dynamisch evenwicht: Een dynamisch evenwicht ontstaat wanneer de heen- en terugreactie blijven optreden, terwijl de concentraties constant blijven.
Bij een dynamisch evenwicht heb je twee processen die tegen elkaar in lopen, zodat er netto een evenwicht is, maar er gebeurt toch wel van alles (dynamisch). Bij scheikunde betekend dit dat de concentraties van de verschillende stoffen niet veranderen.
"Statisch bepaald" is een term uit de statica (evenwichtsleer). Statica is het onderdeel van de constructieleer of mechanica dat zich bezighoudt met het evenwicht van krachten. Zoals de dynamica zich meestal bezighoudt met bewegingen van voorwerpen, houdt de statica zich bezig met voorwerpen in "rust".
Evenwicht betekent niet dat er aan de linker- en rechterkant van de pijl even grote hoeveelheden van stoffen zijn. Als er evenwicht is, blijven de concentraties van de stoffen dus constant. De hoeveelheid stoffen aan de linker- en rechterkant zijn niet hetzelfde, maar ze blijven dus gelijk.
De evenwichtswaarde K opstellen
Bij een evenwichtsvoorwaarde zet je de concentraties van alles aan de rechterkant van de reactie boven de deelstreep en alles aan de linkerkant onder de deelstreep. Water werken we altijd weg.
Een evenwichtsreactie is een chemische reactie waarbij zowel een heengaande als een teruggaande reactie met een gelijke snelheid verlopen. De bijbehorende toestand, het chemisch evenwicht, impliceert dat de concentraties van de verschillende stoffen constant blijven.
De evenwichtsconstante bevat alleen de concentraties van de stoffen die homogeen aanwezig zijn. In dit geval voeg je een C toe aan de K: KC . Een andere homogene situatie is het geval van een gas-evenwicht. Dan spreken we niet zozeer van concentraties, maar wel van de (partiële) gasdruk van elk deelnemend gas.
De evenwichtsconstante is gelijk aan de concentratiebreuk. Je kunt de concentratiebreuk van een bepaalde reactie op de volgende manier vinden. De coëfficiënten van de stoffen in de reactievergelijking (hoe vaak een stof voorkomt), die komen dus als macht terug in de concentratiebreuk.
Het principe kan als volgt samengevat worden: Als in een chemisch systeem een verandering optreedt in concentratie, temperatuur, volume of totale druk, met andere woorden, een evenwichtsverstoring, dan zal het evenwicht zodanig verschuiven dat die verandering tegengegaan wordt.
Hoe groter de evenwichtsconstante, hoe meer product er wordt gevormd. Een K-waarde kleiner dan 1 geeft aan dat er meer reactant overblijft dan er product gevormd wordt. Hoe kleiner de evenwichtsconstante des te minder product wordt gevormd.
Over het algemeen kan je zeggen dat iets wat verandert of beweegt, dynamisch is. Statisch betekent dan dat alles onveranderd blijft. Zo zou je een standbeeld statisch kunnen noemen, en een danser dynamisch. In de fysica spreekt men soms over dynamische en statische effecten van een kracht.
Gelijk blijven van de structuur van ecosystemen onder invloed van stromingen.
In de scheikunde de permeabiliteit van gesteenten (dimensieloos). k of kB, in de natuurkunde de constante van Boltzmann. k, in de scheikunde de evenwichtsconstante. k, in de natuurkunde het symbool voor de veerconstante.
homogeen en heterogeen evenwicht. Stel dat alle stoffen die meedoen aan een evenwicht homogene stoffen zijn, dan noemen we ook het evenwicht een homogeen evenwicht. Elke stof die meedoet heeft een of andere concentratie (in geval van oplossingen en vloeistoffen) of druk (in geval van gassen).
Bij chemische reacties zoals evenwichtsreacties worden de reagentia niet volledig omgezet in reactieproducten. Bij chemische reacties ofwel aflopende reacties, worden de reagentia volledig omgezet in reactieproducten!
Verlaging van de temperatuur doet de ligging van de evenwichtstoestand verschuiven in exotherme zin. Als warmte aan het systeem wordt toegevoegd door de temperatuur te verhogen, verschuift het evenwicht naar links en nemen de concentraties van de reagentia toe.
Een BOE-schema geeft de beginsituatie, omzetting en het einde van de reactie weer, waardoor het gemakkelijk wordt te berekenen. Dit kan aan de hand van een voorbeeld makkelijk worden getoond. In 440 mL water wordt 60 mL 0,20 M azijnzuur gedruppeld. Bereken de concentratie H3O+ nadat het evenwicht zich heeft ingesteld.
Een concentratie wordt gegeven in g/L. Dus, de hoeveelheid van de opgeloste stof gedeeld door de hoeveelheid oplossing. Je hebt twee dingen nodig om de concentratie van een stof te berekenen. Je moet weten hoeveel gram of mol je hebt van een stof en in hoeveel liter oplossing dit opgelost is.
Er wordt op dat ogenblik gesproken van een dynamische evenwichtstoestand (omdat er nog steeds omzettingen plaatsvinden) en de daarmee gepaard gaande chemische reactie wordt een evenwichtsreactie genoemd. Reacties die geen chemisch evenwicht vertonen worden aflopende reacties genoemd.
Een heterogene reactie is een chemische reactie tussen twee of meer stoffen die zich in verschillende fasen bevinden. Treedt er een chemisch evenwicht op bij zo'n reactie, dan spreekt men van een heterogeen evenwicht.
Een zuur-base reactie is een reactie tussen een zuur en een base. Een zuur is een stof die een H +-ion kan afstaan, een base is een stof die een H + kan opnemen. Een H+-ion wordt ook wel een proton genoemd, een zuur is dus een protondonor en een base een protonacceptor.
Met de pH, of zuurgraad, wordt aangegeven hoe zuur of basische een oplossing is. De pH loopt van 0, heel zuur, tot 14, heel basisch. Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch.