Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Multipele systeem atrofie (MSA)
Bij MSA krijg je meestal ernstige moeite met bewegen, praten, slikken, ademhalen en je evenwicht. Je bloeddruk wordt erg laag waardoor je kunt flauwvallen en de controle over je blaas verliest. Ook kun je stijve spieren en koude, paarse handen krijgen.
Het kan gaan om de laatste weken of maanden, maar bij mensen met Parkinson betreft deze periode doorgaans gemiddeld zo'n twee jaar.
Hoe u beweegt: beven, trage bewegingen, minder bewegingen, stijf zijn, anders lopen (schuifelen, wankelen, moeilijk kunnen afremmen als u loopt), moeite met fietsen, moeite met schrijven (heel klein en slordig gaan schijven), uw gezicht beweegt minder: uw gevoelens zijn minder goed te zien (maskergezicht).
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
Er bestaat helaas nog altijd geen medicijn dat de ziekte van parkinson kan stoppen of vertragen. Wel zijn er medicijnen die de symptomen van parkinson deels kunnen onderdrukken (bijvoorbeeld het trillen, of de traagheid). Mensen met parkinson moeten deze medicijnen de rest van hun leven dagelijks innemen.
Meestal begint de ziekte op latere leeftijd, tussen het 50e en 60e jaar. Ongeveer 10% van de patiënten is jonger dan veertig jaar. De ziekte van Parkinson is niet dodelijk, de gemiddelde levensverwachting is vrijwel even hoog als die van mensen die de ziekte niet hebben.
De leeftijd waarop motorische symptomen aanvangen ligt tussen 21 en 45 jaar. De voornaamste initiële motorische symptomen zijn stijfheid en pijnlijke krampen, die kunnen gevolgd worden door tremor, bradykinesie, moeilijk stappen, en vallen.
Voor mensen met de ziekte van Parkinson geldt dat zij rijgeschikt zijn voor de rijbewijzen A, B en BE (motorfiets, auto en auto met aanhanger, groep 1) als er geen relevante lichamelijk en of geestelijke functiebeperkingen zijn die interfereren met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
Zelfstandig blijven wonen is mogelijk, ook als er geen partner in huis is. Hoelang iemand met de ziekte van Parkinson zich alleenwonend kan redden, hangt grotendeels af van het tempo waaraan de ziekte evolueert.
Parkinson veroorzaakt traagheid in bewegen, in denken, handelen en communicatie. Onder tijdsdruk en stress verergert het. Tip: straal rust uit, doe kalm aan, neem uitgebreid de tijd en jaag de persoon niet op. Praat niet te snel en wacht rustig op een antwoord.
Wat we wel weten is dat een tekort aan de stof dopamine in de hersenen een groot deel van de problemen en symptomen van parkinson veroorzaakt. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).
Het kan gaan om de laatste weken of maanden, maar bij mensen met Parkinson betreft deze periode doorgaans gemiddeld zo'n twee jaar.
Parkinson verspreidt zich van cel tot cel in de hersenen langs kleine kanaaltjes. Piepkleine kanaaltjes tussen hersencellen zijn betrokken bij een pas ontdekt mechanisme waardoor de ziekte van Parkinson zich kan verspreiden doorheen de hersenen.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.