lettergreep* die eindigt op een medeklinker*. Voorbeeld: mak, maak, buurt, han·den, mor·gen.
Bij een open lettergreep zit het als volgt: Als je aan het eind van een klankgroep een korte klank hoort en er wordt geen klemtoon op deze klank gelegd, dan schrijf je dus ook geen extra medeklinker. Een open lettergreep is dus een lettergreep die eindigt op een lange klinker of een tweeklank.
elke klankgroep die we onderscheiden als we een woord scanderen en die in geschreven vorm bestaat uit een klinker met eventueel daaromheen medeklinkers. Voorbeeld: on-door-gron-de-lij-ke. Een lettergreep kan open* of gesloten* zijn.
Elk woord bestaat uit één of meerdere lettergrepen. Een lettergreep heeft altijd een klinker (a, e, i, o, u, ij) of een tweeklank (bijvoorbeeld oe, au, ooi). Vaak heeft een lettergreep ook medeklinkers, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
De eenvoudigste manier om lettergrepen te onderscheiden, is door het woord langzaam te scanderen. Dat houdt in dat je alle klanken van een woord los van elkaar uitspreekt. Het helpt hierbij om bij iedere klank die je hoort een keer te klappen. Het woord 'taaladvies' heeft bijvoorbeeld 3 lettergrepen.
deel van het woord waar een klemtoon* op ligt. Bijvoorbeeld: in het woord voorstellen zijn voor en stel beklemtoond, waarbij voor de hoofdklemtoon draagt en stel een nevenklemtoon; len is onbeklemtoond.
De klemtoon geeft aan op welke deel van het woord (de lettergreep) de nadruk ligt. Op sommige lettergrepen in een woord ligt de nadruk wel en op andere lettergrepen niet. Lettergrepen waarop de nadruk ligt noem je beklemtoonde lettergrepen. Lettergrepen waar de nadruk niet op ligt noem je onbeklemtoonde lettergrepen.
's middags 's spreek je uit als: komma es. Vroeger zeiden de mensen: "Des middags ga ik eten." Het zijn eigenlijk twee woorden, dus de s schrijf je los van middags.
nadruk waarmee een woord of een woorddeel* wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden krijgt één lettergreep de hoofdklemtoon. Bijvoorbeeld: in het woord ondoorgrondelijk zijn deze lettergrepen onbeklemtoond: on-door-gron- de- lijk.
Klemtoon (of: accent) is de nadruk waarmee een woord of woorddeel wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden ligt de hoofdklemtoon bij het gewone spreken in de meeste gevallen op een bepaalde lettergreep (bijvoorbeeld beklemtoonde lettergreep).
Woorden als emoe, mooie en faxen kunnen dus niet afgebroken worden, ook al bestaan ze uit twee lettergrepen.
Onze gesproken taal heeft veel meer dan 26 letters aan klanken. Dat komt doordat letters niet altijd hetzelfde klinken. Letters krijgen vaak een andere klank aan het begin, midden of eind van een woord. Hoe letters klinken, hangt ook af van of het een lange of een korte klank is.
HOOFDREGEL: Schrijf een medeklinker met een dubbel teken na een korte klinker als er op die medeklinker nog een klinker volgt. Het gaat om de medeklinkertekens b, c (als /k/ uitgesproken), d, f, g, k, l, m, n, p, r, s, t, v en z na de korte klinkers /a/, /e/, /i/, /o/ en /u/.
eenlettergrepig bijv. naamw. uit een enkele lettergreep bestaand Voorbeeld: `Veel eenlettergrepige woorden worden bijzonder vaak gebruikt.
Bij een klinker (ook wel vocaal genoemd) kan de lucht dus wél ongehinderd naar buiten komen wanneer je praat. Klinkers zijn de a, e, i, o en u in het alfabet.
De hoofdklemtoon ligt in Nederlandse woorden achteraan: in de meeste gevallen op de voorlaatste, in alle andere gevallen op de laatste of de voorvoorlaatste syllabe. Bijklemtoon is het duidelijkst op de eerste syllabe.
Juist bij een naam is het belangrijk dat de luisteraar goed hoort over wie u het hebt. Door die naam met een klemtoon te beginnen, kunt u bereiken dat de luisteraar even extra goed oplet. Misschien is deze aandachttrekkerij belangrijk genoeg geweest om alle conservatisme te overwinnen.
Een lettergreep is een klankgroep in een woord. Meestal kun je zelf horen wat de lettergrepen in een woord zijn door het woord langzaam uit te spreken. Spreek bijvoorbeeld het woord 'lelijk' eens uit. De lettergrepen hiervan zijn 'le' en 'lijk'.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Hoofdletters gebruik je in twee situaties: aan het begin van een zin en bij namen. Je gebruikt ze bij namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven. Om een woord of lettergreep te benadrukken, gebruik je het nadrukteken of klemtoonteken ( ´ ). Dat teken ziet er net zo uit als het accent aigu, het accent dat bijvoorbeeld op café staat.
[ov] de nadruk leggen op iets.
Jambe. In een jambe hoor je eerst een onbeklemtoonde lettergreep of woord en daarna een beklemtoonde lettergreep of woord. Een voorbeeld: Een goed | gedicht | is me | trisch door| gelicht.