Maar wat merk je hier eigenlijk van? De ernst varieert sterk. In milde gevallen krijg je hoofdpijn, voel je je wat duizelig of krijg je huiduitslag. In ernstigere gevallen krijg je gewrichtspijn, kun je spasmes krijgen en flauwvallen of zelfs overlijden aan de ziekte.
Wanneer je dit te snel doet kan de verhouding tussen stikstof en zuurstof veranderen in je lichaam. Hoe dieper je gaat, hoe hoger de druk op je lichaam. Door deze druk ontstaan er meer opgeloste gasbellen dan gewoonlijk. Wanneer je te snel weer omhoog komen deze gasbellen vrij in je bloed en weefsel.
Dat wil dus wat zeggen over het aantal luchtmoleculen dat nodig is om hetzelfde volume te kunnen krijgen (de longen te kunnen vullen). Eenvoudig gesteld: je gaat daar 3,5 keer zo snel door je lucht heen. Wie duikt op veertig meter diepte gebruikt ongeveer 5 keer zo snel zijn lucht als aan de oppervlakte.
Caissonziekte, decompressieziekte of duikersziekte is een ziektebeeld dat zich kan voordoen bij mensen die, na onder verhoogde druk te hebben gewerkt, weer in een omgeving met een lagere druk terugkomen, zoals duikers of mensen in een vliegtuig na een snelle decompressie.
Het lichaam moet de opgenomen stikstof zelf uitwassen via de longen en dat kost tijd. Om decompressieziekte te voorkomen mag je dus min. 18 uur na de laatste duik niet vliegen. Nog beter is het om na een intensieve duikvakantie de eerst 24 uur niet te vliegen.
ALCOHOL BLIJFT VIJANDNUMMER 1
Alcoholconsumptie moet matig zijn, alleen 's avonds en 8 uur voor elke duik onderbroken.
Een klein deel van de stikstof wordt in het bloed opgenomen en opgeslagen in het lichaam. Het lichaam moet de opgenomen stikstof zelf uitwassen via de longen en dat kost tijd. Om decompressieziekte te voorkomen mag je dus min. 18 uur na de laatste duik niet vliegen.
Bij recreatief duiken kun je maximaal tot 40 meter diep duiken. Als basisduiker in open water is de limiet voor hoe diep je kunt duiken 18 meter. Als je dieper wilt duiken, adviseren we je om eerst een duikcursus voor gevorderden te volgen.
Het ademen onder water kost meer energie dan op de kant en tijdens de inspanning en stress van het duiken kan aderverkalking losschieten en een hartinfarct veroorzaken. Hart en longen krijgen het voor hun kiezen tijdens het duiken. Bij duikers met een verminderde reserve kan het dan misgaan.
Symptomen van decompressieziekte
In milde gevallen krijg je hoofdpijn, voel je je wat duizelig of krijg je huiduitslag. In ernstigere gevallen krijg je gewrichtspijn, kun je spasmes krijgen en flauwvallen of zelfs overlijden aan de ziekte. De symptomen treden soms al op tijdens de duik of enkele uren later.
Op tien meter diepte oefent het water een bijkomende druk uit van 100 kPa. Dat is ongeveer gelijk aan de normale luchtdruk. Bij iedere tien meter die je verder afdaalt, komt er 100 kPa bij.
Er kunnen echter ook minder duidelijke symptomen optreden die ook door de duiker niet altijd herkend worden. Vermoeidheid of een algeheel gevoel van malaise kan al duiden op een cerebrale vorm van decompressieziekte. Binnenoorsymptomen zijn duizeligheid, gehoorverlies, tinnitus, misselijkheid, braken en ataxie.
De nultijd is een maximale tijd die je op een diepte mag doorbrengen om een directe opstijging naar de oppervlakte te mogen maken. Of opstijgen naar jouw veiligheidsstop. Wanneer je binnen die maximale tijd duikt, hebt je geen complexe stops nodig om weer naar boven te mogen.
Duiken is een populaire vrijetijdsbesteding, het wordt in toenemende mate beoefend. Er zijn echter wel enkele risico's aan verbonden. Barotrauma, decompressieziekte en verdrinking door het bewustzijnsverlies onder water zijn de belangrijkste ongevallen die kunnen gebeuren. Water is veel zwaarder dan lucht.
Je gaat eerst rillen, krijgt kippenvel en krijgt een snellere hartslag. Daarna wordt je juist suffer, je hartslag daalt en je ademhaling gaat langzamer. Raak je onderkoeld, breek dan altijd je duik (of snorkelavontuur) voortijdig af! Het duiken met een droogpak vergt overigens ook bepaalde vaardigheden.
Duiken is niet moeilijk. Duiken is ook geen prestatie sport. Door het domweg te oefenen kan iedereen het duiken onder de knie krijgen. Het is wel zo dat de ene persoon meer moet oefenen dan de andere persoon maar uiteindelijk lukt het altijd.
Er kan zich altijd een moment voordoen dat je onder water moet hoesten, niezen, overgeven of duizelig wordt. Het is niet verstandig om als een speer naar de oppervlakte te gaan. Dus wat moet je dan wel doen? De lucht die je vanuit een duikfles ademt kan wat droog zijn, en soms moet je daardoor hoesten.
-percentage tot 28%: maximum diepte van 40 m. -percentage tot 32%: maximum diepte van 33 m. ∎ O2-percentage tot 36%: maximum diepte van 28 m. ∎ O2-percentage tot 40%: maximum diepte van 25 m.
Het advies is na drie tot vier duikdagen een dag niet te duiken om het lichaam weer even te laten bijkomen. In de regel doen heel weinig mensen dat. Mijn advies is om het aantal duiken te beperken tot drie, hooguit vier per dag. Dat is al een serieuze belasting voor het lichaam.
De maximale druk die een gezonde man kan ontwikkelen is ongeveer 200cmH2O of om en bij 20kPa (19.6kPa). Dit is maar 0.2 bar! Een geoefend trompetspeler komt niet verder dan 300cmH2O of 0.3 bar. Er is dus geen sprake van om met he longen en je ademspieren 1 bar lucht in een vat bij te pompen...
Het diepste punt is de Challengerdiepte: zo'n 10.925 meter. Die bevindt zich in de Marianentrog, een 2.500 km lange kloof in de zeebodem bij eilandengroep de Marianen.
William Trubridge heeft een nieuw wereldrecord neergezet. De Nieuw-Zeelander dook zonder zuurstofflessen naar een absurde diepte van 122 meter. De waaghals hield daarvoor bijna 4,5e minuut zijn adem in. Trubridge is de enige die zo gek is om dit te blijven doen: al 15 keer eerder had hij het wereldrecord in handen.
Decompressieziekte wordt veroorzaakt door het ontstaan van gasbellen in het bloed en in de weefsels. Hieraan liggen 2 verschillende oorzaken aan ten grondslag: de arteriële gasembolie en de stikstofgasgerelateerde decompressieziekte.
Na het duiken dien je minimaal 12 uur rust in acht te nemen voor wat betreft hoogteverschillen, je mag dan niet vliegen. Dit is nodig om er redelijk zeker van te zijn dat je geen last krijgt van decompressieziekte tijdens de vlucht met een verkeersvliegtuig.
Tijdens een decompressieduik stijgt de duiker via een aantal trappen (tussenstops) op naar de oppervlakte. Door middel van de specialisatie decompressieduiken leert u op een correcte manier decompressiestops te maken om zo het overschot aan stikstof uit uw weefsels af te voeren.