Assertief zijn betekent opkomen voor jezelf zonder de gevoelens en belangen van een ander uit het oog te verliezen. Assertiviteit gaat over: 'Nee' zeggen. Grenzen stellen.
De kern van assertief gedrag is dat je voor jezelf durft op te komen, je eigen mening en je gevoel durft te uiten zonder je schuldig of onzeker te voelen en zonder daarbij de belangen van je gesprekspartner onnodig te schaden.
Wanneer je iemand vraagt wat assertiviteit is, dan krijg je meestal het woord 'zelfvertrouwen' als antwoord. Maar het is meer dan dat. Assertief zijn betekent eigenlijk opkomen voor jezelf met respect voor de andere.
Onder assertief gedrag vallen verschillende aspecten zoals je grenzen aangeven, voor jezelf opkomen en je gevoel uiten. Assertief zijn wordt gezien als een positieve gedraging. Daarom willen veel mensen assertief gedrag vertonen.
Je wordt overweldigd door de woorden van een ander, waardoor je met je mond vol tanden staat. Je mist de communicatieve vaardigheden om direct op de juiste manier te reageren. Vaak bedenk je pas achteraf wat je op dat moment had moeten zeggen.
Assertiviteit is een begrip uit de sociale psychologie dat gaat over de manier waarop je omgaat met andere mensen in sociale situaties. Een assertieve houding betekent opkomen voor jezelf en je eigen mening, rechten en standpunten zónder je gesprekspartner agressief te benaderen.
Niet assertief (of ook wel subassertief of manipulatief) gedrag laat je zien als je het nemen van beslissingen aan anderen overlaat of als je beslissingen erop gericht zijn om conflicten te vermijden. Subassertief gedrag is het niet kenbaar maken van je eigen wensen en behoeften.
Als je assertief gedrag vertoont kom je op voor jezelf, maar je houdt tegelijkertijd ook rekening met de belangen en gevoelens van anderen. Je geeft aan wat je wel en niet wil vanuit je eigen behoeften. Op tijd voor jezelf opkomen is proactief en dus goed.
Ontwikkelen van assertiviteit
Het opkomen voor jezelf is een belangrijke professionele vaardigheid. Je kunt je weerbaarheid verbeteren met een assertiviteitstraining. Mensen die hier grote moeite mee hebben noemen we subassertief. Wie juist doorslaat in assertiviteit noemen we agressief.
Je bent passief wanneer: je een knelpunt ziet maar je geen maatregelen neemt om ze op te lossen. je in beweging wordt gezet door anderen en wanneer je niet uit eigen initiatief zelf in beweging komt. je te snel genoegen neemt met situaties waar je eigenlijk geen genoegen mee zou moeten nemen.
Een assertief persoon is meestal weerbaar en laat niet met zich sollen. Het woord is ontleend aan het Engelse assertive, wat zoveel betekent als het hebben van een sterk zelfvertrouwen.
Wat is assertief? “Als je assertief adequaat reageert dan kom je op voor je eigen mening, rechten en standpunten zonder je gesprekspartners agressief te benaderen zodat zij in hun waarde blijven.” Best duidelijk, toch? Assertief is niet agressief.
De eerste stap om assertief te worden is vaststellen wat je echt belangrijk vind en nodig hebt in plaats van automatisch mee te gaan in wat anderen van je verwachten. Zorg er voor dat je weet wat je wilt. Als je dat hebt vastgesteld voor jezelf is het makkelijker om daar duidelijk over te zijn naar anderen.
Vaak durven mensen hun mening niet te zeggen omdat ze denken voor een ander. Wat er achter zit is vaak een angst voor afwijzing en tal van aannames en beschouwingen die in de meeste gevallen nergens op gebaseerd zijn.
Dát is empathie. Dát is de ander als een gelijke zien met eigenschappen die jou maar al te bekend zijn uit eigen ervaring. Dát is de ander als een bekende aanschouwen, als jezelf aanschouwen. Probeer vanuit die empathie ook te begrijpen waarom de ander zo reageert.
Wanneer je beter voor jezelf opkomt, bouw je meer zelfvertrouwen op, je voelt je minder snel aangevallen en je bespaart jezelf een hele hoop stress. Bovendien maakt het je een prettiger collega en het komt ook je relatie ten goede.
Net zoals trillen een fysiek signaal van irritatie is, kunnen andere bewegingen ook indicatief zijn voor opkomende agressieve uitingen. Voorbeelden hiervan zijn het schudden met een vinger of het hoofd, het ballen van een vuist, of rusteloos schuifelen met een voet.
Emotionele of geestelijke mishandeling
Van emotioneel of geestelijk geweld is bijvoorbeeld sprake als een volwassen persoon een kind regelmatig uitscheldt, vernedert of het kind opzettelijk bang maakt.
Verbale agressie – uitschelden, schreeuwen of zeer fel in discussie gaan. Ook discriminerende opmerkingen vallen hieronder. Verbale agressie kan zowel persoonlijk als telefonisch plaatsvinden. Fysieke agressie – schoppen, duwen, slaan, spugen, vernielen of beroven.