Een te laag gehalte aan het HDL-cholesterol, onder de 0,8 mmol/l, verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Omdat de stofwisseling van HDL-cholesterol nauw samenhangt met die van LDL-cholesterol en triglyceriden, heeft een verlaagd HDL-cholesterolgehalte ook ongunstige neveneffecten.
Het is mogelijk om je HDL-cholesterol te verhogen dankzij kleine aanpassingen aan je voeding en levensstijl. Meer bewegen, verzadigde vetten vervangen door onverzadigde vetten (bijvoorbeeld boter eten in plaats van margarine) en wat minder alcohol drinken: het kan een groot effect hebben op je HDL-cholesterol.
HDL (Hoge Dichtheid Lipoproteïne) is het gunstige cholesterol. Je kunt dit gehalte verhogen door (indien je dit doet) te stoppen met roken. Ook raad ik je aan voldoende te bewegen. Daarnaast kun je verzadigde vetten beter laten staan en kiezen voor onverzadigde vetten.
Een HDL-cholesterol boven de 1 mmol/L is goed.
Er is geen wetenschappelijk bewijs dat het cholesterolgehalte te laag kan worden of dat dit gevaarlijk is voor je gezondheid. Er is daarom geen waarde voor een te laag cholesterol. Een laag cholesterolgehalte is bijna altijd onschuldig. Meestal geldt daarom: hoe lager het cholesterol, hoe beter.
Het risico op een hart- en vaatziekte bij het wel of niet behalen van de streefwaarde met een behandeling met een statine is ook onderzocht. De gebruikte streefwaarde voor LDL-C was lager dan 2,6 mmol/l en voor non-HDL-C lager dan 3,4 mmol/l.
Ook door stress kun je een hoge cholesterol hebben. Veel stress verhoogt het hormoon cortisol. Dit heeft op zijn beurt een effect op de verwerking van vet en suikers. Wat daarop volgt is een verhoging van de cholesterolwaarden.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.
HDL (evenals andere lipoproteïnen) wordt door de lever gesynthetiseerd als een complex van apolipoproteïnen (apoA-I en apoA-II) en fosfolipiden. Dit complex is in staat om cholesterol op te pikken en weg te voeren. Van belang hierbij is ABCA1 (= ATP Binding Cassette Transporter A1).
Vette vis bevat speciale onverzadigde vetten, de zogenaamde omega-3 vetzuren. Deze vetten zijn goed voor het cholesterolgehalte en vooral ook voor het hart. Eet daarom 1 keer per week vis. Kies bij voorkeur voor vette vis zoals zalm, sardines, haring of makreel.
HDL-cholesterol is het goede cholesterol. Dit beschermt je namelijk tegen hart- en vaatziekten. De HDL-deeltjes zorgen ervoor dat het teveel aan cholesterol naar de lever vervoerd wordt. De lever breekt het af.
Haver, peulvruchten en fruit die pectine bevatten (zoals citrusvruchten, appels en grapefruits) helpen om je cholesterol te verlagen. In je darmen gaan de pectinevezels een verbinding met gal aan. Daardoor worden er minder vetten door je lichaam opgenomen.
HDL cholesterol (High-density-lipoproteïne) of high density lipoproteïne is eigenlijk de goede cholesterol die je lichaam bevat. HDL deeltjes zijn nuttig voor het lichaam omdat de cholesterol uit de vaatwanden losmaken en naar de lever leiden zodat ze verwijderd worden.
Chocolade bevat veel verzadigd vet (ongeveer 20 gram op de 100 gram). Verzadigd vet verhoogt het LDL-cholesterolgehalte van het bloed en een te hoog LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten. Ook bevat chocolade veel calorieën.
Het probleem ontstaat echter wanneer er teveel cholesterol is dat opgehoopt blijft in de vaatwand. Dit zorgt voor een vernauwing wat bloed en zuurstoftoevoer verslechterd. Dit zorgt voor bijvoorbeeld het hebben van etalagebenen, sneller moe worden of andere doorbloedingsklachten.
Tegelijkertijd activeert magnesium speciale enzymen die zorgen voor de afbraak van het slechte LDL-cholesterol en in te hoge hoeveelheden bloedvetten. Daarnaast zorgt magnesium zelfs voor het opbouwen van de goede HDL cholesterol. Magnesium heeft een uiterst positief effect op de bloedsamenstelling.
Het eten van ongezouten noten en pinda's verlaagt het LDL-cholesterol, dat slecht is voor de bloedvaten, en verkleint de kans op hart- en vaatziekten.” Andere tips voor verantwoord beleg die het Voedingscentrum meegeeft: Zuivelspread is kant-en-klaar beleg dat ook in de Schijf van Vijf staat.
Over een normaal cholesterolgehalte zegt de Hartstichting het volgende: Lager dan 5,0 mmol/l is normaal. Tussen 5,0 en 6,4 mmol/l is licht verhoogd. Tussen 6,5 - 8,0 mmol/l is verhoogd.
Om je cholesterol te verlagen, kan het daarom helpen om een ontbijt te maken waarin je wat minder producten met relatief veel verzadigde vetten (boter, volvette kaas en zuivel) eet en wat vaker producten rijk aan onverzadigde vetten (plantaardige margarines, avocado, noten en zalm) in je voeding probeert op te nemen.
Uit onderzoek blijkt dat het eten van noten het LDL-cholesterol verlaagt. Noten behoren daarom tot de cholesterolverlagende voeding. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld: walnoten, amandelen, hazelnoten, cashewnoten, pistachenoten, macadamianoten, paranoten, pecannoten en ook pinda's.
De twee belangrijkste vetten in het bloed zijn cholesterol en triglyceriden. Een teveel aan cholesterol noemen we hypercholesterolemie en een teveel aan triglyceriden heet hypertriglyceridemie.