Vermogen telt mee De eigen bijdrage voor 2023 is dus gebaseerd op het verzamelinkomen van 2021. Het CAK trekt van dat verzamelinkomen een paar posten af, zoals de betaalde belasting en een bedrag voor zak- en kleedgeld. Maar er is ook een bijtelling voor het spaargeld. Daarvan telt 4 procent mee als inkomen.
In de meeste gevallen kunnen uw kinderen hun deel pas opeisen wanneer u er als langstlevende partner niet meer bent. Dit maakt uw vermogen, en daarmee de eigen bijdrage, onnodig hoog. U kunt dit voorkomen door een AWBZ clausule in uw testament op te (laten) nemen.
Hoeveel spaargeld mag ik hebben in een verzorgingshuis? Als je spaargeld hoger wordt dan €31.747 (2023: €31.340) ga je een bijdrage betalen over je vermogen aan het verzorgingshuis.Heb je een partner?Dan is de grens €63.494 (2023: €62.680).
Als u alleenstaand bent mag u €31.140 spaargeld hebben voordat uw eigen bijdrage omhoog gaat. De eerste €31.140 is heffingsvrij. Voor echtparen ligt deze grens bij €62.280 in 2023. Heeft u minder dan dit bedrag, dan heeft het geen zin om uw vermogen te verminderen om zo uw eigen bijdrage proberen te verminderen.
Kosten particulier verzorgingshuis per maand in 2023
Anno 2023 liggen de prijzen gemiddeld tussen de €1.500 en €5.000 per maand en variëren per verzorgingshuis. De genoemde kosten betreffen de kosten voor het verblijf (woon- en servicekosten) en zijn exclusief de zorgkosten.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2021 een vrijstelling van 31.340 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Het vermogen boven € 30.846 telt wel mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we de grondslag sparen en beleggen. In 2022 telt 4% van de grondslag sparen en beleggen mee voor de eigen bijdrage. U vindt de grondslag sparen en beleggen op de aangifte inkomstenbelasting 2020.
Na drie jaar in het verzorgingshuis ziet de Belastingdienst uw huis niet meer als uw hoofdverblijf. Daardoor moet u de waarde van het huis opgeven in belastingbox 3 voor sparen en beleggen. Het gevolg is dat de waarde wel gaat meetellen voor uw eigen bijdrage en u bovendien vermogensheffing gaat betalen.
Woont u of uw partner in een zorginstelling en krijgt u of uw partner een AOW? Dan kunt u bij de SVB uw AOW voor gehuwden veranderen naar een AOW voor ongehuwden.Als u daarvoor kiest, dan krijgt u een hoger AOW-pensioen. Een AOW voor ongehuwden kan soms (grote) gevolgen hebben voor uw eigen bijdrage.
Wanneer uw partner langdurig in een verpleeghuis of een andere Wlz-instelling woont, kunt u kiezen voor AOW als alleenstaande. U blijft gewoon getrouwd, maar krijgt dan beiden AOW ter hoogte van 70% van het netto minimumloon.
Toetsbedrag voor vermogen
Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. In 2024 werken we met de toetsbedragen van € 31.747 (alleenstaand) en € 63.494 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
Heeft schenken zin bij opname verzorgingshuis? Ja, schenken heeft zin bij opname in een verzorgingshuis. Elke euro die je bij leven aan de kinderen geeft, kan later tot 20 cent erfbelasting besparen. En een lager vermogen scheelt ook in de eigen bijdrage en de Box 3 heffing.
Uw verblijf in een verpleeghuis wordt vergoed uit de Wet langdurige zorg (Wlz). U betaalt altijd een eigen bijdrage. Hoe hoog uw eigen bijdrage is, wordt vastgesteld door het Centraal Administratiekantoor (CAK). U betaalt de eigen bijdrage rechtstreeks aan het CAK.
Vermogen. Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. In 2024 werken we met een toetsbedrag van € 31.747 (alleenstaand) of € 63.494 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
Bel de huisarts en de familie. De huisarts moet de dood formeel vaststellen en heeft een Verklaring voor overlijden af (bestemd voor de gemeente) en het zogeheten B-formulier (voor het Centraal Bureau voor de Statistiek). Zorg er (samen met de familie) voor dat de overledene er netjes bijligt.
U houdt gewoon uw zorgtoeslag als u wordt opgenomen. Ook als u op het adres van de zorginstelling wordt ingeschreven. De adreswijziging hoeft u ook niet door te geven. Die krijgen wij door van de gemeente.
Kortom, om in aanmerking te komen voor een plek in een verzorgingshuis moet je een zorgindicatie hebben vanuit de Wet langdurige zorg, een bepaalde leeftijd hebben en moet er sprake zijn van een medische of psychische aandoening waardoor je niet meer zelfstandig kunt wonen.
Hoe hoog de toeslag is, hangt af van de huurprijs, jouw inkomen, leeftijd en hoe je woont. Als jouw vermogen te hoog is dan krijg je geen huurtoeslag. Het maakt voor het aanvragen van huurtoeslag niet uit of je een woning huurt van een verpleeg- of verzorgingshuis, een particulier of een woningcorporatie.
In een verpleeghuis wonen mensen die zwaardere zorg en ook behandeling en begeleiding nodig hebben. Verzorgingshuizen bestaan vrijwel niet meer. Voorheen woonden daar ouderen die niet meer zelfstandig thuis konden wonen maar (nog) geen behandeling of zware zorg nodig hadden.
Met een goed testament kunt u maximaal de helft van uw vermogen veiligstellen voor de eigen bijdrage in de zorg! De eigen bijdrage voor het verzorgings- of verpleeghuis kan oplopen tot ruim € 2.300 per maand. De kans is groot dat u uw vermogen moet gaan opeten om de eigen zorgbijdrage te betalen.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.575, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.150 (bedragen voor 2024). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
De eigen woning telt tot 2 jaar na uw opname in de zorginstelling niet mee voor het bepalen van uw eigen bijdrage voor de zorg. Als u de woning niet verkoopt voor 1-1-2021, telt uw woning op 1-1-2021 mee als box 3 vermogen.
Uit onderzoek van Zilveren Kruis (2021) volgt dat cliënten gemiddeld 2,3 jaar in een verpleeghuis verblijven. Bepalend voor de verblijfsduur is de doelgroep die in het verpleeghuis woont. Bij de doelgroep die hospicezorg nodig heeft gaat het om mensen in de laatste fase van hun leven.