Bent u een oudere werknemer die langer dan 1 jaar werkloos is geweest en bent u ziek? Dan kan uw nieuwe werkgever misschien gebruikmaken van de Compensatieregeling oudere werknemers. Uw werkgever betaalt dan de eerste 13 weken van uw ziekte uw loon door.Daarna betaalt UWV soms een Ziektewet-uitkering.
Je hebt recht op LKV zolang de werknemer bij je in dienst is, maar maximaal 3 jaar (maximaal 1 jaar bij een herplaatste werknemer) en uiterlijk totdat de werknemer de AOW-leeftijd bereikt.
is een tegemoetkoming voor werkgevers die 1 of meer oudere werknemers en/of werknemers met een arbeidsbeperking in dienst nemen of houden. Het LKV is een onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl).
Er zijn vier loonkostenvoordelen (LKV): LKV oudere werknemer (56+) LKV arbeidsgehandicapte werknemer. LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.
De werkgever mag het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer, maar uiterlijk tot de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Loonkostensubsidie en loonkostenvoordelen zijn twee verschillende begrippen. In deze handreiking vindt u van beide een korte uitleg. Werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen, lopen soms extra risico.
U heeft misschien recht op het LKV voor elke werknemer die onder 1 van de 4 doelgroepen valt: oudere werknemers (56 jaar en ouder) arbeidsgehandicapte werknemers die nieuw in dienst komen. werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden.
De loonkostensubsidie is bedoeld voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen. Deze werknemer ontvangt een uitkering in het kader van de Participatiewet. De werkgever vraagt de loonkostensubsidie aan voor de werknemer als deze minder dan het minimumloon kan verdienen.
Valt u onder de doelgroep oudere werknemers (56 jaar en ouder) en krijgt u een uitkering van de gemeente? Dan vraagt u de doelgroepverklaring LKV aan bij uw gemeente. U kunt het formulier 'Aanvragen doelgroepverklaring loonkostenvoordeel (LKV)' dan niet gebruiken.
U ontvangt de voorlopige berekening over een kalenderjaar in het daaropvolgende jaar. De definitieve berekening en de betaling ontvangt u van de Belastingdienst. In het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst leest u meer over de regels voor het inhouden en betalen van de loonheffingen.
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die 1 of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die vaak lastig aan het werk komen. Het LKV is een onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Het gaat vooral om de volgende groepen werknemers: oudere werknemers met een uitkering.
Werkgevers kunnen sinds 1 januari 2018 gebruikmaken van loonkostenvoordelen (LKV). Het gaat om een tegemoetkoming in de loonkosten voor ouderen en mensen met een arbeidsbeperking. LKV is in de plaats van de premiekortingen voor jongere, oudere en arbeidsgehandicapte werknemers.
De loonkostensubsidie vergoedt het verschil tussen loonwaarde en minimumloon. De maximale vergoeding is 70% van het minimumloon. Ook kan de gemeente voor maximaal de eerste zes maanden een loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon inzetten, om mensen snel te kunnen plaatsen. Dit gebeurt in overleg met werkgever.
Het loonkostenvoordeel voor werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden bedraagt € 1,01 per werknemer per verloond uur met een maximum van € 2.000 per jaar (op basis van een 38-urige weerkweek).
In het doelgroepregister staan mensen met een arbeidsbeperking. Zij hebben vaak moeite een baan te vinden. Het gaat om mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. Kabinet en werkgevers hebben afgesproken dat zij extra banen gaan maken voor mensen met een ziekte of handicap.
De loonkostensubsidie is maximaal 70% van het wettelijk minimumloon. Loonkostensubsidie heeft geen einddatum. Gemeenten verstrekken deze zolang de dienstbetrekking duurt en de werknemer aan de voorwaarden voldoet. De plannen van het kabinet om de loonkostensubsidie te vervangen door loondispensatie gaan niet door.
Met een arbeidsbeperking wordt bedoeld dat iemand door ziekte of een gebrek belemmerd wordt bij het verkrijgen van een baan of het verrichten van arbeid. Het hebben van een arbeidsbeperking hoeft nog niet te betekenen dat deze persoon niet aan het werk kan of slechts gedeeltelijk aan het werk kan.
Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de Participatiewet. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking.
Een werkgever kan per 1 januari 2021 een loonkostenvoordeel (LKV) krijgen voor een werknemer die onder de doelgroep van de banenafspraak valt zolang hij bij hem in dienst is. Nu is de maximale duur nog drie jaar. Bovendien is op termijn geen doelgroepverklaring meer nodig.
Doelgroep van de banenafspraak
(Voormalige) leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) die zich schriftelijk hebben aangemeld bij UWV; Mensen met een Wsw-indicatie (sociale werkvoorziening); Wajongers met arbeidsvermogen.
Doelgroepverklaring LKV via UWV
Behoort uw werknemer tot een van de volgende doelgroepen? Dan geeft UWV de doelgroepverklaring af: Uw werknemer heeft een uitkering WW, WAO of WIA. Uw werknemer is opgenomen in het doelgroepregister.
Oudere werknemers zijn in tegenstelling tot veel jongere werknemers geen jobhoppers. Ze zijn loyaler en daardoor minder snel geneigd om van baan te wisselen. Dit draag bij aan je personeelsbehoud. Daardoor hoef je niet steeds op zoek naar een nieuwe werknemer, wat leidt tot een besparing op de wervingskosten.
Iedereen die 18 jaar of ouder is en een band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt kan straks subsidie aanvragen voor scholing gericht op eigen ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. Naar verwachting kunnen elk jaar 200.000 tot 300.000 werkenden en werkzoekenden van STAP gebruikmaken.
In het geval van loondispensatie bouwt een werknemer enkel pensioen op over het loon dat hij van jou als werkgever ontvangt. Hij krijgt dus geen pensioen over het aanvullende deel dat hij ontvangt middels de uitkering. Bij de loonkostensubsidie bouwt de werknemer pensioen op over het volledige loon.