Een huurcontract van een gebouw dat uitsluitend bestemd is voor bewoning moet verplicht worden geregistreerd door de verhuurder (de persoon die verhuurt). Als hij dat wenst kan de huurder ook een dergelijk huurcontract laten registreren, maar de verplichting rust op de verhuurder.
Wie moet er de registratierechten voor het huurcontract betalen? De verplichting tot registratie en betaling van de hiermee samengaande rechten ligt zowel bij de verhuurder als bij de huurder. In geval van een boete voor een laattijdige registratie zal deze ook door beide partijen moeten worden gedragen.
Wat er gebeurt als je als verhuurder nalaat om de huurovereenkomst tijdig te registreren, of wanneer je als huurder het contract geregistreerd wil zien en je huisbaas dat weigert? Een verhuurder die zijn overeenkomst niet binnen de twee maanden laat registreren, moet daar een boete van 25 euro voor betalen.
De registratie van een huurcontract voor een onroerend goed dat uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van een gezin of van één persoon is gratis.
De registratie van een huurovereenkomst heeft als doel het huurcontract een “vaste datum” te geven zodat niemand de datum nog kan betwisten en het huurcontract ook tegenstelbaar wordt aan derde partijen die de gevolgen van het contract zullen moeten respecteren.
Het bevoegde registratiekantoor is dat in wiens ambtsgebied de domicilie of de maatschappelijke zetel van de beroepspersoon gelegen is.
Een huurcontract moet op papier staan. Huurder en verhuurder moeten die schriftelijke huurovereenkomst samen tekenen. De volgende zaken moeten verplicht worden vermeld: identiteit van de huurder en de verhuurder.
Mondeling of schriftelijk huurcontract
Een huurcontract hoeft niet op papier te staan. Afspraken met uw verhuurder kunt u ook in een gesprek maken. Die afspraken zijn wel moeilijker te bewijzen. U legt ze daarom beter vast op papier.
Ja! Sinds de wet van 25 april 2007 wordt er bij alle vormen van huur verplicht een plaatsbeschrijving opgemaakt. Bij de plaatsbeschrijving moeten beide partijen (dus zowel de huurder als de verhuurder) aanwezig zijn. U kunt zich uiteraard wel door iemand anders laten vertegenwoordigen.
Sinds 15 juni 2007 is het in principe verplicht om een schriftelijke huurovereenkomst te hebben voor de huur van een hoofdverblijf. In dat document moet het volgende staan: de identiteit van de huurder en de verhuurder: hun naam, hun voornaam, hun woonplaats en hun rijksregisternummer of de geboorteplaats en -datum.
Een huurcontract voor onbepaalde tijd is een contract zonder einddatum. Heeft u zo'n contract en sprak u af dat u minimaal een bepaalde periode huurt, bijvoorbeeld minimaal 1 jaar? Dan kunt u tijdens deze periode de huur niet stoppen. U kunt wel alvast de huur opzeggen.
De meeste overeenkomsten bepalen dat de huurder een huurwaarborg geeft. Dat is niet wettelijk verplicht, maar als beide partijen afspreken dat er een waarborg te betalen is, schrijft de Huurwet wel enkele regels voor.
In de meeste huurcontracten wordt deze kost ten laste van de huurder gelegd. Zowel de huurder als verhuurder zijn in principe verantwoordelijk voor het registreren van het huurcontract. Dit moet binnen de vier maanden na het ondertekenen van het contract gebeuren.
Eventuele administratieve werkzaamheden zoals het opstellen van een huurcontract zijn aan te merken als standaard verhuurwerkzaamheden waar een verhuurder geen extra kosten voor in rekening mag brengen.
Een overeenkomst van meer dan drie jaar valt onder de categorie 'lange duur' en wordt automatisch beschouwd als een overeenkomst van negen jaar. Dit is wat men in de volksmond het 3-6-9-contract noemt. 3-6-9 omdat zo'n contract standaard negen jaar loopt in drie etappes van drie jaar.
Een registratie is niet meer dan het overnemen van belangrijke gegevens uit het contract in een register. Het volstaat om drie exemplaren van het huurcontract op te sturen naar het registratiekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar het goed zich bevindt.
De plaatsbeschrijving moet nauwkeurig en volledig zijn.
Zowel de eigenaar als de huurder of een vertegenwoordiger moeten bij het opmaken ervan aanwezig zijn. Ze moet ook door beiden worden ondertekend. De plaatsbeschrijving moet ten laatste tijdens de eerste maand van bewoning worden opgemaakt.
Sinds 1 juli 2022 mag uw verhuurder de huur verhogen met: maximaal 2,3%, als de (kale) huur € 300 of meer per maand is. maximaal € 25, als de (kale) huur lager is dan € 300 per maand. Dat is hoger dan 2,3 %.
In een huurcontract mogen geen dingen staan die in tegenspraak zijn met de wet. Huurrecht is namelijk bindend recht. Er zijn onder andere wettelijke regels voor de opzegtermijn, de maximale huurprijs, bijkomende kosten en onderhoudsverplichtingen.
Het huurcontract staat op 2 namen (contractuele medehuur)
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.
Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben. Dit is in het geval van gehuwden, geregistreerde partners of medehuurderschap.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.