Toch zijn er nog een aantal grote verschillen tussen het vrijeschoolonderwijs en de gewone basisschool: Extra vakken.Naast de standaard schoolvakken, krijgt je kind op de vrije school ook creatieve vakken als houtbewerking en muziek.Ook is er meer aandacht voor vreemde talen, al vanaf groep 3.
De Vrijeschool valt onder het algemeen bijzonder onderwijs, onderwijs met een eigen inhoud en didactiek, wel religieus, maar niet specifiek gebonden aan een geloofsrichting. Kinderen uit alle gezindten kunnen zich bij ons thuisvoelen.
In essentie laat het onderzoek zien dat ouders en leerlingen kiezen voor de vrijeschool vanwege de aandacht voor de brede persoonsvorming en talentontwikkeling van leerlingen. Hierin zit de onderscheidende kwaliteit van de vrijeschool.
De vrijescholen hebben niet alleen een flinke sprong in aantal gemaakt, maar ook in kwalitatieve ontwikkeling. In haar vergelijking tussen vrijescholen met reguliere scholen voor voortgezet onderwijs concludeerde Hilde Steenbergen nog dat vrijescholen op bijna alle cognitieve opbrengsten lager scoren.
Wat is het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs? In Nederland hebben we openbare scholen en bijzondere scholen. Een school die uitgaat van een bepaalde levensbeschouwing of godsdienst noemen we een bijzondere school. Het openbare onderwijs is niet gebaseerd op een godsdienst of levensovertuiging.
Moet een kind kunstzinnig begaafd zijn om geschikt te zijn voor de vrijeschool? Nee, de vrijeschool is er voor iedereen. De docenten zullen, met bewustzijn voor de talenten die de kinderen zelf mee brengen, het onderwijs zo proberen vorm te geven dat ieder kind tot zijn of haar recht komt.
De vrije scholen mogen alleen examens op mavo-, havo- en vwo-niveau afnemen.De mavoleerlingen doen in klas 10 mavo-examen. Individuele leerlingen kunnen daarna eventueel doorstromen naar de 11e klas voor het havotraject.
In schooljaar 2023-2024 zijn er in totaal 132 vrijescholen in Nederland die via een bestuur zijn aangesloten bij de Vereniging van vrijescholen. Dat gaat om 100 vrijescholen in het primair onderwijs en 32 vrijescholen in het voortgezet onderwijs. Waar komt de naam 'vrijeschool' vandaan?
Vrijeschoolonderwijs is al meer dan 100 jaar oud. In 1919 ontwikkeld door Rudolf Steiner op verzoek van de eigenaar van de Waldorf Tabaksfabriek in Stutgart die voor de kinderen van zijn werknemers goed onderwijs wilde. Behoorlijk uniek in een tijd waarin arbeiders meestal alleen maar uitgebuit werden.
Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit confessionele scholen, die aan een godsdienst zijn gebonden. De katholieke scholen vormen de grootste groep. Maar er zijn ook vrije scholen van een andere godsdienst, zoals joodse of protestantse scholen.
Deze gedachte is geïnspireerd door de antroposofie van Rudolf Steiner, de grondlegger van de vrijeschool. Die gaat er vanuit dat elk kind van nature speciale talenten en behoeften heeft, die deze onderwijsvorm kan stimuleren en ondersteunen.
Ruim 100 jaar geleden maakte het onderwijs in Nederland belangrijke ontwikkelingen door. Er ontstond ruimte voor nieuwe ideeën over pedagogie en over onderwijs. En dit opende de weg naar vernieuwingsonderwijs. In 1923 werd de eerste vrijeschool van Nederland geopend in Den Haag.
Een leerling die niet beantwoordt aan de hoedanigheid van "regelmatige leerling", is een "vrije leerling". Een vrije leerling voldoet wel aan de leerplicht (voor zover een volledig leerprogramma wordt gevolgd), doch kan onder geen enkel beding enige aanspraak maken op de sanctie der studies.
Koningsdag en Bevrijdingsdag zijn officiële feestdagen in Nederland. Uw kind is op deze dagen zeer waarschijnlijk vrij. Scholen zijn namelijk bijna altijd dicht op Koningsdag en Bevrijdingsdag.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Waar komt de naam 'vrijeschool' vandaan? Het 'vrij' in de naam van vrijescholen zegt niets over hoe vrij de leerlingen in de klas en op school zijn. Daarover bestaat vaak verwarring. De vrijeschool kent juist duidelijke structuren en ritmes in de klas, het onderwijs én in de hele doorlopende leerlijn.
De hoeveelheid kleine scholen is in vijf jaar tijd verdubbeld, blijkt uit cijfers van de Onderwijsinspectie. In 2018 telde Nederland 58 particuliere basisscholen en 10 particuliere middelbare scholen.
Waldorf is de internationale benaming voor vrijeschoolonderwijs, een wereldwijde stroming binnen het onderwijs die al meer dan honderd jaar bestaat. Het onderwijs op het Mercurius College is gebaseerd op het 'hoofd, hart en handen' uitgangspunt van het vrijeschoolonderwijs.
Een privéschool wordt niet betaald door de overheid, maar door ouders zelf. De tarieven van privéscholen liggen tussen de 13.000 en 20.000 euro per schooljaar. Er bestaan in Nederland verschillende categorieën privéscholen.
Tarieven bij een particuliere school
In de bovenbouw zijn de verschillen in de tarieven ook groot. Het tarief kan oplopen van € 15.495,- tot € 39.500,- met allerlei tarieven daar tussen in bij verschillende scholen. Gemiddeld kost een volledig schooljaar op een particuliere school in de bovenbouw €24.300,-.
Onderwijs is een heel belangrijk recht. Daarom betaalt de overheid de kosten voor het basisonderwijs van jouw kind, inclusief materialen zoals boeken. Gelukkig maar, want een jaartje basisschool kost al gauw zo'n € 5.000,00 per kind.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Volgens de denkwijze van Maria Montessori moeten kinderen zich ontwikkelen in een omgeving waar ze eenvoudig kunnen bewegen en ontdekken. Daarom raadde ze tafels en stoelen aan die kinderen zelf kunnen verplaatsen en groeperen. Sommige taken mogen op speciale kleedjes worden gedaan.