'Een schip op het strand is een baken op zee' betekent: als je goed kijkt naar wat er bij anderen is misgegaan, kun je daarvan leren. Als je snapt waarom die anderen de mist in gingen, kun je voorkomen dat je dezelfde fouten maakt.
Wel zien waar het schip strandt betekent dat men wel ziet waar men uitkomt. (Ze gingen op reis met de auto zonder kaart of navigatie. Ze zagen wel waar het schip strandde.)
Mensen die het schip ingaan hebben verlies geleden. Vaak gaat het om flinke verliezen, na het nemen van grote risico's.
Vroeger gebruikten Nederlandse matrozen, kapiteins en machinisten vaak de kreet: ''Schip ahoy!''. Deze zin werd geroepen om de aandacht van personeel op andere schepen te trekken.
Een boot is meestal klein en open, en wordt voortbewogen met riemen of zeilen. Ook kleine vaartuigen met een motor noemen we boten. Een schip is meestal een groot vaartuig dat voor het vervoer van personen of goederen dient of voor andere professionele doelen.
d.w.z. 'iemand onder schijn van dienst, ondienst doen, en zijne zaaken verergeren' (Tuinman I, 189).
Een laadruim, vrachtruim of ruim is de ruimte van een schip of vliegtuig waarin de lading wordt vervoerd. De term scheepsruim behelst ook andere ruimtes in een schip.
Een kapitein (voluit scheepskapitein), is aan boord van een schip de gezagvoerder en daarmee de eindverantwoordelijke aan boord. Hij houdt contact met het personeel en legt verantwoording af bij de autoriteiten en de rederij. 'Kapitein' is in beginsel een rang en 'gezagvoerder' een functie.
Aan boord is de kapitein of schipper jouw baas. Daarnaast is de stuurman een belangrijk persoon voor het aan- en afmeren van het schip. Als matroos assisteer je de stuurman of de schipper bij al het werk op een schip.
Een platte achterkant van een boot of een schip noemt men de spiegel.
Het afmeren van een schip wordt dikwijls gedaan door middel van een dik touw, genaamd een meerlijn of tros. De meerlijnen worden aan het dek van het schip vastgemaakt aan de hand van daar voorziene meerpennen. Aan de andere zijde kunnen ze worden vastgemaakt aan een bolder.
De gemiddelde levensduur voor een schip is 30 jaar. Bij de ontwikkeling van nieuwe schepen en technieken moet hier rekening mee gehouden worden. Die moeten zo'n 30 jaar 'mee kunnen'.
De onderkant van een schip is vaak rood. Dat is zo omdat schepen daar sneller en zuiniger door varen.
d.w.z. mislukken, vooral van feesten en ondernemingen gezegd.
d.i. wie volhardt, bereikt zijn doel; Sartorius III, 3, 81: Assidua stilla saxum excavat: Aenhouden doet verkrijgen.
Hogerwal en lagerwal zijn twee termen uit de zeilsport, die zijn bedoeld om de windrichting ten opzichte van de wal aan te duiden. Hogerwal is de wal waar de wind vandaan komt en lagerwal is de wal waar de wind naartoe gaat.
Ter vergelijking: de meeste grotere cruiseschepen varen op open zee rond de 20 tot 22 knopen, omgerekend tussen de 37 en 41 km/u. Om brandstof te besparen en u maximaal comfort te bieden tijdens de reis vaart de Queen Mary 2 met een kruissnelheid van 26 knopen, zo'n 48 km/u.
De kosten van een binnenvaartschip kunnen sterk van elkaar verschillen. Een klein en oud binnenvaartschip heeft bijvoorbeeld een aanschafwaarde van rond de 50.000 euro. Maar de aanschafwaarde voor een complex en/of groot nieuwbouwschip ligt rond de 10 miljoen euro.
Eerst maar eens de (duizelingwekkende) cijfers: Icon of Seas is 365 meter lang, de lengte van zo'n 3,5 voetbalvelden. Het schip heeft 2805 hutten en 20 dekken. Er is plek aan boord voor maximaal 7600 passagiers en 2350 bemanningsleden.
Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Kooi - Een kooi is een bed aan boord van een boot. De term wordt ook wel gebruikt om aan te geven hoeveel mensen op een bepaalde boot kunnen slapen.
Gebruik van trossen en springen
Een tros is bedoelt om het schip mee vast te leggen aan de wal. De springen doen dat ook maar zijn vooral nuttig om het schip mee weg te varen. Dus om mee te manoeuvreren.
Patrijspoorten zijn kleine ronde openslaande ramen met een rand van koper of brons, aanvankelijk (begin 19e eeuw) voorzien van patentglas dat slechts een flauw licht doorliet. Een patrijspoort kan door zijn ronde vorm, geringe afmeting en knevelsluiting enorm veel waterdruk verdragen.
Een patrijspoort is een kajuitraampje of een scheepsraampje van een zeeschip, marinevaartuig of sleepboot. Binnenvaartschepen hebben ook nog een kleinere patrijspoort, maar meestal hebben ze gewone rechthoekige schuiframen aan de roef, aan boord.