Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit.Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
pijn. hoesten. benauwd zijn. bloed in uw mond als u hoest.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Stervensfase of terminale fase
In deze fase verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Deze fase duurt meestal slechts enkele weken tot een paar dagen, de laatste dagen voor het overlijden.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Verschijnselen. Longmetastasen kunnen zonder klachten blijven, maar kunnen ook klachten geven zoals kortademigheid en hoesten al dan niet met het opgeven van bloed. Als u elders in het lichaam kanker heeft kan uw behandelend arts een longfoto laten maken om te kijken of u geen uitzaaiing in de longen heeft.
Overleving naar stadium
De gemiddelde 5-jaarsoverleving bedraagt 17%. Voor patiënten met diagnose in stadium 1 is dit echter veel hoger (53%). Voor patiënten met gevorderde longkanker bij diagnose (stadium 4) is de 5-jaarsoverleving slechts drie procent (zie onderstaand figuur, bron: NKR).
De long heeft geen pijnreceptoren, dus hebben mensen meestal geen klachten. De longvliezen en borstkaswand hebben wel pijnreceptoren. Als een tumor die organen ook aandoet, kan pijn ontstaan. Meestal zijn bloed ophoesten, pijnklachten, kortademigheid en gewichtsverlies redenen om naar de huisarts te gaan.
Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Een stervende is minder vaak en minder lang wakker. Hij/zij lijkt zich steeds meer terug te trekken uit het leven. U kunt merken dat uw naaste niet meer alles begrijpt van wat u zegt. Waarschijnlijk hoort uw naaste u wél, tot op het laatst.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Kort voor het overlijden houden ze vaak even op met ademhalen, soms zelfs wel een halve minuut.Dan slaken ze ineens een diepe zucht en ademen daarna weer verder. Het gezicht ziet er vaak heel rustig uit. Als de stervende toch onrustig of benauwd wordt, kan de arts rustgevende medicijnen geven.
De mediane overleving is 7 maanden, de eenjaarsoverleving 25%. De prognose is sterk afhankelijk van de performance score bij diagnose.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
Hoe kan ik longkanker herkennen? Longkanker geeft vaak pas in een laat stadium symptomen. Veel voorkomende klachten zijn: lang aanhoudende prikkelhoest, bloedspoortjes ophoesten, kortademigheid, luchtweginfecties die niet overgaan en pijn op de borst.
Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), waarin alle patiënten zijn opgenomen die in ons land zijn gediagnosticeerd met kanker.
Ongeveer 1 op de 5 mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker.Deze vorm van longkanker groeit heel snel. Ook verspreiden de kankercellen zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid.
Hierdoor komen patiënten vaak (te) laat bij een arts en wordt de diagnose longkanker ook (te) laat gesteld. De meest voorkomende symptomen bij longkanker zijn: Een hardnekkige prikkelhoest, die langer dan 9 weken aanhoudt. Bloed in het opgehoeste slijm (zonder dat er een aanleiding voor is.
Iemand die bijna sterft, heeft meestal minder behoefte om te eten en drinken. Daardoor valt hij of zij ook af, en verandert het gezicht (ingezakte wangen, teruggetrokken ogen, etc.). Doordat de stervende persoon minder drinkt, kunnen de mond en lippen droog worden. Soms heeft dit als bijwerking een slechte adem.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Als een kennis u vertelt dat ze stervende zijn (of u hoort dit van iemand anders) is het niet erg als u even niet weet wat u moet zeggen. Iets simpels zeggen of een klein gebaar is dan vaak genoeg. Het belangrijkste: wees eerlijk, oprecht en spreek vanuit het hart.