Zone 1 is het minst koud. Daar kan het zo'n 3°C tot 4°C warmer zijn dan de ingestelde temperatuur. Dit is de juiste plaats voor producten in pot, dranken, gebak, kaas, boter en eieren. Zone 2 is het koudste deel van de koelkast en de beste plek voor de bederfelijkste waren of producten die bacteriegevoelig zijn.
De koudste plek is net boven de lades, namelijk in het midden achterin. Daar kun je het beste zuivel en vlees of vis bewaren. Houdbare producten zitten vaak in een potje en plaats je in de deur.
“Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
Vlees bewaart het best als je koelkast op 4 °C staat. Het schap onderaan de koelkast, boven de groentelades, is het meest fris. Leg daar je vlees(waren). Plaats nooit rauwe producten boven bereide producten.
Bovenste plank(en)
Op de bovenste plank van de koelkast is het, ten opzichte van de lagere planken, iets warmer. Hier kun je producten bewaren zoals kaas, yoghurt, vleeswaren en open potjes. Zet de open potjes vooraan op de plank, zo weet je wat je hebt staan!
Wat je wel kunt aanhouden is: hoe hoger de stand, hoe meer hij koelt. De beste temperatuur om je etenswaren te bewaren, is 4 °C. Als je je koelkast op een lage temperatuur zet, dan bederven producten minder snel en ook ziekteverwekkers groeien nauwelijks.
Maar er zijn ook veel modellen met een draaiknop met de standen 1 t/m 5. Hierbij is het zo dat de koelkast harder koelt op stand 5 en minder hard koelt op stand 1. Bij een draaiknop is het dus hoe hoger de stand, hoe kouder het wordt.
Heb je de gebruiksaanwijzing niet meer, dan kun je als vuistregel aanhouden dat de standenknop op ongeveer 60 procent van de maximale stand moet staan. Heb je dus een knop met vijf standen, dan zet je hem op 3. Over het algemeen geldt trouwens: hoe hoger het getal dat de stand aangeeft, hoe lager de temperatuur.
De vriezer indelen met bakken
Deel de vrieskist of lades logisch in en leg soortgelijke producten bij elkaar. Brood bij brood, groenten bij groenten. Leg al het vlees op één stapel en de restjes bij restjes. Dit kan je handig doen door doorzichtige bakjes in de vriezer te leggen.
Groenten bevatten veel vocht en zijn daarom gevoelig voor uitdroging. De groentelade zorgt ervoor dat de luchtvochtigheid hoger is dan in de rest van de koelkast, bewaar de groente dus bij voorkeur in de lade en in de originele verpakking.
Het meeste fruit blijft het langst goed in de koelkast: zoals appels en peren (2-4 weken), perziken en nectarines (3-7 dagen), kiwi (1-3 weken), druiven (7 dagen) en aardbeien, aalbessen, bramen, bosbessen, cranberries, frambozen, kersen en kruisbessen (1-3 dagen).
zuivel: bovenaan, de minst koude plaats. vlees, charcuterie, verpakte salades: net boven de groentelade (de koelste plaats) eieren en boter: in de deur (iets minder koud) groenten en fruit*: in de groentelade (iets vochtiger)
De gemiddelde koelkast wordt bij stand 2 ongeveer 7 graden. Bij stand vijf zal het rond het vriespunt uitkomen. Dit is bij een buiten temperatuur tot ongeveer 20 graden.
“Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
Een schone koelkast is beter voor de voedselveiligheid en het energieverbruik. Ook voorkom je zo dat er nare geurtjes ontstaan. Maak je koelkast daarom 1 keer per 3 maanden uitgebreid schoon.
De juiste stand voor de draaiknop van de koelkast
Let dan op: de draaiknop in je koelkast geeft namelijk níet de temperatuur weer van je koelkast. Over het algemeen geldt 'hoger getal = hogere stand = kouder' en 'lager getal = lagere stand = warmer'.”
Melk en andere zuivelproducten kun je het beste op de een na laagste plank bewaren en op de laagste plank horen vlees, vis en andere rauwe producten. Op de bovenste plank kun je het beste de dingen bewaren die niet meer gekookt hoeven te worden, denk hierbij aan restjes.
Als de deuren van de koelkast vaak worden geopend of niet goed zijn afgedicht, stroomt de warme lucht van buiten het apparaat in. Deze condensatie verandert dan in vocht of rijp. Dit kunt u voorkomen door de deur niet te vaak te openen of te lang open te laten staan.
7Verwijder karton
Zoals bijvoorbeeld de kartonnen verpakking rond yoghurtpotjes, want deze kunnen een soort van buffer vormen, waardoor de yoghurtpotjes zelf niet voldoende kunnen afkoelen. Karton kan trouwens ook besmettelijke micro-organismen overdragen op de etenswaren in de koelkast.
Mayonnaise, hollandaise, vla, meringue... Stuk voor stuk overleven ze de vrieskou niet. Ze schiften en krijgen een textuur die je spontaan doet walgen.