Zie je rook of vlammen, sluit dan de deur onmiddellijk en druk een handbrandmelder in. Zo niet, kijk dan om het hoekje de ruimte in. Doe dit onder klinkhoogte.
Het is niet veilig om een ruimte betreden als: – Er rook onder de deur vandaan komt. In dat geval ga je het gebouw ontruimen en de brandweer alarmeren.
Als je bemerkt dat de deur/klink warm is, ga je eerst alarmeren en hulp halen. Laat de deur dicht, waarschuw de omgeving, alarmeer meldkamer of hoofd BHV en pak een blustoestel. Ga terug naar de deur met een collega en ga verder met de deurprocedure en wees bedacht op steekvlammen (flashover).
De procedure in stappen
Controleer of de deurklink warm is met de rug van je hand.Ga laag zitten en wend je hoofd af.Open de deur alleen als deze koud is. Kijk of er rook uit de ruimte komt.
Als je geen scharnieren ziet, dan draait de deur van je af.
Kniel dan naast de deur aan de zijde van de klink.Open de deur een klein stukje.Na 10 seconden kijk je of er rook of brand is. Roep of er iemand aanwezig.
Waarschuw de buren, zodat ze weten wat er aan de hand is. Ga de woning niet meer in: rook is giftig! De brandweer arriveert gemiddeld in 8 minuten. Leg uit waar het brandt en of er nog mensen in de woning zijn.
Stappenplan voor het openen van een toedraaiende deur
Blijf laag bij de grond. Stap 2: Zet je voet bij de opening van de deur (op ongeveer vijf centimeter afstand). Zo kan de deur niet in één keer open vliegen.
De eerste stap bij brand is altijd jezelf in veiligheid brengen. Laat vallen waar je mee bezig bent en alarmeer iedereen in je huis. Ga absoluut niet in de rook staan, want deze is giftig. Hiernaast is het de noodzaak dat je de situatie beoordeeld.
Ook al is het nog zo'n klein brandje, u moet altijd eerst alarm slaan, zodat alle aanwezigen in het pand veilig naar buiten kunnen komen. Nadat alle aanwezigen zijn gealarmeerd, schat u de situatie in en checkt u of u toegang heeft tot de juiste blusmiddelen om het brandje te blussen.
Voor het werk van de brandweer is de samenwerking met BHV'ers heel belangrijk. Een BHV'er vangt de brandweer op en geeft informatie over wat er precies aan de hand is. Op deze manier heeft de brandweer informatie om goed, snel en veilig te kunnen werken. Bedrijfshulpverleners moeten zich regelmatig bijscholen.
Is er rookvorming door een brand in de omgeving? Dan is het wel verstandig om het ventilatiesysteem tijdelijk buiten werking te stellen en ramen en deuren gesloten te houden. Je wil namelijk niet dat deze schadelijke rook van buiten naar binnen gezogen wordt.
Sluit deuren en ramen en zet ventilatiesystemen uit. Zo blijft de rook buiten jouw woning. Blijf binnen. Waarschuw mensen en help mensen in jouw omgeving om ook uit de rook te blijven.
Vergeet niet dat het inademen van rook levensgevaarlijk is. Ga dus nooit in de rook staan. Blus alleen als je zeker weet dat je de ruimte nog makkelijk kunt verlaten. Waarschuw wel in alle gevallen je huisgenoten en de brandweer.
Gesloten deuren zorgen ervoor dat de giftige rook – de grootste bedreiging bij brand – nog enige tijd buiten de leefruimte blijft.
De volgorde van ontruimen is: 1. de verdieping waarop brand is; 2. de verdieping boven de brand; 3. de verdieping onder de brand. Stap 3 Alles ontruimen vindt plaats in opdracht van de brandweer, de coördinator of de leiding.
Sla de blusdeken om het slachtoffer heen waarbij u van boven naar beneden werkt. Zo kan het vuur het gezicht niet bereiken. Met een draagbare brandblusser kunt u open vuur snel en doeltreffend blussen. Blijf echter niet blussen wanneer u daardoor zelf gevaar loopt.
BHV'ers zijn getraind om bij branden de juiste beslissingen te nemen, taken te delegeren en aanwezigen te instrueren. De twee belangrijkste taken van BHV'ers bij een brand zijn de brand blussen en aanwezigen evacueren.
Wanneer je een beginnende brand ontdekt gaat je eigen veiligheid boven alles. Wanneer er een onveilige situatie is voor jezelf, ga dan niet blussen maar bel de brandweer. Bij elke brand ontstaat rookontwikkeling. Deze rook zal zich sneller verspreiden dan dat het vuur zich zal uitbreiden.
Rook is de grootste boosdoener. Het is een opstijgend mengsel van gassen, dampen en roetdeeltjes.
De 'dikte' van de laag varieert gedurende de brand. Daarbij komt de grens tussen de twee lagen (de interface) bij verdere ontwikkeling van de brand steeds lager in de ruimte te 'hangen'. Ook wordt de ruimte, vanaf het plafond naar beneden, steeds meer met rook gevuld.
Rook bevat schadelijke stoffen
Het maakt niet uit wat er brandt: chemische stoffen, (tuin)afval, papier, schoon hout, olie of plastic. Een huis of een bos. Rook zit vol roetdeeltjes en andere schadelijke stoffen die acute en/of langdurige klachten kunnen veroorzaken.