Je kunt mondeling communicatief vaardig zijn; je bent bijvoorbeeld goed in presenteren of in het stellen van de noodzakelijke vragen. Je kunt ook schriftelijk communicatief vaardig zijn; je kunt dan bijvoorbeeld goed je ideeën op papier zetten en maakt weinig tot geen grammaticale- en/of spelfouten.
Communicatievaardigheden zijn vaardigheden die zorgen voor een sterke communicatie. Een aantal belangrijke voorbeelden zijn: schriftelijk communiceren, verbaal/non-verbaal communiceren, luisteren, assertiviteit, inlevingsvermogen en feedback geven en ontvangen.
>>> Het vermogen om vlot en op gepaste wijze contact te leggen en te onderhouden. Competenties Graad 1 | Onderhoudt het contact met gasten en / of collega's.
Communicatieve competentie is het vermogen om in de dagelijkse omgang met anderen efficiënt, duidelijk en adequaat (passend) uitdrukking te kunnen geven aan functionele behoeften, meningen, kennis en informatie. Die taaluitingen kunnen anderen ook tot intentioneel handelen aanzetten (taalhandeling).
Bijvoorbeeld: Communicatief Zowel mondeling als schriftelijk ben ik communicatief vaardig en leg ik makkelijk nieuwe contacten.
Hard skills zijn vaardigheden die je nodig hebt om de functie goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde technische vaardigheden zoals het beheersen van een computerprogramma.
Het redeneren in woorden of woordsymbolen.
Communicatieve vaardigheden (ook wel sociale vaardigheden genoemd) gebruiken we om te communiceren en interactie aan te gaan met anderen. Dit gaat verder dan verbaal zijn. Het heeft ook te maken met non-verbale communicatie, lichaamstaal en persoonlijke uitstraling.
Als je in staat bent zijn om te luisteren naar wat een ander zegt ben je in staat te begrijpen wat hij of zij echt bedoelt. Je doet dit door te luisteren naar de woorden die gesproken worden, de intonatie van de stem en aandacht te schenken aan de lichaamstaal.
Communiceren doen we om elkaar te informeren. Dat kan zijn omdat we graag willen vertellen wat we hebben meegemaakt, maar we kunnen ook communiceren om elkaar feedback of duidelijkheid te geven. Maar ook wanneer wij geen boodschap willen overbrengen communiceren we.
Ten eerste: Contact maken. Dit is wel de belangrijkste van allemaal. Zonder contact is er eigenlijk geen sprake van communicatie. Dat gaat verder dan met elkaar om de tafel gaan zitten of elkaar aankijken.
Er zit wel degelijk verschil tussen persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. Persoonlijke eigenschappen komen voort uit karakter. Dit zijn eigenschappen zoals creatief, flexibel, sociaal en ambitieus. Vaardigheden zijn verkregen door te leren / ervaring op te doen.
Mensen communiceren met elkaar om verschillende redenen. Iemand wil de ander wat vragen, de ander wil iets leuks vertellen en weer een ander wil alleen even groeten tijdens het voorbij lopen. Deze redenen om te communiceren heten de communicatieve functies.
De vroege communicatie begint met het maken van oogcontact, luisteren naar stemmen en/of geluiden, beurtgedrag (om de beurt een stemgeluid maken) en imitatie (proberen na te doen wat jij doet).
het gebruik van presymbolisch gedrag Op dit niveau communiceren kinderen intentioneel en met het gebruik van conventionele (of sociaal wenselijke) gebaren en geluiden. Deze conventionele gebaren worden gebruikt tijdens de kindertijd, maar ook tijden de adulthood waar de symbolen vergroten en effectief worden.
Er zijn veel verschillende competenties die je kan ontwikkelen. Een competentie is een verzameling van kennis, ervaring, vaardigheden en talent. Ze worden vaak opgedeeld in hard skills en soft skills.
Overige vaardigheden
Flexibiliteit – Je kunt goed omgaan met wisselende omstandigheden. Energie – Je hebt heel veel energie voor je werk over. Expertise – Je bent heel goed in iets, waar je ook volledig voor gaat. Leervermogen – Je staat open voor nieuwe plannen en ontwikkelingen.