De nationale drank bij uitstek was bier. Werkelijk iedereen dronk het. Jong of oud, arm of rijk, een maaltijd zonder bier was ondenkbaar. Zelfs een begrafenis kon niet zonder.
Het was voor 1780 - 1800 gebruikelijk om deeg- en graanprodukten als basis van de voeding te gebruiken. Veelvuldig werd een plat brood als bord gebruikt. In het Diets werd zo'n brood een teller genoemd. Op de teller kwam vlees, vis of groente.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
In het binnenland aten ze zoetwatervis, zoals snoek, paling, karper, forel, steur en soms zelfs zalm. Omdat verse vis in de zomer moeilijk vervoerd kon worden, werd die soms gedroogd (stokvis) of gezouten. Op het schilderij rechts zie je mensen die hun werk op het land even onderbreken voor een maaltijd.
Het hoofdvoedsel in de 19e eeuw bestond uit aardappelen: gekookt of gebakken, als pap of stamppot of als beleg op brood, vaak op smaak gebracht met azijn en mosterd of met gebakken uien, bonen en wortels. Voor arme gezinnen was vlees te duur. Soms aten ze goedkoop vlees afkomstig van wrakke dieren.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Wat aten wij toen? Het eten was destijds goedkoop en simpel. De warme maaltijd bestond voornamelijk uit aardappelen, groente en (een klein beetje) vlees. Gerechten als stamppot, bruine bonensoep, watergruwel, hangop en rijstebrij waren aan de orde van de dag.
Maar het was niet tachtig jaar volop oorlog. In 1609 werd namelijk een bestand gesloten, waarbij de strijdende partijen afspraken de wapens (voorlopig) neer te leggen. Deze vrede duurde twaalf jaar en heet daarom het Twaalfjarig Bestand. Als we zo rekenen duurde de Tachtigjarige Oorlog dus 80-12 = 68 jaar.
Er werd weinig vlees, weinig suiker en weinig vet gegeten. In plaats daarvan kwam een voornamelijk plantaardig dieet van aardappelen, granen, peulvruchten, groenten en fruit, aangevuld met een beperkt aantal vetten.
De geuzen waren aanvankelijk Nederlandse edelen, tegenstanders van de Spaanse koning Filips II. Later verwees de term specifiek naar de strijders die te land (bosgeuzen, soms ook wilde geuzen) of te water (watergeuzen) het leger van de koning bevochten.
1850-1960: haute cuisine en smaakvervlakking
In de westerse landen is dit een periode waarin de hongersnood definitief wordt overwonnen. In deze periode eet de Nederlander twee keer per dag brood en één keer warm, meestal 's avonds. Naast brood is pap populair en de pannenkoek natuurlijk.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als kruiden werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
Nederlanders waren rond 1900 geen grote drinkers vergeleken met andere Europeanen. In de jaren 1900–1904 was het hoofdelijke gebruik van bier, wijn en gedistilleerd in ons land 5,6 liter pure alcohol.
Rijke en in de stad levende mensen hadden in de Middeleeuwen een grotere kans op loodvergiftiging. Tegenwoordig heeft rijkdom doorgaans een goede invloed op de gezondheid. Dankzij een goedgevulde portemonnee kun je sporten, gezond voedsel kopen en gaan wonen in een buurt met veel groen en weinig verkeer.
Toen aten Nederlanders gemiddeld 39,5 kilo vlees per persoon per jaar, ruim 20 kilo meer dan een halve eeuw ervoor. Sinds 2010 neemt de vleesconsumptie gemiddeld af, al stagneert het wat sinds 2016. Inmiddels noemt meer dan de helft van de Nederlanders zich flexitariër en zeggen steeds meer mensen minder vlees te eten.
Het devies was veel volkoren granen, aardappelen en peulvruchten in plaats van bijvoorbeeld witbrood en sla. De kookboekjes staan ook vol met bezuinigingstips: je thee vermalen tot gruis, meerdere keren koffie zetten van één zakje, een kwastje gebruiken om je pan te beboteren en een hooikist gebruiken om te koken.
Het Nederlandse leger is aanvankelijk de enige afnemer. Chocolade is voedzaam, lang houdbaar en daarom zeer geschikt voor het leger. De chocoladereep is 'het krachtvoedsel van het Nederlandse leger' en wordt in kazernes verkocht onder de naam 'manoeuvre chocolade'.
Iedereen die een radio had, bleef in het geheim naar Radio Oranje en de BBC luisteren. Bovendien verschenen er vanaf 1943 veel meer illegale krantjes, tijdschriften en andersoortig verzetsliteratuur.
Tijdens de 335 jaar die volgden na de Nederlandse oorlogsverklaring, werd er bij de Scilly-eilanden geen enkel schot gelost. Hiermee is de 335-jarige oorlog, ofwel de Scilly War, de langste oorlog uit de geschiedenis geworden zonder dodelijke slachtoffers.
Einde Opstand
Het leger van de Republiek boekte in de jaren daarna een aantal belangrijke overwinningen op het Spaanse leger. In 1648 werd de Vrede van Münster getekend en eindigde de Tachtigjarige Oorlog. De Republiek der Nederlanden was vanaf dan een onafhankelijke staat en werd internationaal erkend.
Het moorden en plunderen hield lang aan en uiteindelijk vielen er 1584 doden.
In de prijsbewuste jaren 70 braken de huismerken massaal door: cola-, sinas- en limedranken in glazen literflessen geproduceerd door bedrijven als Bavaria, Raak, Herschi, Limfa, Loots en Riedel. Op verjaardagen dronk de visite zoete witte wijn, bessenjenever, advocaat met slagroom of vruchtenbowl.
Aardappel, vlees, groente
Volgens het programma Andere tijden had in de jaren 60, 90 procent van de huishoudens geen koelkast, ging 80 procent van de mensen niet uit eten en waren groenten en fruit uit blik hartstikke populair. Elke dag stond er bijna hetzelfde op het menu: aardappel, vlees, groente.
Vroeger toen alles beter was, aten mensen stukken minder vlees. Veel vlees eten is een typisch teken van welvaart. Lekkers was alleen voor de zondag, zoals vla in plaats van pap en iets lekkers bij de koffie. Brood was basisvoedsel.