Het laat-pleniglaciaal (ongeveer vanaf 29 ka geleden) was een lange periode van extreme afkoeling, waarin op de breedtegraden rond de Noordzee nauwelijks meer vegetatie kon groeien. Vanaf 19 ka geleden wordt het klimaat wereldwijd geleidelijk warmer.
Eem-interglaciaal = Warme periode tussen Saalien en weichselien. Weichselien = Het geologisch tijdvak weichselien (Vlaanderen: Weichseliaan of Weichsel), ook wel Weichsel Glaciaal genoemd, is een etage van de serie Pleistoceen, die duurde van 116.000 tot 11.500 jaar geleden.
IJstijden hadden niet alleen in het noorden grote invloed. Over de hele wereld veranderde het klimaat. In Azie staken stofstormen op die voor de afzetting van loess (woestijnstof) in China zorgden. In de Amerikaanse woestijn ontstonden grote meren.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
De laatste ijstijd (Weichsel ijstijd) begon 110.000 jaar geleden. Ditmaal kwamen de ijsmassa's niet verder dan Hamburg. De gevolgen voor Twente waren er niet minder om. IJzige stormen veranderden Twente in een poolwoestijn.
Neanderthalers en mammoeten
Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen. Ze jaagden vooral op de mammoet.
Nu leven we weer in een tussen-ijstijd: het Holoceen. Klimatologen verwachten dat dit interglaciaal over ongeveer tienduizend jaar afloopt: er staat dan weer een nieuwe ijstijd voor de deur.
Als al het ijs op aarde smolt, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De zwaarst getroffen gebieden zouden Noord-Amerika en Europa zijn, waar hele stukken van de continenten zouden verdwijnen. Maar voordat zoiets gebeurt, moet de aardbol veel warmer zijn dan hij nu is.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
De dierenwereld
In Nederland leefden verschillende dieren tijdens de ijstijd. Paarden, herten, wolven, vogels, vissen, hyena's, marmotten, sneeuwuilen en poolvossen. Maar ook mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers. Die zijn nu uitgestorven.
Het einde van de ijstijd, twintigduizend jaar geleden, werd ingeluid door een kleine verandering in de baan van de aarde waardoor het noordelijk halfrond meer zonneschijn kreeg. Grote delen van het Noordpoolijs smolten en er stroomde veel zoet water de Atlantische Oceaan in.
Het einde van een ijstijd (de deglaciatie) valt vaak samen met een maximum in zonnestraling waardoor de inmiddels enorme ijskappen instabiel worden en versneld afsmelten.
de Kwartaire ijstijd, het huidige ijstijdvak.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur. De één-na-laatste ijstijd was zó koud dat gletsjers uit Scandinavië ook Nederland bedekten.
Zo stellen ze dat de Kleine IJstijd werd veroorzaakt door een uitzonderlijke grote uitstroom van zee-ijs dat in de jaren 1300 vanuit de Noordelijke IJszee naar de Noord-Atlantische Oceaan voer. En hierdoor koelde de wereld – op sommige plekken sterker dan op andere – af.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan. Dan breekt een lange ijstijd aan en groeien de aardse ijskappen flink.
Onderzoekers ontdekten dat de temperatuur van de laatste ijstijd ongeveer 7,8 graden Celsius was, wat kouder is dan wetenschappers tot nu toe schatten.
NOORDPOOL – “Rond 2050 zal het Noordpoolgebied in de zomer vrijwel geheel ijsvrij zijn. Er zal minder sneeuw vallen en het zal meer regenen. Zee-ijs afhankelijke soorten als de narwal en ijsbeer zullen hier veel minder voorkomen dan nu. De zeespiegel zal wereldwijd al met ongeveer 30 cm zijn gestegen.”
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
Dan zou je uitkomen op zo'n 75 meter zeespiegelstijging. Het werkelijke antwoord is lager, rond de 58 meter: 53 meter vanuit de Oost-Antarctische ijskap en 5 meter vanuit de West-Antarctische [1].
De ijstijden duurden gemiddeld ongeveer 80.000 jaar glaciaal en interglacialen ongeveer 20.000 jaar. Maar ook tijdens een glaciaal was het zeker niet voortdurend zeer koud. Een korte periode in een ijstijd waarin het relatief koud was, wordt een stadiaal genoemd.
Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
Een ijstijd is een periode waarin de gemiddelde temperatuur lager is dan de tijd ervoor en erna. Het is hele lange periode van ijzige kou. Een periode die wel 100.000 jaar kon duren! In de winter was het steenkoud, het vroor hard.