Nadere regels zijn algemeen verbindende voorschriften ter uitwerking van onderdelen van de verordening. Zaken die in de verordening op hoofdlijnen zijn benoemd, kunnen worden uitgewerkt in nadere regels. Vaak is in de verordening geregeld dat het college bevoegd is om nadere regels vast te stellen.
De beleidsregels geven invulling aan het afwegen van belangen. De wettelijke grondslag voor het vaststellen van beleidsregels is neergelegd in artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Nadere regels: algemeen verbindende voorschriften ter uitwerking van onderdelen van de verordening.
Een verordening zoals de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) is een wet die geldt voor iedereen binnen de gemeente. De gemeenteraad stelt deze verordeningen vast. In een beleidsregel staat hoe het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden uitvoert.
In elke gemeente zijn enkele honderden lokaal vastgestelde regelingen van kracht. Het merendeel daarvan is vastgesteld door de gemeenteraad (verordeningen), de rest door het college (nadere regels en beleidsregels), en een enkele door de burgemeester (noodverordening).
Regels - APV - beleidsregels
Ze geven aan hoe een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan zal worden uitgevoerd. De regels zijn een soort richtlijnen van het bestuursorgaan. Ze scheppen duidelijkheid naar de burger. Beleidsregels zijn geregeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
1. de beleidsregels behoorlijk bekendgemaakt zijn (bijvoorbeeld in de Staatscourant of een ander vanwege de overheid algemeen verkrijgbaar gesteld publicatieblad) en. 2. de beleidsregels 'zich naar inhoud en strekking ertoe lenen jegens de bij desbetreffende regeling betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast'.
Bestuursorganen stellen beleidsregels vast om vooraf duidelijk te maken hoe zij omgaan met hun beslisruimte. In de beleidsregels geven zij aan hoe zij belangen tegen elkaar afwegen, feiten vaststellen of wettelijke voorschriften uitleggen. Bestuursorganen hoeven dit dan niet per geval te bepalen.
Richtlijnen zijn eveneens bindend wat betreft het beoogde resultaat, maar werken niet rechtstreeks als maatregel. Via richtlijnen worden de wetgevingen in de verschillende EU-lidstaten geharmoniseerd. De lidstaten mogen zelf regels vaststellen om de doelstellingen van de richtlijnen te bereiken.
Een richtlijn van de Europese Unie is een Europese wet die juridisch bindend is en boven de wetten van de afzonderlijke lidstaten staat. Iedere lidstaat moet de fundamentele eisen die in een Europese richtlijn vermeld worden opnemen in de nationale wetgeving. Daarmee is de toepassing van een richtlijn verplicht.
Verordeningen bevatten regels die direct gelden in alle lidstaten van de Europese Unie. Dit wordt 'rechtstreekse werking' genoemd. Verordeningen hebben daarmee een vergelijkbare status als nationale wetten in de lidstaten, maar in geval van strijdigheid gaat de verordening boven de nationale wet.
Beleidsregels zijn besluiten in de zin van de Awb. Dit betekent dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur uit de Awb bij de totstandkoming van dergelijke besluiten van toepassing zijn. Specifieke regels over beleidsregels zijn opgenomen in Titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht.
1. Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. 2. In andere gevallen kan een bestuursorgaan slechts beleidsregels vaststellen, voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.
Een meer algemene definitie luidt dat onder een algemeen verbindend voorschrift moet worden verstaan, een naar buiten werkende voor de daarbij betrokken personen bindende regel, uitgaande van het bevoegd gezag, dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent.
Zo kunnen bijvoorbeeld algemeen verbindende voorschriften worden uitgevaardigd door de regering (algemene maatregel van bestuur) of door een minister (ministeriële regeling).
In het bestuursrecht kan beleid worden opgevat als de verzameling keuzes die het bestuursorgaan maakt of heeft gemaakt bij de uitoefe- ning van een bestuursbevoegdheid.
Een verordening is een algemeen verbindend voorschrift waar inwoners rechten en plichten aan kunnen ontlenen. Jurisprudentie Ook kan het zijn dat naar aanleiding van een uitspraak van een rechter een bestaande verordening moet worden gewijzigd (Voorbeeld: uitspraak over Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Normen bieden veiligheid, kwaliteitsgarantie, vertrouwen, duidelijkheid en zekerheid voor organisaties onderling. De overheid verwijst in een aantal gevallen wel naar een norm in de wet. Hierbij is de norm dus nog steeds niet de wet maar wordt wel geïmpliceerd dat men met de norm kan voldoen aan de wet.
Gemiddeld werd de helft van de richtlijnen in 5,8 jaar tijd als verouderd beschouwd. Op grond hiervan adviseren de auteurs om elke drie jaar de geldigheid van de belangrijkste aanbevelingen uit een richtlijn nog eens tegen het licht te houden.
Een richtlijn is een document met aanbevelingen gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg. De inhoud van een richtlijn wordt gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, aangevuld met deskundigheid en ervaringen van zorgverleners en patiënten. Artsen moeten de richtlijn bij zijn of haar zorgverlening toepassen.
Europese Commissie stelt wetten voor
De Europese Commissie neemt initiatieven voor Europese wetgeving en stelt wetsvoorstellen op. Zij doet ook voorstellen voor de begroting van de Europese Unie. Al deze voorstellen legt zij ter goedkeuring voor aan de Raad van Ministers en het Europees Parlement.
De richtlijnen beschrijven wat onder goed professioneel handelen wordt verstaan en vormt hiermee naast de beroepscode een belangrijk onderdeel van de professionele standaard van professionals. De kennis die tijdens het schrijven van de richtlijnen beschikbaar was, vormt hierbij het uitgangspunt.
Een particulier kan geen rechtstreeks beroep doen op een richtlijnbepaling met als doel een verplichting uit de richtlijn op te leggen aan een andere particulier. Een particulier die is benadeeld doordat het nationale recht strijdig is met een richtlijn kan in dat geval wel schadevergoeding eisen van de lidstaat.
Burgemeester en wethouders beslissen in beginsel binnen zes weken na de dag van het verstrijken voor het indienen van het bezwaarschrift (artikel 7:10, lid 1, Awb). Op basis van het bezwaar vindt een heroverweging van het besluit plaats (artikel 7:11, lid 1, Awb).