Morfine zorgt ervoor dat het 'bericht' in de hersenen niet of minder sterk aankomt. Hierdoor voelt u de pijn minder en reageert u er rustiger op.
Zoals bij bijna ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine. Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC. Vaak hebben zij drie tot vier organen die falen.
Morfine en morfineachtige pijnstillers kunnen bijwerkingen hebben, zoals verstopping, misselijkheid en overgeven, en sufheid. De meeste bijwerkingen gaan na een paar dagen tot weken vanzelf over. Wanneer de dosis verhoogd worden, komen deze bijwerkingen weer tijdelijk terug. Ook deze gaan weer over.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
De veronderstelling dat morfine levensverkortend werkt, is niet juist. Morfine wordt niet gegeven om de dood te bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, chronische ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen als pijnstiller worden voorgeschreven.
Volwassenen: Begindosering 10–30 mg 2×/dag, bij een lichaamsgewicht > 50 kg doorgaans 30 mg 2×/dag en bij een lichaamsgewicht < 50 kg, als ook bij ouderen, 20 mg 2×/dag; de dosering zo nodig verhogen met 30-50% op geleide van de pijn.
Morfine is een sterke pijnstiller. Na een operatie, bij een ernstige ziekte of bij benauwdheid wordt morfine vaak voorgeschreven. Er zijn veel verschillende manieren waarop morfine kan worden toegediend. Door morfine ervaart iemand minder pijn, maar het is wel een sterk middel.
Combinatie van pijnstillers
Morfine of morfineachtige pijnstillers kunnen gebruikt worden in combinatie met paracetamol. Helpt paracetamol in combinatie met zo'n zeer sterke pijnstiller onvoldoende, dan kan de arts je ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID) voorschrijven (zie eerder).
In dit verband is het belangrijk om te beseffen dat het uitdrogingsproces bij versterven niet lijdensvol is. Integendeel. Een patiënt die geleidelijk uitdroogt heeft in het algemeen weinig klachten.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
De richtlijnen schrijven 2,5 tot 5 milligram morfine voor als beginhoeveelheid om benauwdheid te bestrijden. Ik dien, als dat niet voldoende is, na vier uur weer 5 milligram toe. Ik dien nooit meer dan 20 milligram morfine toe. Als de benauwdheid blijft, krijgen patiënten meestal een permanent infuus.
Fentanyl is een zeer krachtige pijnstiller. Het medicijn behoort tot de klasse geneesmiddelen die morfine-achtige pijnstillers of opiaten worden genoemd. Fentanyl is een chemisch bewerkte variant van morfine en is zo'n 80 tot 100 keer sterker dan deze bekende pijnstiller.
Fentanyl, buprenorfine, oxycodon, hydromorfon, methadon of tapentadol. Deze medicijnen werken ongeveer even goed.
De zwaarste onder de soorten pijnstillers zijn de sterkwerkende opioïde pijnstillers zoals morfine zelf, oxycodon en fentanyl. Deze pijnstillers kunnen op verschillende manieren ingenomen worden.
Het middel is twee keer sterker dan morfine en dus ook extreem verslavend. Oxycodon werkt erg goed bij het onderdrukken van pijn, maar tolerantie treedt al snel op. Het afbouwen van oxycodon is daarom heel moeilijk als de pijn is geweken. Deze vorm van drugsverslaving noemen we een medicijnverslaving.
Ze werken allemaal ongeveer hetzelfde: ze remmen de pijngewaarwording in de hersenen. Ze hebben alleen geen ontstekingsremmend effect en de meeste werken ook niet bij zenuwpijn. Voorbeelden van opioïden zijn: tramadol, morfine, oxycodon of fentanyl.
Palliatieve sedatie en euthanasie
Palliatieve sedatie wordt wel ten onrechte verward met euthanasie. Palliatieve sedatie verlaagt het bewustzijn, terwijl euthanasie het leven beëindigt.
Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn. Patiëntenfederatie Nederland onderstreept het belang van duidelijke informatie voor patiënten en hun naasten.
Onrust en verwardheid
Het lijkt alsof iemand van alles beleeft of ziet, maar wat precies is niet duidelijk. Dit komt nogal eens voor in de laatste levensdagen en vooral in de laatste uren. Vaak maakt de stervende kleine (hand)bewegingen, alsof hij iets wil plukken of aanwijzen.
Als dit proces echter gepaard gaat met goede begeleiding en verzorging, kan het tot een rustige en zachte dood leiden. Dat heeft het menselijk lichaam grotendeels aan zichzelf te danken: door te vasten maakt het lichaam endorfine aan. Dit zorgt voor een prettig gevoel. Op den duur komt daar een zekere sufheid bij.
De persoon verliest stap voor stap het bewustzijn, kan onrustig worden of gaan hallucineren. Hierdoor gedraagt je dierbare zich anders dan normaal. Hij of zij kan bijvoorbeeld veel gebaren maken met de handen, terwijl deze niet goed te begrijpen zijn voor de naasten.
Minder goed kunnen horen of zien
Gehoor en zicht nemen af. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Iets terugzeggen is moeilijker. Een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht lukt vaak nog wel.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.