Wat is de kans op overlijden tijdens een operatie? Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Komt zelden tot uiterst zelden voor na een verdoving (1 op de 10.000 tot 1 op de 100.000), zowel bij algemene als regionale anesthesie. Een overlijden ten gevolge van een anesthesie is extreem zeldzaam en wordt bijna altijd veroorzaakt door een samenloop van meerdere verwikkelingen die tegelijkertijd voorkomen.
Anesthesiegerelateerde sterfte is sinds de jaren 70 vertienvoudigd. Deze daling is te danken aan vooruitgang in training, bewakingsapparatuur, veiligere medicijnen en verbeterde veiligheidsnormen. Het risico om te sterven door anesthesie is nu erg laag, geschat op ongeveer 1 op 100.000 tot 200.000 gevallen .
Anesthesie is tegenwoordig heel veilig en gaat ook bij oudere patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed. Maar direct na een narcose ben je niet meteen weer de oude. Als je bijkomt uit de anesthesie zijn er soms gevoelens van onrust, emoties en prikkelbaarheid.
Enkele veel voorkomende bijwerkingen na een algemene verdoving en sommige vormen van regionale anesthesie zijn: misselijkheid of braken. duizeligheid en gevoel van flauwte. gevoel van koude of rillingen.
Alleen water is toegestaan, tot twee uur voor de operatie. Kan ik wakker worden tijdens een operatie? Het tijdens een operatie bij bewustzijn komen en je dit later herinneren, wordt awareness genoemd. Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses.
Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
“Bij een algehele verdoving stop je met ademhalen en daarom krijg je een adembuisje in de luchtpijp, waar je overigens niets van voelt, en word je op de beademingsapparatuur aangesloten.
De meeste anesthesiemiddelen hebben een dempend effect op het hart waardoor de pompfunctie bij een al bestaande cardiomyopathie verder kan verslechteren. Ook kan een reeds bestaande geleidingsstoornis toenemen.
U kunt zich slaperig voelen en af en toe wegdromen. U kunt pijn krijgen in het geopereerde gebied als de verdoving uit is gewerkt. U kunt last hebben van misselijkheid, braken, keelpijn en heesheid. De verpleegkundige kan u een pijnstiller of middel tegen misselijkheid geven.
"Het is een omkeerbaar coma, maar het is desondanks een coma," zegt Emery Brown, hoogleraar anesthesiologie aan de Harvard Medical School en medeauteur van het artikel. Algehele anesthesie voor een grote operatie verlaagt de hersenactiviteit (gemeten met een elektro-encefalogram, of EEG) tot niveaus die vergelijkbaar zijn met hersenstamdood .
Meestal sterven mensen rustig. In gemiddeld twee tot drie dagen nemen hun krachten af, worden ze suffer en slapen ze meer, tot de slaap overgaat in de dood. Maar helaas gaat het niet altijd zo. Patiënten met kanker bijvoorbeeld hebben vaak pijn.
Daar waar vroeger het risico op overlijden rond 1 op 15.000 lag, is het nu teruggedrongen tot 1 op 400.000. Daarbij dient gesteld dat patiënten alsmaar ouder worden en vaak grote gezondheidsproblemen hebben en dat veel ingrijpender operaties kunnen worden uitgevoerd en dit alles met steeds minder risico.
Wat zijn de moeilijkste operaties die je uitvoert? “Van alle operaties die ik uitvoer zijn de slokdarmkan- keroperaties het lastigst en het zwaarst voor de patiënt.
Een narcose wordt vergeleken met een diepe slaap, maar dat klopt dus niet. In feite ben je in een diepe coma want het ademcentrum in de hersenen is uitgeschakeld. Sedatie kan je met een diepe slaap vergelijken want dan blijf je wel spontaan ademen.
Tijdens een gewone slaap zijn de hersenen, in tegenstelling tot tijdens een narcose, juist wel actief, waardoor je droomt. Dromen kan niet tijdens een narcose. Veel mensen zien op tegen een narcose. Ze hebben moeite om de regie uit handen te geven, of ze zijn bang voor dat er iets mis kan gaan.
De mogelijke bijwerkingen van een narcose zijn: Misselijkheid en braken. Allergische reacties. Spier- en rugpijn.
Moeilijkheden met plassenDe verdoving strekt zich uit tot de blaas. Het plassen kan daardoor moeilijker gaan dan normaal. Het kan nodig zijn de blaas met een katheter leeg te maken.
Veel mensen zijn bang dat de verdoving niet goed of te kort werkt. Het is goed om te weten dat alle verdoving uitvoerig wordt getest voor de behandeling start. Er wordt niet eerder aan de operatie begonnen voordat de anesthesist zeker weet dat deze goed functioneert. Ook angst voor de narcose komt veel voor.
Tijdens een algehele narcose ontspannen de spieren in uw lichaam, inclusief die rond uw keel en borst . Dit kan ertoe leiden dat uw luchtwegen geblokkeerd raken of uw ademhaling beperkt wordt.
Bijwerkingen en complicaties
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen, afhankelijk van de grootte van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
Bij huffen wordt -in tegenstelling tot bij het hoesten- eerst diep ingeademd en vervolgens, met open mond en open keel, krachtig uitgeademd. Deze techniek helpt om sputum uit de hogere luchtwegen richting de keel te verplaatsen zodat het kan worden uitgehoest of doorgeslikt.
Als een patiënt niet snel wakker wordt na algehele anesthesie, kan dat verschillende oorzaken hebben, waaronder medicatiegerelateerde bijwerkingen, neurologische aandoeningen of stofwisselingsstoornissen .
Iedereen kan onder narcose nog horen en gesproken taal begrijpen.
Tijdens de narcose, terwijl u diep slaapt, plaatsen wij een beademingsbuisje in uw keel omdat mensen tijdens narcose niet zelf ademen. Van dit buisje kunt u keelpijn/heesheid krijgen. Dit gaat meestal na enkele dagen over.