Een kleine breuk bij kinderen in de ellepijp of het spaakbeen ter hoogte van de pols noemen we een torus fractuur. Het is een knikje in het bot.
Een torusbreuk (ook wel torus fractuur genoemd) is een breuk van het bot, waarbij het beenvlies dat om het bot heen ligt intact is gebleven. Omdat kinderen in de groei sneller nieuw bot aanmaken dan volwassenen, geneest een torusbreuk over het algemeen snel en goed.
Het proces van breukgenezing (herstel van een botbreuk) duurt over het algemeen, onder normale omstandigheden ongeveer 6 tot 8 weken. Dit kan langer duren als het om een bot gaat dat een zwaar gewicht moet dragen. Ook bij oudere mensen duurt dit proces langer. Bij kinderen genezen botten juist vaak sneller.
Bij jonge kinderen kan er ook een zogenaamde twijgbreuk ontstaan. Dit is een botbreuk waarbij het botvlies intact is gebleven. Het lijkt alsof het lichaamsdeel gekneusd of verstuikt is. Echter gaan de klachten niet over en zal het kind ook pijn blijven ervaren.
Houd er rekening mee dat u meer dan zes weken nodig heeft, voordat u de pols weer redelijk goed kunt gebruiken. Volledig normaal en pijnvrij gebruik van de pols wordt meestal pas na drie maanden bereikt. Soms is na de gipsbehandeling hulp van een fysiotherapeut nodig.
Tijdens het slapen kunt u een extra kussen langs het lichaam gebruiken. Dit kan het wegdraaien van de gebroken arm voorkomen. Als u in bed gaat liggen, is een halfzittende houding aan te bevelen. Uw arm heeft dan dezelfde houding als overdag.
De eerste 6 weken mag u geen kracht zetten met uw hand, bewegen mag wel. U kunt ook niet autorijden, u bent niet verzekerd. Of u wel of niet kan werken hangt af van uw persoonlijk situatie. Overleg dit eventueel met de gipsverbandmeester.
Bij een twijgbreuk is 1 tot 2 weken soms voldoende. Bij een uitgebreidere breuk is 4 weken meestal voldoende.? Als de breuk zover is genezen dat gips niet meer nodig is, dan is het raadzaam nog minimaal 2 weken te wachten voordat sport of gymnastiek wordt hervat. Zwemmen mag al direct nadat het gips werd verwijderd.
Acute pijn treedt meestal direct op nadat u het letsel hebt opgelopen. Na ongeveer een week of twee is de ergste pijn meestal voorbij. Wat er vervolgens gebeurt, is dat het gebroken bot en het omliggende zachte weefsel beginnen te genezen.
Daarom is het belangrijk dat uw kind na 1 tot 2 weken start met bewegen. Dat voorkomt stijfheid van de pols en het bevordert de genezing en het herstel. Na 3 weken mag uw kind voorzichtig weer alles doen. Dit is op geleide van pijn, dus alleen als uw kind de pijn kan verdragen.
Voldoende lichaamsbeweging bestaat normaal gesproken uit minimaal een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit (zoals stevig wandelen of fietsen) op minimaal vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week. Roken heeft effect op de botgenezing.
Bij sommige botbreuken is helemaal geen gips nodig. Deze breuken genezen vanzelf. Dit geldt bijvoorbeeld voor een breuk van het sleutelbeen.
Er zijn twee verschillende soorten botbreuken of fracturen: Gesloten botbreuk: Het bot steekt niet uit het lichaam, maar bevindt zich nog in het lichaam. Open botbreuk: Het bot steekt door je huid naar buiten. Een open fractuur is vaak ernstiger dan een gesloten fractuur.
Een fractuur aan het uiteinde van het spaakbeen (distale radius fractuur) komt het meest voor. Distale radiusfracturen ontstaan na bijvoorbeeld een val op de uitgestrekte onderarm, een val van grote hoogte of betrokkenheid bij een verkeersongeval.
Het spaakbeen of de radius is een bot in de onderarm, dat van de elleboog naar de pols aan de laterale kant loopt (de kant van de duim). Het spaakbeen zit aan de laterale kant van de ellepijp, die langer en groter is.
Mocht u toch nog veel pijn hebben na de behandeling van de botbreuk, dan kunt u pijnstillers innemen. U kunt bijvoorbeeld paracetamol en/of ibuprofen volgens de bijsluiter innemen. Als u ondanks de pijnstillers nog steeds veel pijn heeft, is het verstandig om contact op te nemen met een arts.
Er is aanzienlijke kracht voor nodig om een normaal dijbeen te breken – het is het langste en sterkste bot in het lichaam.
Immobilisatie van de breuk, maar toch voldoende beweging toelaten ter hoogte van de botbreuk. Eerder een functionele brace dan een rigide gips dus. Voeding rijk aan calcium, vitamine D en Omega 3, maar opletten met melkproducten om de pH-balans van het lichaam niet te verzuren!
Als het gips verwijderd is, zult u merken dat uw gewrichten stijf zijn. Ook zijn uw kracht en coördinatie minder goed en kunt u bewegingen moeilijker uitvoeren. Dit is normaal en zal in de eerste 6 weken na de gipsbehandeling verbeteren. Verder kunt u in het begin last krijgen van zwelling.
Het duurt minimaal drie maanden voordat u uw pols normaal en pijnvrij kunt gebruiken. Soms kan na de gipsbehandeling hulp van een fysiotherapeut nodig zijn. Een zwelling onder gips kan gevaarlijk zijn. Bij een zwelling kunnen de volgende problemen ontstaan: ▪ De pijn vermindert niet, maar wordt erger.
Dit hangt af van de soort breuk. Bij een twijgbreuk is 1 tot 2 weken voldoende. Bij een uitgebreidere breuk is 4 weken meestal voldoende. Als de breuk zover is genezen dat gips niet meer nodig is, dan is het raadzaam nog minimaal 2 weken te wachten voordat sport of gymnastiek wordt hervat.
Als algemene regel geldt dat u weer veilig kunt fietsen wanneer u beide armen volledig kunt gebruiken. Wanneer u zich onzeker voelt over fietsen, dan raden wij u aan dit niet te doen. U kunt deze regel aanhouden: de tijd die uw arm in het gips heeft gezeten, heeft u daarna ook nodig voor uw herstel.
Werken met een gebroken pols of hand
In het geval van een botbreuk is het continueren van werk dan ook minder vanzelfsprekend. In veel gevallen moet de pols of hand in het gips en is rust erg belangrijk. Toch kun je na enige tijd vaak wel weer naar kantoor, om werkzaamheden uit te voeren die wel mogelijk zijn.
Meestal draagt u dit gips vier tot vijf weken. U kunt uw arm niet zwaar belasten en uw pols niet bewegen. Wel is het belangrijk om uw vingers goed te bewegen zodat deze niet stijf worden. Als het gips eraf gaat is het belangrijk om een paar keer per dag hand- en polsoefeningen te doen.