Relaties met anderen. Waar kinderen wel gelukkiger van worden is van relaties met andere kinderen. Als kinderen vriendjes hebben met wie ze kunnen spelen, plezier kunnen maken en zich op die manier met hun leeftijdsgenootjes verbonden kunnen voelen, dan verhoogt dat de kans op hun geluksbeleving aanzienlijk.
Ongeveer driekwart van de kinderen heeft daarin minstens één vriendje. Meestal is dat iemand van hetzelfde geslacht. Slechts vier (bij basisschoolkinderen) of vijf (bij pubers) van de honderd vriendenparen bestaan uit een jongen en een meisje. Grofweg kun je die vriendschappen in drie typen verdelen.
Vanaf welke leeftijd gaan kinderen echt vriendjes maken? Echte vriendschappen ontstaan meestal vanaf de 8 jaar oud. Kinderen gaan elkaar dan opzoeken omdat ze elkaar aardig vinden. Er zullen dan ook de eerste 'hartsvriendinnen' en 'bloedbroeders' tevoorschijn komen.
Sommige kinderen willen dat zelf niet, of weten niet goed hoe ze vrienden moeten maken of houden. Als jongeren helemaal geen vrienden hebben, is dat een reden om je zorgen te maken. Ze leren dan niet goed hoe ze met anderen om moeten gaan.
Praat met je ouders als niemand met je wil spelen!
Ga dan met je ouders praten. Waarschijnlijk hebben zij nog wel een aantal ideeën die jou kunnen helpen. Daarnaast zou je ook iets leuks met je ouders kunnen doen op dagen dat je niemand hebt om mee te spelen, maar natuurlijk zijn de tips het belangrijkste.
Symptomen die kunnen wijzen op een kinderdepressie zijn: vrijwel heel de dag somber zijn. vaak moe zijn, snel boos zijn. moeite hebben met slapen, zowel het inslapen als ook het doorslapen.
Wanneer er sprake is van een goede hechting, wordt dat een veilige hechting genoemd. Kinderen die veilig gehecht zijn zoeken direct contact met of de nabijheid van degenen met wie ze een gehechtheidsrelatie hebben. Ze laten zich snel door hen geruststellen en durven van alles te onderzoeken en ontdekken.
lichamelijke behoeften: eten, drinken, beweging, slaap,... behoefte aan affectie: knuffels, liefde, warmte,… Een kind wil niet alleen affectie krijgen, maar ook geven. behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en continuïteit: de nood aan een min of meer voorspelbare omgeving.
Tip 6: Laat je kind oefenen in een nieuwe omgeving
Dit kan bijvoorbeeld op een clubje of vereniging zijn, maar ook op vakantie kunnen kinderen oefenen met het opdoen van nieuwe sociale contacten. De ervaringen en het zelfvertrouwen dat je kind hier opdoet, kan je kind ook helpen in de schoolsituatie.
Creëer oefensituaties
Ga bijvoorbeeld naar een park, speeltuin, zwembad of een veldje in de wijk en bekijk vanaf een afstandje hoe je kind met nieuwe kinderen contact maakt. Bespreek daarna of het iemand is waarmee je kind vaker zou willen spelen of niet. Wat vond je leuk/prettig/fijn?
De basis van de vriendschap is dat het kind iemand aardig vindt. In de jaren erna krijgt vriendschap langzamerhand meer inhoud. Voor kinderen uit groep 6, 7 en 8 betekent vriendschap vaak al heel wat meer: een vriend(in) is iemand die je iets kunt toevertrouwen, die je begrijpt en die altijd voor je opkomt.
Het herkennen van emoties van anderen helpt je baby om vriendschappen te sluiten, en zich te verplaatsen in de ander. Een heel simpele manier om dat te oefenen is door te spiegelen. Dit stimuleren wij bijvoorbeeld door een liedje eerst heel boos zingen en dan heel blij. Kinderen gaan elkaar dan ook nadoen.