` 1) Bluffer 2) Botterik 3) Dikdoener 4) Filister 5) Hork 6) Hufter 7) Iemand uit een onbeschaafd milieu 8) Iemand van grote levensopvatting 9) Iemand zonder beschaving 10)...
het nadeel zelfst. naamw. Uitspraak: [ˈnadel] Verbuigingen: na|delen (meerv.) ongunstig gevolg van Voorbeeld: `nadeel ondervinden van de verbouwingswerkzaamheden`Antoniem: voordeel in het nadeel zijn (in een minder gunstige positie...
het voordeel zelfst. naamw. Uitspraak: ['vordel] Verbuigingen: voor|delen (meerv.) iets gunstigs of nuttigs, soms in vergelijking met iets anders Voorbeelden: `Een laptop biedt alleen maar voordelen.
Plebejers, proletariërs en patriciërs in de Romeinse Tijd
In de Romeinse Tijd gold een plebejer als iemand die tussen proletariërs (de armen, bezitslozen; letterlijk: proleten, die niets anders bezitten dan hun kinderen) en de patriciërs (de gegoede stand, de Romeinse adel) in zat.
Zij, die zóó weinig bezaten, dat zij niet eens in de laagste klassen vielen, werden proletariërs genoemd. Het woord is afgeleid van “proles” = nakomelingschap, daar zij alleen door hun kinderen (als soldaten) den staat van dienst konden zijn. Tegenwoordig noemt men proletariërs de armsten onder de arbeidende klasse.
Wat is Marxisme? De betekenis. Het Marxisme is een politiek-filosofisch systeem gebaseerd op de ideeën van Karl Marx en Friedrich Engels. De grondleggers van het Marxisme, het latere communisme, onderzochten het effect van kapitalisme op de arbeidersklasse en politieke en economische ontwikkelingen.
Het begrip is afgeleid het woord patricius uit het Latijn, ofwel patriciër, wat betekent: adellijk(e), eerbiedwaardige. Patriciër en patriciaat gaan als begrippen terug op pater: vader, beschermer, oudste.
Plebejers (Latijn: plebeius, afgeleid van plebs: volk, menigte) waren in de Romeinse maatschappij gewone burgers, niet-patriciërs, veelal boeren en vaklieden die, in tegenstelling tot de proletariërs (capite censi), grond bezaten. Plebejers hadden burgerrechten en werden door het Romeinse recht beschermd.
In het nieuwste 'Blauwe Boekje' staan genealogieën van dertien families: Cankrien, Greidanus (Van Wimersma Greidanus, Idema Greidanus), Heijse, Houben, Kersten, Laane, Van Lede, Noman (Van Haren Noman), Pigeaud, Rom (Scherpenhuijsen Rom), Scheidius, Smits (Smits van Oyen) en Thijssen (Heerkens Thijssen).
Een politicus of andere volksleider die, doorgaans met minder goede bedoelingen, door middel van retorische middelen, leugenachtige voorstellingen en valse leuzen de volksmassa opruit en in beweging brengt wordt ook wel een demagoog of volksmenner genoemd.
naamw. (m.) Uitspraak: ['pɑupər] Verbuigingen: pauper|s (meerv.) iemand die in een arm gezin geboren is en die er nooit in zal slagen enige welstand te bereiken Voorbeeld: `In India leven miljoenen paupers in krottenwijken.
Als iets je heel erg opwindt – dus ja, positief of negatief – ben je gewoon foxwild.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
Huisslaven. Sommige historici schatten dat van de 1 miljoen mensen die in de 1e eeuw na Christus in Rome woonden, 400.000 mensen slaaf waren. De Romeinen gebruikten hen voor allerlei taken. Zo werden ze bijvoorbeeld ingezet als schoonmaker, kok, verzorgingsslaaf of seksslaaf.
De senaat (Latijn: senatus) was een college van 100 tot 900 senatoren die het Romeinse staatshoofd assisteerden tijdens de periode van het Romeinse Rijk.
Wil je je familie in het blauwe boekje laten opnemen, neem dan contact op met het historisch bureau. Bij de uitgeverij kun je exemplaren van zowel het rode als het blauwe boekje bestellen. Wil je ze alleen inzien, dan kan je – als de studiezalen weer opengaan – beide publicaties aanvragen via CBG Bibliotheek.
Adel in Nederland
Nederland telt in 2019 ruim tienduizend mensen die een adellijke titel mogen dragen. Er zijn zeven titels in totaal. Van hoog naar laag: prins/prinses, hertog, hertogin, markies, markiezin, graaf/gravin, burggraaf/burggravin, baron/barones, ridder.