Het voordeel bij een dergelijke grafiek is dat men in één oogopslag de “droge maanden” kan onderscheiden, de maanden dus waar de neerslagsom gelijk of lager is dan het dubbele van de temperaturen (N<=2T).
Het droogste seizoen van het jaar is de lente, van half maart tot mei.
Een droog klimaat of aride klimaat is een klimaat waar zo weinig neerslag valt, dat boomgroei niet mogelijk is en waar permanente rivieren niet hun oorsprong kunnen hebben. Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is dit een B-klimaat.
Definitie: Droge gebieden zijn ecosystemen gekenmerkt door een tekort aan water. Ze omvatten landbouwgronden, graslanden, gebieden met stuikgewas, savanne, halfwoestijnen en woestijnen. Het tekort aan water beperkt de productie van gewassen, voeder, hout en andere ecologische diensten.
Ook hier komt 1921 verreweg als droogste jaar naar voren, en wordt ze gevolgd door de droogtes van 1996, de jaren vijftig (1949, 1953-1954, 1956, 1959-1960) en 1976. De meest recente droogtes van 2017 en 2018 waren behoorlijk intens, maar niet in dezelfde mate als de grootste droogtes van de 20ste eeuw.
In de weersvoorspelling voor de zomer van 2022 staat dat met name de maanden juni en augustus droog en warm zullen zijn. In de maand juli lijkt het iets meer te gaan regenen, maar zelfs dat is niet zeker. Als de wind niet uit het Westen, maar uit het Zuiden komt, zal het ook deze maand extreem warm worden.
De droogte valt samen met de bloei, en door de droogte maken die planten minder bloemen aan, dus ook minder zaad, en het zaad wordt niet goed gevuld. Maar ook voor aardappelen is het te droog, omdat er minder knollen worden aangemaakt en de knollen ook minder groeien.
Mogelijke oorzaken
Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen verdampt water sneller. Verdamping vindt vooral via planten plaats. Het grondwaterpeil daalt ook doordat het voor drinkwater, industrieel gebruik en beregening wordt opgepompt. Zo zijn er vele factoren van invloed bij droge perioden.
Boven de Atacama-woestijn in het noorden van Chili is het eigenlijk géén weer. Het is er de ene dag warmer dan de andere, dat wel, maar een inktzwarte regenwolk moet er een attractie van formaat zijn. In de Atacama-woestijn regent het namelijk nooit. Of beter gezegd: bijna nooit.
De meeste droogtes sinds 1964 vonden plaats in Ethiopie, Somalie en Kenya. De langste droogteperiode duurde 9 jaar: sinds 1969 tot 1978 in Chad.
Daar komt neerslag uit, die uiteindelijk via het grondwater of rivieren weer in zee terechtkomt. Herhaal. Zo'n 35 procent van die neerslag komt via het grondwater of de rivier weer in zee terecht. De rest verdampt opnieuw.
IJsdagen, dagen waarop de temperatuur het gehele etmaal onder nul blijft, komen gemiddeld gezien en afgerond niet voor. Toch kan het soms wel een hele dag blijven vriezen, want het klimaatgemiddelde aantal ijsdagen in maart is 0,2. De laatste keer dat het in maart tot een officiële ijsdag kwam was in 2018.
Mooi-weerdagen in cijfers
Juli en augustus bieden doorgaans de meeste dagen met mooi weer. Gemiddeld over 100 jaar tellen die zomermaanden er in De Bilt elk 7, tegen 5 in april en juni. September levert gewoonlijk 4 mooi-weerdagen op, maart 3, oktober 2 en de wintermaanden gemiddeld 1 à 2.
Zoetermeer is als eerste aan de beurt in een drieluik over klimaatverandering. Volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI valt er gemiddeld genomen nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer, 972 millimeter per jaar.
Voor Nederland is dat ongeveer vanaf mei tot en met september. Dit is de beste reistijd voor een vakantie in Nederland. De maximumtemperaturen liggen dan gemiddeld tussen de 17 en 24 graden Celsius. Mei en juni zijn twee maanden waarin het weer daadwerkelijk alle kanten op kan gaan.
De Canarische Eilanden zijn is dé plek om te ontsnappen aan de koude winter. Op Tenerife, Fuerteventura en Lanzarote heerst het hele jaar een aangename temperatuur en is het zelfs in de winter strandweer. Weer en garanties gaan helaas niet samen, dus het kan ook voorkomen dat je net last krijgt van regen.
Het midden van Limburg is gemiddeld de droogste plek van Nederland. De gemiddelde neerslaghoeveelheid per jaar bedraagt hier slechts 750 mm. Dat komt doordat de hoger gelegen Belgische Kempen en de Ardennen regenwolken voor een deel tegenhouden. Ook in Noord-Limburg en Zuidoost-Brabant valt relatief weinig neerslag.
Zuid-oost Spanje, maar ook de noordelijke kusten van zowel de Zwarte als de Kaspische Zee zijn de droogste regio's van Europa, gevolgd door het noordelijkste gedeelte van Noorwegen en enkele gebieden in Zuid-Oost Europa.
De droogte wordt berekend uit de hoeveelheid regen die valt, verminderd met de verdamping. Elke dag verdampt er ongeveer 5 millimeter water. De gevolgen van droogte kunnen van plaatst tot plaats zeer verschillen, afhankelijk van het type landschap en genomen beheersmaatregelen.
Lamb stelt: ”Als het waterpeil door de droogte echt zo laag wordt dat vrachtverkeer bijna niet meer mogelijk is, is de kans groot dat het brandstoftekort wel een probleem wordt.” Een ander risico van de droogte is dat de dijken kunnen uitdrogen en daardoor verzwakken met eventueel een dijkdoorbraak tot gevolg.
Er blijft voldoende drinkwater beschikbaar
Bijvoorbeeld door niet te lang te douchen. Drinkwater is een eerste levensbehoefte. Drinkwaterbedrijven moeten 24 uur per dag, 7 dagen per week drinkwater produceren. Het drinkwater moet van goede kwaliteit zijn en onder voldoende druk staan.
Droogte ontstaat als er meer water uit de bodem verdampt, dan dat er bij komt. En verdampen, dat deed het water in 1976. Het KNMI schatte dat er landelijk 17% meer water verdampte dan normaal, met lokale uitschieters tot 21%. Nederland was dus kurkdroog.
Op de site www.clo.nl kun je het aantal dagen per jaar met neerslag bekijken. Dat varieert grofweg tussen de 120 en 155. Het is dus sowieso rond de 240 dagen per jaar helemaal droog. Bedenk daarbij dat het natuurlijk nooit de hele dag regent.
Waterschaarste wordt veroorzaakt door een complex geheel aan fluctuerende, op elkaar inwerkende menselijke en ecologische factoren. De groeiende wereldbevolking, verbeterende levensstandaarden, veranderende consumptiepatronen en steeds toenemende irrigatie van landbouwgronden zorgen voor een stijgende vraag naar water.