Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op. Uw hart wordt daardoor minder belast. De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.
Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
Hartfalen is een chronische aandoening, waarbij het hart het bloed niet goed meer kan rondpompen. Hierdoor kunnen verschillende klachten ontstaan, zoals kortademigheid en vermoeidheid. Chronisch wil zeggen dat het niet de genezen is.
Gezonde mensen hebben een ejectiefractie van 60 of 70 procent, maar een ejectiefractie van 40 procent is nog redelijk normaal. Bij een ejectiefractie van 30 procent gaat een dokter zeker aan hartfalen denken. Uit het aanvullende onderzoek moet dan blijken of er inderdaad sprake is van hartfalen.
Bij hartfalen pompt het hart niet genoeg bloed door het lichaam. Hierdoor kan het lichaam niet meer goed vocht uit het lichaam verwijderen. Vooral de longen, buik, benen en enkels houden vocht vast. Ook krijgen de spieren en organen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen.
Chronische ziekte
De behandeling is er meestal op gericht het proces van verzwakking te vertragen of een halt toe te roepen. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer even krachtig als vanouds. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling.
Slechts een minderheid van de patiënten met vergevorderd hartfalen maakt een duidelijke terminale fase door, die eindigt met overlijden door progressief hartfalen. Bij de meeste patiënten is het beloop van de ziekte onzeker en kan het leven op andere manieren eindigen.
Gezonde mensen hebben een ejectiefractie van 60 tot 70%. Bij hartfalen is de ejectiefractie vaak sterk afgenomen. Een ejectiefractie van 40% of minder is een teken van hartfalen.
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de pompkracht van het hart. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.
Uiteindelijk kan het uw levensduur verkorten. De progressie van hartfalen is onvoorspelbaar en varieert van persoon tot persoon. In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren. Soms nemen de ernst en de symptomen geleidelijk toe.
Meestal wordt patiënten met hartfalen gematigd intensieve cardiotraining op een constant niveau aangeraden, zoals fietsen, wandelen of zwemmen. Uit onderzoek blijkt dat een stevige intervaltraining nog beter werkt. Bij stabiele patiënten met systolisch hartfalen verhoogt dit de maximale zuurstofopname meer.
De cardioloog zal een echocardiografie verrichten om de knijpkracht (of pompfunctie) van het hart in beeld te brengen. Tevens zullen alle hartkleppen worden bekeken. Eventueel zal een hart-MRI moeten worden uitgevoerd om hartfalen aan te tonen en om meer te weten over de oorzaak van reeds aangetoond hartfalen.
Bij hartfalen krijg je altijd medicijnen om je hart weer beter te laten werken. De medicijnen verlagen de kans op een ziekenhuisopname of overlijden. Ze ondersteunen het hart, zodat het niet of minder snel achteruit gaat. Hierdoor nemen je klachten af.
Hypertensie (Hoge bloeddruk)
Bij een hoge bloeddruk moet het hart tegen een hoge druk in pompen. De hartspier wordt daardoor dikker. Op den duur wordt een dikke hartspier stijver en minder soepel en neemt de pompkracht af. Hierdoor kan hartfalen ontstaan.
Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout. Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken.
Bij ernstig hartfalen kan uw hart al bij heel weinig inspanning niet meer zorgen voor genoeg zuurstof en voeding. De bloedvaten raken vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
De helft van alle patiënten (gemiddelde leeftijd 62 jaar) overschatte zijn levensverwachting met maar liefst 40 procent. Onderzoek wijst uit dat de mediane levensverwachting vijf jaar bedraagt (dan is nog 50% van alle patiënten in leven).
Deze meting gebeurt met behulp van een zeer kleine hoeveelheid radioactieve stof. Nadat deze stof via een injectie is toegediend, ontstaat in het bloed een kleine hoeveelheid straling. Een speciale camera (de gammacamera) registreert deze straling en verwerkt deze tot een zichtbaar beeld.
De cardioloog en jij hebben gesproken over je hartfalen waarvoor geen behandeling meer mogelijk is. Dit noemen we terminaal hartfalen.
Eenmaal afgestorven hartcellen vormen zich in het volwassen hart niet opnieuw, waardoor het hart niet voldoende kan herstellen na een hartaanval of andere beschadiging. De harten van pasgeboren baby's daarentegen zijn beter in staat zichzelf te repareren door nieuwe hartspiercellen te vormen.
Soorten hartfalen
Hartfalen kan acuut of chronisch zijn. De symptomen zijn gelijkaardig, maar: bij acuut hartfalen treden ze plots op en nemen ze snel toe: Dat kan zonder duidelijke oorzaak gebeuren, maar meestal is er al chronisch hartfalen aanwezig.
Patiënten overlijden dan aan snelle kamerritmen, kamerfibrilleren en trage hartritmen, die overgaan in asystolie (onvoldoende samentrekking van de hartspier).