Is de schaal 1 : 50 dan is het model 50 keer kleiner dan in werkelijkheid. Wil je de maten van het model weten, dan deel je de echte maten door 50. Vandaar het deelteken.
Van breuk naar procenten
Dus: 1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %
Gebruik de verhouding 1:40 (1 deel olie op 40 delen benzine). Als vuistregel telt u dus voor 1 liter benzine zo'n 0,025 liter (25 ml) synthetische olie.
4 cm op de tekening is 80 cm in werkelijkheid. De verhouding is 4 : 80. Als je beide getallen door 4 deelt, heb je de schaal. De schaal is 1:20.
Een schaal van 1 : 30 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 30x zo groot is.
Schaalmodellen worden veelal aangeduid met een / (1/16) of : (1:16). De schaal probeert de verhouding aan te geven tussen het schaalmodel en de originele tractor. De lengte of de breedte van een Bruder tractor met de schaal 1:16 is 16 keer kleiner dan bij de originele tractor.
Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld. Dus stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is.
Bij een mengverhouding van 1:25 betekent dit dus dat je 1 liter olie met 25 liter benzine moet mengen.
De schaal wordt vaak geschreven als breuk met ":" als delingssymbool. Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
De verhouding 2 : 3 komt overeen met een breuk van 2/3. Dit geeft 0,6666... en afgerond is dat 0,667 op drie decimalen nauwkeurig. In procenten is dat 66,7%.
Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
Detailing guru. Ik snep het probleem niet, en het is ook geen probleem, het is gewoon heel simpel: 1:4 is 1 deel product op 4 delen water....
Visuele uitleg van de begrippen een derde en een kwart.
Je verdeelt één pannekoek onder drie kinderen. Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3.
Laten we het voorbeeld van 1:10 nemen, dus 1 deel product, 10delen water, maakt in totaal 11 delen. Je pakt dan de inhoud van de verpakking, bijvoorbeeld een 1 liter sprayer bottle van Chemical Guys. die 1 liter, (1000ml) die deel je door het aantal delen, hier dus 11. Dat maakt datn 1 deel gelijk is aan 90,9ml.
Voor de meeste nieuwe motoren wordt een mengverhouding van 1:50 geadviseerd, dit betekent 100 ml 2-taktolie op 5 liter E5. Voor oudere motoren wordt aangeraden om het mengsel wat rijker te smeren in een verhouding van 1:25 of 1:40. Schudt voor gebruik van de brandstof deze altijd even goed.
eigenlijk is het heel simpel. Wanneer er bijvoorbeeld 4:1 staat, betekent dit 4 delen water en 1 deel product. vb: voor 1 liter heb je 800 ml water en 200 ml product nodig.
1:55: De zogenaamde 3-inch-modellen. Deze schaal en ook 1:64, 1:72 en alles wat daartussen lag werd veel gebruikt voor speelgoedautootjes.
Schaal 1:43 - De meest populaire schaal voor diecast modelauto's en traditioneel bekend als de "Collectors Scale". Het is ongeveer 4 inches (10,16 cm) lang. Schaal 1:50 - Populair formaat voor gegoten modellen van Europese fabrikanten voor bouwvoertuigen, torenkranen en vrachtwagenmodellen.