Wat is arbeid? Arbeid is in de natuurkunde een maat voor het gedane werk of de geleverde inspanning van een krachtbron bij verplaatsing van een massa. Arbeid gaat altijd hand in hand met kracht. In het kort verricht een kracht arbeid als er met het uitoefenen van de kracht een verplaatsing gepaard gaat.
Werken is het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit. Werk kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn. In economisch verband spreekt men van arbeid.
Een aantal voorbeelden:
De kracht F=50 N en de totale afstand waarover deze kracht wordt uitgeoefent is 0,5 meter + 1 meter = 1,5 meter. Dit kunnen we invullen in de formule: W = 50N · 1,5m = 75J. De verrichte arbeid is dus 75 J.
De Arbeidstijdenwet zegt hierover: arbeid is elke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt. Dit geldt ook als de werkgever alleen de aanwezigheid van de werknemer vereist en er op dat moment strikt geen inspanning wordt verricht.
'Arbeid' heeft te maken met het biologische proces van het menselijk lichaam, 'werk' met de onnatuurlijkheid van het menselijk bestaan, en 'handelen' met de veelvormigheid van mensen. In onze moderne cultuur is arbeid dominant geworden. En arbeid staat in de ordening van Arendt het laagst.
Sociale contact: Arbeid biedt de mogelijkheid tot sociale contacten. Arbeid vindt meestal plaats in een arbeidsorganisatie, waardoor er contacten met collega's in of buiten het werk zijn. Werk is ook een belangrijke gesprekstof in de familie, in het gezin en in de buurt.
In de betekenis van 'arbeid' voor het eerst aangetroffen in het jaar 776. erfwoord: Middelnederlands werc, ontwikkeld uit Oergermaans *werkan, bij Indo-Europees *uerǵ- 'doen, maken, werken', waartoe ook behoren Oudbretons gwerg 'werkzaam', Oudgrieks érgon 'werk' en Avestisch varəza- 'het werken'.
Arbeid is een maat voor hoeveel moeite iets kost en is altijd gekoppeld aan een bepaalde kracht. De arbeid (W) die een kracht (F) verricht is gelijk aan de kracht keer de verplaatsing (s) die de kracht veroorzaakt (W=F·s).
De vraag op de arbeidsmarkt komt van werkgevers: zij vragen namelijk om arbeid. Je kunt zien hoe groot de vraag is door te kijken naar de werkgelegenheid: de hoeveelheid bezette banen plus het aantal openstaande vacatures. Het aanbod op de arbeidsmarkt komt van de beroepsbevolking: zij bieden namelijk hun arbeid aan.
Deze term betekent de «moeite, inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets te verrichten, te verkrijgen, of tot stand te brengen» (Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, elfde herziene druk, Utrecht/Antwerpen, verbo «Arbeid».)
als synoniem van een ander trefwoord: bezigheid (zn) : activiteit, affaire, ambacht, arbeid, bedrijvigheid, beroep, beslommering, dienst, emplooi, functie, inspanning, karweitje, occupatie, verrichting, werk, werkkring, werkzaamheid.
Een van de kenmerkende elementen van de arbeidsovereenkomst is, dat er sprake moet zijn van 'persoonlijke arbeid'. Dit betekent dat een werkgever van een werknemer mag verwachten dat hij de arbeid persoonlijk verricht. De werknemer zal zich niet door een ander kunnen laten vervangen.
Altijd als iets tegen een bepaalde kracht in wordt bewogen, wordt er door die kracht negatieve arbeid verricht; wordt iets met een kracht mee bewogen, dan is de door die kracht verrichte arbeid positief.
Aangezien arbeid kracht keer afstand is, is de eenheid van arbeid de Newtonmeter (Nm), wat gelijk is aan de eenheid Joule (J). Uit de eenheid van arbeid kunnen we dus afleiden dat arbeid gezien kan worden als de hoeveelheid energie die een kracht levert.
vraag naar arbeid: De totale vraag naar arbeidskrachten. De vraag naar arbeid bestaat uit de vraag naar werknemers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en de vacatures. werkgelegenheid: Het aantal feitelijk bezette banen in een land (arbeidsvolume). Het aantal personen dat een baan heeft.
De groep mensen die arbeiders vragen zijn de overheid en de werkgevers. Maar de vraag naar arbeid bestaat uit de werknemers, de zelfstandigen en de openstaande vacatures. Of het goed gaat met de vraag naar arbeid hangt af van de economie. Gaat het goed met de economie, dan zal er ook veel vraag zijn.
Arbeid leveren is energie verbruiken. Dat zowel arbeid als energie scalaire grootheden zijn, beide uitgedrukt in dezelfde eenheid joule, is dan ook geen toeval. De kinetische energie is de energie die een massa bezit omwille van zijn (snelheid en dus) beweging.
Vermogen is een natuurkundige grootheid voor de energie (arbeid) per tijdseenheid. De SI-eenheid voor vermogen is de watt.
Op de kast werken krachten (duwkracht, wrijvingskracht, zwaartekracht en normaalkracht) en de verplaatsing is niet nul. Er wordt arbeid verricht door de krachten in de richting van de verplaatsing: De duwkracht en de wrijvingskracht.
Het woord arbeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Werk is van groot belang voor het welbevinden van het individu: het is de belangrijkste bron van inkomen, draagt bij aan sociale integratie en maatschappelijke participatie, biedt ontplooiingsmogelijkheden en levert politieke en maatschappelijke invloed op.
We kunnen ons dus indenken dat de eerste woordvorming zich op de volgende manieren kan hebben voorgedaan: als een spontane vorming als een kreet of schreeuw. als klanknabootsing. door omvorming en uitbreiding van bestaande stamwoorden en.
Omdat de eenheid van arbeid de Joule (J) is is de eenheid van energie ook de Joule.
Vrijwilligerswerk is werk dat u onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving.
de plaats of plaatsen waar u werkt;uw functie of het soort werk dat u doet;de datum van indiensttreding;de duur van het contract (bij een tijdelijk contract);