We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden. Aanzienlijke ondersteuning kan nodig zijn om te kunnen voldoen aan de sociale verwachtingen, werkgerelateerde zaken zoals planning, vervoer, gezondheid en geldbeheer.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Als mensen een laag IQ hebben, noemen we dit een verstandelijke beperking. Veel mensen met een laag IQ redden zich goed zelf, we noemen dit dan een lichte verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een lichte verstandelijke beperking vinden een aantal dingen wél vaak moeilijk. Het oplossen van problemen is moeilijk.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115. Hoe verder je van het gemiddelde IQ afwijkt des te lastiger het wordt om je IQ door middel van een intelligentietest vast te stellen.
Hierbij betekent een laag IQ ofwel licht verstandelijk beperkt (50-70), of zwakbegaafd (70-85).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Bijvoorbeeld 'verstandelijke handicap, 'geestelijke handicap' of 'zwakzinnigheid'. Let op: een licht verstandelijke beperking is niet hetzelfde als 'zwakbegaafd'. 'Zwakbegaafd' wordt gebruikt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85. Een verstandelijke beperking kan licht, matig, ernstig of zeer ernstig zijn.
Wat houdt verstandelijk gehandicaptenzorg in? Mensen die verstandelijk gehandicaptenzorg nodig hebben, kunnen wonen in een instelling voor verstandelijk gehandicapten. Daar krijgen zij de (verpleegkundige) zorg en begeleiding die ze nodig hebben.
Het dier start zelf de meeste gespreken met mensen, zegt de Gorilla Foundation, die de gebarentaal leert aan gorilla's. Het iq van Koko is tussen de 70 en 95 op een menselijke schaal, waarop 100 'normaal' wordt geacht. De taalcapaciteiten van mensapen zijn gelijkaardig aan die van kleine kinderen.
Directe signalen
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
Ze kunnen anderen moeilijk lezen, niet goed begrijpen wat iemand bedoelt en zich ook minder goed verplaatsen in een ander. Als je niet goed aanvoelt wanneer anderen last van je kunnen hebben, heb je niet goed door dat je eigen gedrag niet handig is of dat je bepaalde dingen beter niet kunt doen.
Term uit de psychiatrie voor een verstandelijke handicap; begrip dat staat voor de problematiek van mensen met beperkte intellectuele vermogens (IQ minder dan 70).
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Het intelligentiequotiënt (IQ) is het getal waarin het resultaat van een intelligentietest wordt uitgedrukt. Dat getal is een relatief cijfer. Het geeft aan hoe goed iemand de intelligentietest heeft gemaakt in vergelijking met anderen.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid. Heb je een IQ dat tussen de 50 en de 70 ligt, dan heb je een lichte verstandelijke beperking. Tussen de 35 en de 50 is dit een matig verstandelijke beperking en bij een IQ dat onder de 35 ligt spreken we van ernstige verstandelijke beperking.
90 – 110: normaal.
Zwakbegaafdheid is een ander woord voor laagbegaafdheid. Iemand die zwakbegaafd is heeft moeite met leren en loopt qua ontwikkeling achter op zijn medemensen. Het tegenovergestelde is hoogbegaafd zijn.