Kort antwoord: Sirius. Langer antwoord: Eigenlijk is de zon natuurlijk de helderste ster aan de hemel.
De ster Polaris is ook bekend als de Poolster, maar daar gaat verandering in komen. De naam Poolster hangt namelijk niet aan één bepaalde ster, maar aan de ster die zich het dichtst bij de hemelnoordpool bevindt. Momenteel bevindt Polaris – de huidige Poolster – zich op circa 1 graad van de hemelnoordpool.
De sterkste die we kennen is R136a1 in de Grote Magelhaense Wolk, een buursterrenstelsel van de Melkweg. Deze extreem zware ster heeft ongeveer zes miljoen keer zoveel lichtkracht als de zon.
De zon is veruit het belangrijkste hemellichaam in ons zonnestelsel. Niet alleen is ze het grootste (ze bevat 99.9 % van alle massa van het zonnestelsel) maar ze was ook cruciaal in het ontstaan van het zonnestelsel en in het ontstaan en onderhouden van leven op de aarde.
Sirius (alpha Canis Majoris) is de helderste ster van de nachtelijke sterrenhemel. Met een schijnbare helderheid van −1,46 is hij bijna dubbel zo helder als Canopus, de helderste ster na hem.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer. Je kan het heel goed vergelijken met een stuk ijzer dat opgewarmd wordt. Eerst kleurt dat rood, dan geel, dan wit en tenslotte blauw. Astronomen delen sterren in volgens de oppervlaktetemperatuur.
De Methusalem onder de sterren: astronomen ontdekken oudste ster ooit. Astronomen hebben de oudste ster ooit ontdekt. De ster ontstond kort na de oerknal, zo'n 13,7 miljard jaar geleden.
Het wintersterrenbeeld Orion is voor veel mensen het mooiste sterrenbeeld aan de hemel. Vooral de drie gordelsterren die op één lijn staan, zijn opvallend. De helderste sterren van een sterrenbeeld krijgen Griekse letters. De drie gordelsterren zijn delta, epsilon en zeta Orionis.
Sirius straalt ongeveer 25 keer zo veel licht uit als onze eigen zon. Er bestaan sterren met een nog veel grotere lichtkracht, maar Sirius staat ook nog eens vrij dichtbij, op een afstand van 'slechts' 8,6 lichtjaar (ongeveer 80 biljoen kilometer). Daardoor is hij de helderste ster aan de nachtelijke hemel.
Rond de ster die het dichtstbij de aarde staat, een kleine rode dwerg met de naam Proxima Centauri die zich op een afstand van 4,24 lichtjaar van de zon bevindt, draaien mogelijk niet één maar twee planeten.
De kosten voor een 'ster' zijn in de orde van € 15,00 tot € 100,00.
Ongeveer twaalf keer zo klein als onze zon. Dat is de kleinste ster die tot nu toe gevonden is. Wetenschappers van Cambridge University noemen hem EBLM J0555-57Ab. EBLM J0555-57Ab mag dan wel klein zijn, hij is wel tien keer zo groot als onze aarde.
De RMC 136a1is, voor zover nu bekend, de zwaarste ster. Deze ster is maar 30 keer zo groot als onze zon, maar wel 300 keer zo zwaar. Het zou zomaar kunnen dat een andere ster over een aantal jaar de grootste of de zwaarste is.
Gezien vanuit Nederland bevindt de Poolster zich niet recht boven ons hoofd, zoals op de noordpool het geval is. In plaats daarvan staat hij op circa 52º hoogte boven de noordelijke horizon. Maar de Poolster vormt nog steeds het schijnbare draaipunt van de hemelbol; zijn positie aan de hemel verandert niet.
Als een lichtstraal door die trillende lucht gaat, wordt het licht ietwat gebroken. Het resultaat is een fonkelende ster. Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren.
Sterren met een temperatuur van rond de 5000K hebben een oranje-achtige gloed, die naar geel verloopt voor hetere sterren. Rond 6000K zijn de sterren geel/wit van kleur. Sterren heter dan dat, rond 8000K, zijn wit. Hele hete sterren, met een oppervlaktetemperatuur van 10.000K of meer, zijn blauw-wit van kleur.
Als we voor het gemak aannemen dat een gemiddeld sterrenstelsel honderd miljard sterren telt, dan zijn er in het waarneembare heelal dus honderd miljard keer honderd miljard sterren. Dat zijn er tien triljard - een één met tweeëntwintig nullen.
De helderste 'ster' aan onze huidige avondhemel is eigenlijk geen ster, het is de planeet Venus, die kort na zonsondergang in het zuidwesten staat. Wat meer naar het zuiden, en vrij laag aan de hemel, staat Sirius, en dat is de helderste ster die je met het blote oog kan zien.
'Kleine sterren kunnen wel honderd miljard jaar oud worden.Grote worden 'maar' één miljard jaar oud. ' Het proces van verbranding duurt dus zelfs bij heel grote sterren nog ontzettend lang.
De kern van de ster bestaat nu voornamelijk uit helium. De zwaartekracht krijgt opnieuw vrij spel, en de ster begint verder ineen te krimpen. Na verloop van tijd lopen druk en temperatuur in de kern zo hoog op, dat heliumatomen nu gaan fuseren tot nóg zwaardere elementen, zoals koolstof.
Een ster is een bolvormig hemellichaam bestaande uit lichtgevend plasma met daarin voornamelijk (ongeveer 72% van de massa) waterstof en daarnaast ongeveer 26% helium. In sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden.
Deze kleuren worden bepaald door de temperatuur van de vlam. Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm.
Als een zwarte auto in de zon staat, wordt hij warm omdat de kleur zwart de energie van de zonnestralen opneemt. Wit blijft het koelst omdat het alle kleuren terugkaatst.
De kleur van de vlam hangt af van de temperatuur van de verbranding en het soort gas dat wordt verbrand. Een blauwe vlam ontstaat wanneer er voldoende zuurstof aanwezig is bij de verbranding van het gas. De blauwe kleur wordt veroorzaakt door de hoge temperatuur van de vlam, die kan oplopen tot wel 1500 graden Celsius.