Wanneer je huwt zonder huwelijkscontract, vallen jullie onder het 'wettelijk stelsel'.De wet regelt dan jullie rechten en plichten als gehuwden, ook wat jullie vermogens betreft (wat is van wie?). Het wettelijke stelsel is ook bekend als 'gemeenschap van aanwinsten.
Elk huwelijk is onderworpen aan een huwelijksvermogensstelsel, ook indien er geen huwelijkscontract werd afgesloten. Als koppels géén huwelijkscontract hebben afgesloten, vallen ze onder het wettelijk stelsel en dat vanaf de dag van hun burgerlijk huwelijk.
Als je zonder huwelijkscontract getrouwd bent, dan val je automatisch onder het “wettelijk stelsel”. En daarbij wordt het totale vermogen verdeeld over drie mandjes: jouw eigen vermogen, het eigen vermogen van je echtgenoot en het gemeenschappelijk vermogen.
Alles wat je bezit voor het huwelijk en wat die goederen toebehoort. Stel bijvoorbeeld dat je een bouwgrond bezit voor het huwelijk en je zet er samen tijdens het huwelijk een huis op, dan wordt het huis ook jouw eigendom. Alles wat je krijgt door een erfenis of schenking, ook tijdens het huwelijk.
Getrouwd of geregistreerd partnerschap
Tegenwoordig krijgt de langstlevende partner automatisch de erfenis, zelfs als er bijzondere huwelijkse voorwaarden zijn, met koude uitsluiting, zoals dat heet. Kinderen erven een kindsdeel, maar ontvangen dat pas na het overlijden van de langstlevende.
De langstlevende partner erft vandaag automatisch het vruchtgebruik op de woning, wanneer je gehuwd bent. Zo ben je zeker dat je een plek hebt om te wonen. Bij wettelijk samenwonende stellen is dat net hetzelfde, al hangt het er natuurlijk ook van af wat er precies in het testament werd opgenomen.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Gehuwden en wettelijk samenwonenden genieten de voordeligste tarieven qua successierechten en belastingen op de uitkering van de levensverzekering. Zo betalen ze geen erflasten op de gezinswoning (geldt voor alle gewesten).
Als fiscaal partners doe je samen aangifte en mag je inkomsten en aftrekposten verdelen, zoals onder meer aftrekposten van het huis, uitgaven voor specifieke zorgkosten of giften. Je bent elkaars fiscale partner vanaf het moment dat je bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap aangaat.
Bij een huwelijk of partnerschap in gemeenschap van goederen is iedere partner voor de helft eigenaar van de woning. Het maakt niet uit wie de hypotheek betaalt. Het doet er ook niet toe op wiens naam het huis staat. Beide partners hebben bij een scheiding recht op de helft van de waarde van het huis.
Door de wettelijke verdeling krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner alle goederen van de nalatenschap. Pas als de langstlevende echtgenoot of partner overlijdt, erven de kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk.
Je erft sowieso van elkaar als je getrouwd bent. Dat was en blijft zo. De gehuwde partner erft automatisch een zogenaamde 'reserve'. Je moet natuurlijk wel effectief (al/nog) getrouwd zijn op het moment van overlijden.
Wettelijk is vastgelegd wie jouw bezittingen en schulden erft. In de meeste gevallen zijn de erfgenamen de kinderen en de partner gezamenlijk. Bij de partner gaat het om de huwelijkspartner of een partner door een geregistreerd partnerschap. De partner en de kinderen erven ieder een gelijk deel.
Het gemeenschappelijk vermogen wordt bij ontbinding door overlijden in twee gelijke helften verdeeld. De langstlevende echtgenoot krijgt hiervan de helft in volle eigendom (zijn/haar eigen helft). Via bepaalde clausules in het huwelijkscontract kan men afwijken van deze gelijke verdeling.
Echtgenoten zijn niet verplicht om een huwelijkscontract af te sluiten. Als er geen huwelijkscontract is, is automatisch het wettelijk stelsel van toepassing.
Als u trouwt dan doet u dit sinds 1 januari 2018 in beperkte gemeenschap van goederen. Dit betekent kort gezegd dat alle bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk ontstaan, van u samen zijn. Uitzonderingen zijn erfenissen en schenkingen die u ontvangt voor en tijdens uw huwelijk.
Nadelen trouwen
Een scheiding brengt papierwerk met zich mee. Houd ook rekening met het inschakelen van een advocaat of mediator. Als je wilt scheiden, dan moet je naar de rechter. Komen jullie er zelf uit dan komt de echtscheidingsuitspraak van de rechter.
Trouwen of geregistreerd partnerschap
Belasting betalen moeten we allemaal, maar het maakt wel een verschil of je samen bent of alleen. Als je gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat, dan veranderen de belastingregels. Je moet misschien meer belasting betalen of je krijgt meer geld terug.
Door de toepassing van de vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor de partner met laag beroepsinkomen, houdt de gehuwde of wettelijk samenwonende voornaamste kostwinner een hoger nettoloon over.
Als 1 van u definitief niet meer wil samenwonen, leeft u duurzaam gescheiden. Duurzaam gescheiden leven stopt op het moment dat u voldoet aan twee voorwaarden: U hebt een verzoek tot scheiding van tafel en bed ingediend. U staat niet meer op hetzelfde adres ingeschreven.
Scheiding van goederen is naar eventuele schuldeisers (van de partner) toe de beste oplossing, terwijl het wettelijke stelsel beter is voor uw successieplanning. Door te kiezen voor scheiding van goederen met een beperkte gemeenschap combineert u beide voordelen.
Ik ga trouwen of word geregistreerd partner en woon al samen
Bent u al toeslagpartners, dan verandert er niets voor uw toeslag. Bent u nog geen toeslagpartners? Dan wordt uw partner uw 'toeslagpartner'. Dat betekent dat u samen toeslag krijgt.
Ben je getrouwd of geregistreerd als partner en heb je geen testament gemaakt, dan regelt de wet dat je van elkaar erft. Als er gezamenlijke kinderen zijn dan bepaalt de wet bovendien dat de langstlevende echtgenoot eigenaar wordt van alle goederen die tot de nalatenschap behoren en al deze goederen mag opmaken.
Voor de erfbelasting over een woning gaan we uit van de WOZ-waarde (opent nieuw venster) min de hypotheekschuld. U kunt in de aangifte kiezen welke WOZ-waarde u opgeeft: of u geeft de WOZ-waarde in het jaar van overlijden op, of de WOZ-waarde in het jaar ná overlijden.
Langstlevende is half eigenaar en heeft vruchtgebruik
De langstlevende is in deze situatie niet volledig eigenaar van de woning en mag dus ook niet alleen besluiten tot verkoop over te gaan. Hiervoor is toestemming van de erfgenamen noodzakelijk.