De neuroloog wil weten welke klachten u heeft, hoe lang u deze heeft en hoeveel last u ervan heeft. De neuroloog vraagt ook welke medicijnen u gebruikt. Soms kunnen medicijnen namelijk klachten geven die lijken op de ziekte van Parkinson. De neuroloog wil ook zien hoe u beweegt.
Met functionele MRI kan je naar hersenactiviteit kijken. Hierbij vonden we in diverse hersengebieden verlaagde of verhoogde hersenactiviteit in rust bij patiënten met de ziekte van Parkinson ten opzichte van gezonde controlepersonen.
De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte. Bij deze ziekte vindt er degeneratie, een soort afbraakproces, plaats in een bepaald gebied in de hersenen. In deze gebieden bevinden zich de zenuwcellen die van vitaal belang zijn voor het soepel verlopen van bewegingen.
Dyskinesie verergert na het eten van voedsel dat rijk is aan koolhydraten en suiker. Koolhydraten zijn echter broodnodig om het lichaamsgewicht en het energieniveau te handhaven.
Parkinson herken je ook aan de aparte manier waarop je beweegt. Tijdens het lopen kun je meer gaan sloffen en schuifelen en meer voorovergebogen lopen. Soms blokkeren je voeten plotseling tijdens het lopen ('Freezing of gait'). Je voeten lijken 'vastgeplakt' aan de grond.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
De ziekte van Parkinson is een aandoening van de hersenen, waarbij bepaalde zenuwcellen in de middenhersenen afsterven. Deze cellen maken de stof dopamine aan. Dopamine is noodzakelijk voor het controleren van lichaamsbewegingen. Parkinson is een progressieve ziekte.
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Begin van de ziekte van Parkinson
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen.
Trillen (tremor) van de handen, benen, kin of tong. Trager worden van bewegingen (bradykinesie), moeite met starten van bewegingen (akinesie) en ontbreken van automatische bewegingen (hypokinesie) Stijfheid van de spieren (rigiditeit) Houdings- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
4 Behalve motorische symptomen komen ook veel psychische symptomen en complicaties voor, zoals depressie, psychose en dementie. 5 6 Voorts komen symptomen voor van autonome dysfunctie, zoals urge-incontinentie, impotentie en orthostatische duizeligheid.
Er is geen test waarmee artsen zeker weten of u de ziekte van Parkinson heeft of niet. De onderzoeken die u mogelijk krijgt zijn een MRI-scan en/of een DAT-scan.
Door te weinig dopamine worden signalen in de hersenen niet of niet goed doorgegeven. Ook andere hersencellen en stoffen in de hersenen werken minder goed. We weten nog niet waarom de hersencellen die dopamine maken afsterven. Bij jonge mensen die de ziekte van Parkinson krijgen, kan het erfelijk zijn.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Alleen in combinatie met rasagiline en selegiline:
pethidine. tramadol. dextromethorfan. efedrine.
Bij de ziekte van Parkinson draaien het hoofd en de romp zich tegelijkertijd ('en bloc') om. Tijdens het gesprek wordt gekeken naar de gelaatsuitdrukking van de patiënt in rust en tijdens het praten. Ook kijkt de arts of er sprake is van beven.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Bepaalde oefeningen kunnen nuttig zijn voor specifieke motorische symptomen van Parkinson: Tai Chi en yoga zijn goed voor de balans. Dansen en boksen zijn goed om de coördinatie en wendbaarheid te verbeteren. Zittende oefeningen (bewegen met uw armen) voor wanneer u kampt met evenwichtsproblemen.
Zelfstandig blijven wonen is mogelijk, ook als er geen partner in huis is. Hoelang iemand met de ziekte van Parkinson zich alleenwonend kan redden, hangt grotendeels af van het tempo waaraan de ziekte evolueert.
Wees niet bang om te lezen over de ziekte van Parkinson of te praten met anderen die de ziekte ook hebben. Vergeet niet dat geen twee ziektegevallen hetzelfde zijn en dat niemand precies kan voorspellen hoe de ziekte bij u zal verlopen. Elke patiënt reageert anders op behandelingen en medicijnen.
Diagnose. Bij de diagnose van een tremor worden eerst andere oorzaken, zoals de ziekte van Parkinson uitgesloten; bij Parkinson komt het beven vooral voor in rust. Een medisch onderzoek en een hersenscan of een bloedonderzoek kan andere oorzaken uitsluiten.