Een vals dilemmaEr wordt gedaan alsof er slechts een keuze is tussen twee mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid veel meer mogelijkheden zijn. Voorbeeld: De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.
Bij een vals dilemma doet een spreker of schrijver alsof er twee opties zijn waartussen iemand moet kiezen, terwijl er in feite ook een onbesproken derde of zelfs vierde optie is. Dit noemt men ook wel zwart-witdenken. Voorbeeld: “Als je niet voor Geert Wilders bent, dan ben je voor GroenLinks.”
Een drogreden, schijnreden of sofisme is een reden of redenering die niet correct is, maar wel aannemelijk lijkt.
Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.
Argumentum ad hominem (persoonlijke aanval)
Bij een persoonlijke aanval of argumentum ad hominem wordt de tegenstander in diskrediet gebracht door een aanval op de persoon in plaats van op de bewering. Hierbij gaat het dus niet om de inhoud van het standpunt, maar een eigenschap van de persoon die het standpunt brengt.
Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Er bestaan maar liefst 12 verschillende soorten drogredenen.
We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende. Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar. Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
doet ter zake en ondersteunt je standpunt op een constructieve manier; weerlegt mogelijke tegenargumenten; is belangrijk en dwingend zodat de tegenpartij het niet zomaar naast zich kan neerleggen.
Een betoog is een argumentatief essay over een bepaalde stelling. Bij een betoog neemt de schrijver een duidelijk standpunt in over het onderwerp en probeert de schrijver de lezers aan de hand van een feitelijke argumentatie van dit standpunt te overtuigen.
Bij het vertekenen van het standpunt wordt het standpunt of een argument van de tegenstander onjuist weergegeven. De tegenstander wordt dan een standpunt of argument in de mond gelegd dat hij niet heeft ingenomen. Dat is dan meestal een uitspraak die niet zo makkelijk te verdedigen is.
Een cirkelredenering is een drogreden. Hierbij voert iemand een argument op dat gelijk is aan het standpunt. Het standpunt wordt dus herhaald in andere woorden. Voorbeeld: Appeltaart is vies, want ik vind het niet lekker.
Het hellend vlak of glijdende schaal (Latijn locus lubricus, glibberige plek) is een type argument waarbij een uiterste conclusie wordt gepresenteerd als logische uitkomst van een toestand, keuze of handeling.
Standpunt: een taaluiting waarin een spreker of schrijver zijn mening over iets weergeeft. Argument: een taaluiting waarmee een spreker of schrijver zijn standpunt verdedigt tegen kritiek.
Een betoog is een tekst waarin je duidelijk jouw mening geeft. Je schrijfdoel is om de lezer te overtuigen van die mening. Om dit te doen, geef je argumenten die jouw mening ondersteunen. Deze argumenten kunnen weer worden ondersteund door voorbeelden.
Zorg voor een goede onderbouwing
Onderbouw je standpunt met argumenten. En ondersteun je argumenten met een citaat uit het boek, een duidelijk voorbeeld of nadere uitleg. Probeer niet het hele boek te duiden, maar richt je op de thema's die jij belangrijk vindt in/voor het boek.
Wat is dat: op de persoon spelen? De zegswijze komt uit het voetbal, en verwijst naar een actie die niet de intentie heeft om de bal te veroveren, maar om de tegenstander te raken. Het doel is daarbij om hem/haar te beschadigen, te verzwakken, en/of uit te schakelen.