Ik-boodschap: Vertel de feedback vanuit jezelf. Op die manier verklaar je waarom je op een bepaalde manier reageert. Een ik-boodschap is: 'Ik merk dat ik mij niet goed kan focussen als ik hoor dat jij harde muziek aanzet.' Een jij-boodschap is: 'Jij zorgt voor te veel geluidsoverlast met die harde muziek.
Geef concreet aan wat je hebt waargenomen, geef geen interpretaties. Het gaat om de concrete feiten. Vertel welk effect het gedrag van de ander op je heeft. Als je ontevreden of boos bent, zeg het dan.
Plat gezegd is een feedbackformulier een lijstje met vragen waar je je klanten, gebruikers, gasten of zelfs collega's vraagt antwoord te geven. Je vraagt wat er goed gaat, wat er beter kan, hoeveel moeite iets heeft gekost en of er nog tips of opmerkingen zijn.
Naast verschillende methoden bestaan er ook verschillende soorten feedback. Een aantal voorbeelden zijn evaluerende, corrigerende, activerende en motiverende feedback. Het is niet de bedoeling om hiertussen te kiezen, maar om het te combineren en af te wisselen.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: feedback (zn) : antwoord, reactie, respons, response, terugkoppeling.
Feedback geven is lastig, maar feedback ontvangen is minstens zo ingewikkeld. Meestal reageren mensen met onbegrip, irritatie of zelfs woede. Dit komt omdat mensen feedback vaak persoonlijk opvatten. Dat is onterecht, want goede feedback gaat over jouw gedrag (dus niet over jou als persoon!)
We onderscheiden positieve en negatieve feedback. Positieve feedback benadrukt de sterktes van een medewerker, terwijl negatieve feedback zich vooral focust op het veranderen of uitbannen van ineffectief of ongewenst gedrag.
Het 4G feedbackmodel helpt je om feedback op te bouwen in stappen waarbij de feedback steeds zwaarder wordt zonder dat het gesprek escaleert. Je kunt je feedback opbouwen, los per G of gecombineerd met meerdere G's bij elkaar. Dit afhankelijk van de situatie en eerdere ervaringen met die persoon.
G1 – Gedrag: het gedrag dat de ander laat zien en waar jij feedback op wilt geven. G2 – Gevoel: het gevoel dat jij krijgt door het gedrag van de ander. G3 – Gevolg: het effect van het gedrag van de ander (op jou en de omgeving). G4 – Gewenst gedrag: het gedrag dat je wilt zien bij de ander.
Feedback geven en ontvangen is erg belangrijk. Feedback betekent het terugkoppelen van de effecten van iemands gedrag en houding. Door middel van feedback wissel je dus informatie uit over elkaars houding en gedrag. Feedback wordt soms verward met kritiek, maar dit is onterecht.
Feedback kan positief en negatief zijn
Mensen leren vaak veel meer van duidelijk commentaar op werk dat ze goed hebben gedaan, dan van kritiek op fouten. Positieve feedback is heel motiverend. Je kunt de ander bijvoorbeeld vragen of je in de toekomst nog meer van hetzelfde gedrag mag zien.
Feedback geven draagt bij aan een goede en gezonde werksfeer. Medewerkers voelen zich meer betrokken en leveren kwaliteit. Ook verloopt de samenwerking soepeler.
De spontane ongecensureerde meningen van collega's over degene die feedback van jou moet krijgen, zijn ongezouten positief of negatief en vaak op niets gebaseerd. Haal dus niet de mening van anderen erbij, en vertrouw op je eigen inzichten. Dat maakt het feedbackgesprek eerlijker en sympathieker.
Door iemand positieve feedback te geven, zal je zien dat hij/zij enthousiaster wordt. Het geeft meer richting aan wat de verwachtingen zijn. De positieve benadering zal ook de intrinsieke motivatie stimuleren. Wat betekent dat de werknemer gemotiveerd is, omdat hij dat ook echt wil.
Om feedback vragen
Als je feedback geeft, geef je de ander informatie over hoe de ander bepaald gedrag heeft vertoond, wat dit met jou deed en kun je eventueel aangeven wat de ander misschien anders kan doen. Hierbij hoeft het trouwens niet enkel te gaan op negatieve feedback.