Zo rond 1900 was de mode totaal anders. Lange rokken, gedragen met hooggesloten blouses en natuurlijk kon het korset met walvisbaleinen niet ontbreken. Elke fatsoenlijke vrouw droeg een korset. Vrouwen uit de arbeidersklasse droegen geen korset.
De man in driedelig zwart
Na 1850 kleedde de man zich in driedelig zwart met lange broek. De snit was afkomstig van de Engelse meesterkleermakers. Gekleurde kleding en kuitbroeken werden dan alleen nog door het personeel gedragen of als statie- of galakleding bij officiële gelegenheden.
De mannen droegen vaak redelijk korte broeken en eenvoudige jasjes. De vrouwen droegen lange jurken met schorten erover. Sieraden waren zeldzaam: vaak bleef het bij een trouwring. Een jurk uit de achttiende eeuw.
Begin 19e eeuw gingen de vrouwen nog steeds deftig gekleed door het leven. De jurken kwamen nog steeds tot aan de enkels, maar de tailles werden smaller en de schouders bloter. Vanaf 1833 zien we de rokken weer breder worden. Er werd gewerkt met verschillende lagen, strikken en enorme hoepels.
Vrouwen droegen vaak kleine hoeden die net om de hoofd heen pasten, clochehoeden genaamd. 's Avonds droegen vrouwen opvallendere hoeden die waren versierd met glasparels. Andere veel geziene accessoires van deze tijd zijn het sigarettenpijpje, lange sjaals en kettingen.
De heren-garderobe bestond in de meeste gevallen uit een verzameling van keurige maatpakken, leren Oxford veterschoenen en een of meerdere vilten hoeden. Mannen uit de lagere klassen in de samenleving droegen meestal rubberen overjassen over een flanellen overhemd en overall van spijkerstof.
De pruikentijd was een periode in de achttiende eeuw waarin het mode was in de deftige kringen om een pruik te dragen. Zowel mannen als vrouwen kleedden zich zeer opzichtig met veel make-up, maar ook met kleding met kant, gouddraad, gespen en strikken; ook was het dragen van schoeisel met hoge hakken zeer populair.
De kleding van de vrouwen is gemaakt van soepele stoffen, zoals satijn, linnen en wol. Hun kleren zijn versiert met kant, fluweel en hebben veel kleur. Het katoen voor de mantels is vaak mooi bedrukt. De meeste kleren zijn in de kleuren rood, blauw en goud gemaakt.
De roze kleding voor mannen kun je uitstekend dragen als een statement. Je gebruikt daarvoor een klassiek overhemd, bijvoorbeeld met korte mouwen voor de zomer. Eventueel te combineren met een opvallende print, waarmee je het een beetje over-the-top tilt om het statement kracht bij te kunnen zetten.
De eeuw eindigde met een eclectische mode, vol subculturen en modes voor de eeuwige jeugdigen, waarbij spijkerbroeken en zelfs couture-joggingpakken salonfähig zijn, en sneakers zowel aan mannen als vrouwen voor alle gelegenheden maximaal comfort bieden.
Aan het einde van de 17de eeuw droeg de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) lange pruiken met weelderige krullen. Dus schoor iedere modegevoelige man in Europa het haar kort en spoedde zich naar de pruikenmaker voor zo'n zelfde 'allongepruik'. Zo begon de pruikentijd die tot in de 19de eeuw zou duren.
Mannen droegen bijvoorbeeld nog altijd spijkerbroeken met een hoge taille in combinatie met een bijpassend spijkerjasje. Ook droegen jongens en mannen vaak een polo met afwijkende kleur kraag, leren jacks en t-shirts.
In de jaren '30 raakte het gangster-kostuum populair, en droegen mannen steeds meer pakken in wit, beige en kaki. De hoogwater-pantalon die tegenwoordig populair is, stapte hier ook in beeld. Pakken werden zeer ruim gesneden, en stropdassen werden populairder dan vlinderstrikken.
In tegenstelling tot de jaren '20, waren dameshoeden in de jaren '30 een stuk minder belangrijk. Het haar werd echter nog steeds vrij kort gedragen en bont en make-up waren behoorlijk populair. Een nieuwe trend die rond de jaren '30 ontstond was het borduren of graveren van initialen in kleding.
Mannen en vrouwen in het Romeinse Rijk droegen een tunica. De tunica was een lang kledingstuk van linnen, wol en/of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Bij de mannen hing de tunica op de knie, maar voor de vrouwen was deze langer.
Zij hadden niet genoeg geld om te leven, daarom gingen zij bedelen of zelfs stelen. Armen mensen moesten vaak hard werken voor weinig geld. Ze werkten 6 of soms wel 7 dagen per week, vaak verdienden ze dan nog steeds niet genoeg. Daarom werkten de kinderen vanaf 6 jaar ook, zij gingen dus niet naar school.
Onder de stola droeg de Romeinse vrouw een tunica. Vrijgelatene, slavinnen en meisjes droegen enkel dit kledingstuk, dat bij vrouwen gewoonlijk langer was dan bij mannen. Op reis en bij slecht weer droegen de vrouwen gelijkaardige schoudermantels en mantels, deels ook met kap, zoals de mannen.
In de jaren '20 ontstonden ook de eerste geboortekaartjes. Daar zag je voor het eerst de kleurverdeling: de meisjes geboortekaartjes kregen een roze kleur en die van de jongens kregen een blauwe kleur. Blauw werd toen gezien als de kleur van de bescherming en daarom gaven ze deze kleur aan jongetjes.
De kleur blauw
Blauw wordt beschouwd als gunstig voor de geest en het lichaam. Het vertraagt de menselijke stofwisseling en produceert een kalmerend effect. Blauw is een mannelijke kleur.
De kleding van de man bestond uit een chainse (een soort onderjurk), een overkleed en een mantel. Deze waren korter dan die van de vrouw. De mannen droegen ook kousen die omhoog gehouden werden door kruisbanden. De stoffen die ze gebruikten waren: wol, linnen en bont.
Overdag droegen vrouwen clochehoeden, de hoedrand diep over het gezicht getrokken en 's avonds werden mooi versierde tulen haarbanden gedragen, ook vaak afgezet met glasparels. De charleston was een geliefde dans in de roaring twenties en de schoenen waren indertijd dan ook bedoeld om mee te dansen.
Korte rokken, hoeden, kort haar, rode lipstick, charleston, colbertkostuums, Coco Chanel; sleutelwoorden die kenmerkend zijn voor de jaren 20 gaven het leven een nieuwe impuls na de Eerste Wereldoorlog. Jaren 20 kleding staat voor vrijheid, blijheid, optimisme en voorspoed.
De hakken werden hoger, stoffen doorschijnender en accessoires waren versierd met glitters en pailletten. Onder de sexy jurken, vaak met een decolleté aan zowel de voor- als achterkant, droegen de vrouwen zijden of satijnen lingerie, en ook kousen met jarretelles wonnen aan populariteit.