Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af. Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen.
Maar omdat radiotherapie ook gezonde cellen beschadigt, is er een risico dat er opnieuw kanker ontstaat (het gaat hierbij niet om terugkeer van de oorspronkelijke tumor of uitzaaiingen daarvan).
Bestraling kan dan: de tumor kleiner maken, zodat de tumor de organen om de tumor heen niet meer in de weg zit. ervoor zorgen dat de tumor of de uitzaaiingen minder pijn doen. bloedingen stoppen die veroorzaakt worden door de tumor.
Hoe lang werkt de bestraling door? Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Meestal duurt het een aantal weken voordat de tumor op de bestraling reageert en je verbetering merkt. Soms worden je klachten eerst erger, voordat ze afnemen. Je arts of verpleegkundige zal hiervoor adviezen geven. Nemen je klachten na de behandeling niet af, ook niet na 4 tot 6 weken?
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden. Wees heel zuinig met vet en boter.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Soms wordt een desmoïd vanzelf kleiner of verdwijnt de tumor vanzelf. Daarom kan je arts voorstellen om eerst af te wachten en niet gelijk te behandelen. Dit heet ook wel 'afwachtend beleid'. Je komt dan regelmatig op controle.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Het effect heeft echter zijn limieten: sommige cellen weigeren koppig om af te sterven en zijn resistent tegen de behandeling. Sommige groeien na de bestraling zelfs uit tot nieuwe tumoren. De reden waarom sommige cellen resistent blijken, heeft de wetenschap altijd met verstomming geslagen.
Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%. Voorbeeld: de overleving van alle mensen met nierkanker, van 1 tot 5 jaar na de diagnose. Bij 1 jaar na de diagnose is 81% van de patiënten nog in leven.
Weefsels met cellen die snel delen, geven ook snel bijwerkingen. Vaak binnen een aantal weken. Gelukkig herstellen de gezonde cellen zich meestal binnen een aantal dagen tot weken, zodat bijwerkingen weer verdwijnen.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Bestraling en je spieren en gewrichten
Bijvoorbeeld je kaak, schouder, heup of knie. Daardoor kan het gewricht wat stijver worden. Ook spieren in bestraald gebied kunnen wat stijver worden. Soms kun je dan last krijgen van stijfheid en pijn, vooral bij opstarten van bewegingen.
Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien. Aangezien een niet effectief immuunsysteem bijdraagt aan een verhoogde kans op het krijgen van kanker of uitzaaiingen is dit in feite een ernstige bijwerking.
Gebieden die bestraald zijn, geven levenslang risico. Het gaat bijvoorbeeld om schade aan bloedvaten en spieren in het bestraalde gebied. Schade aan bloedvaten verhoogt de kans op aderverkalking en vernauwde bloedvaten. Bestraling verhoogt ook de kans op een nieuwe vorm van kanker.
Het klinkt te mooi om waar te zijn. En toch lijken wetenschappers het nu op het spoor te zijn. Ze hebben een antistofje ontdekt dat tumoren in de borst, eierstokken, blaas, hersenen, lever, dikke darm en prostaat laat verdwijnen of in ieder geval flink laat krimpen.
Soms is alleen bestraling nodig op het deel van je borst waar de tumor gezeten heeft. Dit hangt af van je leeftijd en kenmerken van de tumor. Je arts zal hier uitleg over geven. Soms zal de arts voorstellen om geen aanvullende behandeling met bestraling te doen.
Bijwerkingen van bestraling
Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. Veel voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, reactie van de huid, slikklachten, droge mond, misselijkheid, hinderlijke slijmvorming, diarree, minder zin in vrijen, onvruchtbaarheid.
Bestraling zelf doet geen pijn. Ook bestraling van binnenuit (brachytherapie) doet geen pijn. Bestraling kan wel bijwerkingen hebben die pijn doen, bijvoorbeeld darmkrampen of pijn in je mond. Je huid kan na een aantal keren ook gevoeliger worden en soms pijn gaan doen.
De meeste mensen worden uitwendig bestraald: daarbij komt de bestraling vanuit een machine buiten het lichaam. Na die uitwendige bestraling blijft er geen straling achter in het lichaam, ook niet in uw zweet, urine, ontlasting of sperma. U geeft ook geen straling af. Er is dus geen gevaar voor uw omgeving.