Als u een egel op straat ziet lopen die verder gezond is, is het verstandig op hem/haar te verplaatsen naar een veiligere locatie (bijvoorbeeld terugzetten in berm of bij de bosrand). Laat een nest jonge egels met rust. De moeder komt pas terug als u weg bent.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
Egels zijn goed voor uw tuin
Egels zijn natuurlijke bestrijders van schadelijke beesten als rupsen, slakken en andere insecten. Zij zorgen voor een natuurlijk evenwicht in de tuin zonder het gebruik van insectenverdelgers.
Breng de egel naar een opvangcentrum in je buurt. Als het lang duurt voor je de egel kunt wegbrengen, geef hem dan een beetje water en/of kattenbrokjes. Geef egels zeker geen melk!
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek. In de winter houden ze een winterslaap. In ons land is dat van eind oktober tot eind maart of begin april. Sommige egels slapen het hele stuk door, terwijl andere egels in december af en toe de winterslaap onderbreken.
In een natuurlijke tuin met veel onderbegroeiing en rommelhoekjes vinden egels beschutting en veel voedsel! Laat gevallen blad gewoon tussen alle andere planten liggen. Hier komen enorm veel insecten op af. En dat is niet alleen voedsel voor egels maar voor heel veel vogels en andere dieren.
Vochtig en calorierijk voedsel zoals hondenvoer of roerei zijn prima opties. Completeer de maaltijd met een bakje vers water. Zet nooit melk neer, want hier kunnen egels niet goed tegen! Zorg voor een tuin met veel begroeiing en beschutting.
Als u een egel op straat ziet lopen die verder gezond is, is het verstandig op hem/haar te verplaatsen naar een veiligere locatie (bijvoorbeeld terugzetten in berm of bij de bosrand). Laat een nest jonge egels met rust. De moeder komt pas terug als u weg bent.
De egel is een heel leuk en bijzonder diertje waar geen kwaad in zit. De egel herken je aan zijn bruine wildkleur en zijn stekels. Met zijn stekels beschermt de egel zichzelf tegen vijanden. Als er gevaar dreigt rolt hij zich namelijk op.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
Egels die voor het invallen van de winter geen 600 tot 700 gram wegen, hebben onvoldoende vetreserves om de winterslaap goed te doorstaan. Een gezonde egel herkent u aan een goede natuurlijke verdedigingsreactie: hij rolt zich op tot een bal waarbij zijn stekels rechtop naar buiten staan.
Je kunt een egel wel een schoteltje of een (ondiep) kommetje water geven. Maar let wel: een egel is een beschermd dier, dus officieel mag je hem niet verstoren of voeren. Is de egel écht in nood, neem dan contact op met een egelopvang.
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen. Bovendien is hun uithoudingsvermogen bij het zwemmen vrij beperkt.
Honden kunnen een egelhuis uitgraven en de egel in winterslaap doden. Aangezien egels de grenzen van hun gebied graag onderzoeken, kan het nuttig zijn de ingang van het huis vlakbij een schutting te plaatsen. Zo zal de egel de opening makkelijker terug vinden.
Zeven- tot achtduizend stekels beschermen de egel tegen hun vijanden: dassen, vossen, honden en roofvogels. Toch zitten stekels soms ook in de weg. Bij de paring leggen vrouwtjes de stekels plat.
Egels houden van oktober tot mei/april een winterslaap. Egels zoeken hiervoor een beschutte plek onder een hoop bladeren of in een egelhuisje. Jonge egeltjes blijven langer actief dan de oude egels om een goede buffer op te kunnen bouwen.
Simpelweg kattenvoer (droog of nat) en een schaaltje water volstaat. Geef nooit melk! Egels zijn niet in staat dit te verwerken en kunnen hier ernstige diarree van krijgen. Wees ook voorzichtig met kattenmelk, pindakaas, pinda's en rozijnen.
– Egels eten in principe geen groente of fruit. – Geef geen meelwormen. Bij het aanbieden van veel meelwormen gaat de gezondheid van een egel juist achteruit in plaats van dat je de egel daarmee helpt. – Biedt geen pinda's of pindasoep aan of brood met pindakaas omdat dat allemaal de gezondheid van de egels schaadt.
In de donkere uurtjes zal hij zijn voedsel bij elkaar proberen te zoeken. Hiervoor legt hij grote afstanden af, minstens een kilometer per nacht. De egel behoort tot de carnivoren, dit wil zeggen dat hij een vleeseter is. De egels die overdag gezien worden zijn meestal in nood.
Bessen, paddenstoelen en vruchten zoals appels zijn een lekkernij voor de egels in je tuin. Je doet er zeker niets mis mee om enkele van deze vruchten te voorzien in een ondiep schaaltje (al dan niet in stukjes gesneden). Een echte lekkernij zijn vooral de schillen van de vruchten.
Een egel eet in de natuur kevers, rupsen, larven, regenwormen, slakken etc. soms ook eieren en kleine gewervelde dieren zoals muizen, kikkers, padden en kleine vogeltjes. Egels eten af en toe ook bessen, vruchten en paddenstoelen en zijn dus eigenlijk alleseters.
Egels produceren vooral in de paartijd de meeste geluiden. Ze zijn in die tijd ook het meeste actief en maken dan een snuivend blazend tot snurkend geluid. Hiermee geven ze aan dat ze zich gestoord maar niet bedreigd voelen. Dan blazen en puffen ze als een stoommachine.