Zelf doen. Ook jij kunt insecten een handje helpen in je eigen tuin! Haal tegels weg en plant bloeiende inheemse bloemen in je tuin, laat een plukje brandnetels staan, gebruik geen gif (ook niet tegen de buxusmot!), laat een stukje grond (zand) kaal, laat rommelhoekjes staan, en schoffel en spit niet te veel.
Insecten zijn namelijk ontzettend belangrijk om onze ecosystemen gezond en draaiende te houden. Het feit dat zo'n 60% van alle organismen op aarde insecten zijn, maakt dat ze een cruciale rol spelen in het voedselweb van een grote hoeveelheid andere dieren.
Vlinders en andere insecten voeden zich vooral met nectar. Plant daarom vooral bloemen die veel nectar produceren, zoals koninginnenkruid, wilde marjolein, slangenkruid of kattenstaart. Dode takken of stammen moet je niet meteen verbranden of weggooien.
Insecten hebben allemaal hetzelfde bouwplan: ze hebben een kop, een borststuk, een achterlijf, zes poten en meestal twee paar vleugels.Rondom het lichaam hebben ze een goede bescherming: het exoskelet . Met deze lichaamsbouw kunnen insecten enorm veel: zwemmen, vliegen, springen, graven en lopen.
Insecten bestuiven veel van ons fruit, bloemen en groenten . We zouden niet veel van de producten hebben waar we van genieten en waar we op vertrouwen zonder de bestuivingsdiensten van insecten, om nog maar te zwijgen van honing, bijenwas, zijde en andere nuttige producten die insecten leveren. Insecten voeden zich met een schijnbaar eindeloze reeks aan voedsel.
Insecten zijn eenvoudig van andere geleedpotigen te onderscheiden door hun lichaamskenmerken. De lichaamsvormen binnen het insectenrijk zijn heel verschillend maar ze hebben echter altijd een lichaam dat de verdelen is in drie delen: de kop, het borststuk en het achterlijf.
Maai (een deel van) je gazon minder vaak: een grasmat met hoger gras en bloeiende bloemen zorgt voor voedsel en beschutting voor insecten, zoals bijen en vlinders. Zorg dat insecten in je tuin kunnen nestelen door rommelhoekjes te maken in de tuin. Bijen help je ook met wat kale grond of een bakje leem.
Veel insecten, zoals bijen en vlinders, drinken nectar uit bloemen, maar hebben ook water nodig om te overleven. Kortom, water is een belangrijk onderdeel van het ecosysteem en kan een groot effect hebben op het insectenleven in je tuin.
Koud water: Besproei je kamerplanten en tuinplanten regelmatig met koud water, daarmee spoel je insecten weg. Insecten direct verwijderen: Kijk regelmatig de planten in de tuin na en verwijder direct gevonden insecten. Vogelhuisje en vogelvoer: Lok extra veel vogels naar jouw tuin met vogelvoer en/of een vogelhuisje.
Waterbronnen : Achtertuinen met waterpartijen zoals vogelbaden, vijvers of zelfs stilstaand water in containers kunnen insecten aantrekken. Muggen hebben bijvoorbeeld water nodig om te broeden, dus stilstaand water in een achtertuin kan een broedplaats voor ze worden.
Voor de fruitteelt zijn de volgende nuttige insecten van belang: Mieren, bijen, wespen, hommels, oorwormen, zweefvliegen, sluipwespen, bepaalde soorten kevers waaronder het lieveheersbeestje en de loopkevers, en sommige wantsen.
Dit zijn bloemen waar insecten dol op zijn: wilde kamperfoelie, lavendel, marjolein, tijm, salie, ijzerhard, kruipend zenegroen, herfstaster, koninginnekruid, adderwortel, hemelsleutel, zonnehoed, valeriaan, klimop, paardenbloem, grote teunisbloem, look-zonder-look, kaasjeskruid, kattenstaart, teunisbloem, kogeldistel ...
Wespen zijn erg nuttige dieren. Zo bestuiven ze allerlei planten tijdens hun zoektocht naar nectar. Ook zijn het echte opruimers, ze helpen bij het opruimen van kadavers. Tot slot vangen wespen vliegen, dazen en muggen, hiermee helpen ze een insectenplaag te voorkomen.
De mug dient als voedsel voor andere dieren, de larven houden het water waarin zij opgroeien schoon en de wetenschap ontwikkelt medicatie door van muggen te leren. Steekmuggen kunnen dodelijke ziekten overdragen, zoals malaria en het westnijlvirus. Dat zijn ziekten die jaarlijks miljoenen mensen treffen.
Insecten hebben net als elk ander dier voedingsstoffen nodig
Sommige bijtende insecten, zoals muggen, bedwantsen en teken, geven de voorkeur aan bloed . Andere insecten zijn tevreden met het kauwen op bladeren (vers of niet) en het zuigen op plantensap. Sommige insecten zijn roofdieren, koningen van hun eigen jungles.
Het dieet van insecten is afhankelijk van de soort. Ongeveer de helft van de insecten eet plantaardig materiaal of drinkt plantensap. Volgroeide huisvliegen eten helemaal niet en sterven van de honger. Vaak eindigen ze echter als voedsel voordat de hongerdood optreedt.
Het zijn namelijk koudbloedige dieren die zichzelf niet warm kunnen houden. Hun lichaamstemperatuur past zich aan, aan de temperatuur van hun omgeving. Om te kunnen groeien, vliegen en paren hebben ze veel energie nodig: die krijgen ze van warmte en voedsel. Vandaar dat ze in de zomer zo actief zijn.
Ze zijn de opruimers van de natuur, zijn zelf voedsel voor veel andere dieren, en sommige soorten zijn essentieel voor de bestuiving van onze groente- en fruitgewassen. Zij zijn daarom ook een belangrijke schakel in allerlei voedselketens.
Insecten hebben ook een hoog gehalte aan enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren; ze zijn rijk aan sporenelementen zoals koper, ijzer, magnesium, mangaan, fosfor, selenium en zink, evenals aan vitamines zoals riboflavine, pantotheenzuur, biotine en in sommige gevallen foliumzuur [15].
Ze leggen eitjes in de gaatjes die voorhanden zijn, een sleutelgat, een gaatje in een steen of het afvoergaatje voor condenswater in de ramen, enz. en kleven dan dat gaatje dicht om het larfje te laten verpoppen. Ze zijn totaal niet agressief.
Volgens de Wet op dierproeven valt onderzoek met ongewervelde dieren, zoals insecten, kreeften en zeesterren, niet onder proefdieronderzoek. De wet beschouwt ongewervelde dieren -die geen ruggengraat hebben- als dieren zonder een (grote) hersencapaciteit, die ook geen stress of pijn ervaren.
De bloedsomloop komt bij insecten tot stand door de werking van een aan de rugzijde gelegen groot bloedvat, dat loopt van de kop tot in het achterlijf. Het nauwere, voorste deel, in de kop, wordt aangeduid als de aorta. Het achterste, dikkere deel in borst en achterlijf noemen we het hart.
Strikt genomen is een insect een insect in de groep Hemiptera – het moet stekende monddelen hebben . Cicaden zijn Hemiptera, maar spinnen niet. Vaak betekent 'bug' echter een griezelig kruipend wezen in alledaagse conversatie. Het verwijst naar landgeleedpotigen met minstens zes poten, zoals insecten, spinnen en duizendpoten.