Bedruipen doe je door het vlees in je pan of oven regelmatig te begieten met braadvocht. Zo voorkom je uitdrogen bij het bakken of braden.
De bedoeling van aanbraden is ervoor te zorgen dat het vlees van binnen vochtig dat wil zeggen mals blijft, zodat er weinig smaak verloren gaat. Na het aanbraden wordt het vuur naar beneden gedraaid, zodat het vlees kan garen. Er wordt gedacht dat het vocht na het aanbraden nauwelijks nog aan het vlees kan ontsnappen.
Aanbraden is de manier om het vlees tegelijk sappig en mals te houden én het een mooie bruine kleur te geven. Je doet dat door eerst boter of olie goed te verhitten en dan het vlees erin te leggen. Nu schroei je het snel rondom dicht en braadt het vlees mooi bruin.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Als je arroseert droogt het vlees niet uit, gaart het gelijkmatig én je voegt extra smaak toe! Het werkt eigenlijk net als een gebraden kippetje dat aan het spit ronddraait in de oven, en zichzelf zo de hele tijd bedruipt met vet.
Je gebruikt hiervoor een koekenpan of een hapjespan waarin je een beetje olie of boter doet. Vervolgens bak je een stukje vlees of vis krokant en bruin. Maar ook andere ingrediënten zoals aardappelen, groente of een ei bereid je door middel van bakken.
is het tijdens het braden overgieten met eigen braadvocht van vlees, wild of gevogelte met behulp van een lepel of een speciaal bedruippipet.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Maar nee: afblussen is een kookterm. Simpel samengevat: afblussen is het gebruiken van een vloeistof om aangekoekte stukjes eten onderin een hete pan los te krijgen. Deze zitten namelijk vol smaak en hoef je dus absoluut niet weg te spoelen met de afwas. Zonde van de smaak én zonde van de schrobbeurt.
Een sneller trucje: maïszetmeel! Maak eerst een papje van wat koude vloeistof (bijvoorbeeld water of melk) en voeg het toe aan je saus. Roer goed om en laat nog even rustig doorkoken tot je saus voldoende ingedikt is.
Dichtschroeien is het op hoog vuur aanbakken van vlees. Zo zouden de vleessappen behouden blijven: je schroeit het als het ware dicht. Op die manier behoud je maximaal veel smaak en sappigheid, zodat het vlees niet snel taai wordt.
Rood vlees bak je 1 minuut per kant, roze bak je 2 minuten en een doorbakken stuk vlees bak je 3 minuten per kant. Bij vlees per 500 gram is het afhankelijk van de dikte van het vlees wat de bereidingstijd is. Hoe dikker, hoe langer.
Braadlap duurt ongeveer van 20 tot 40 minuten braden. Biefstuk duurt ongeveer van 1 tot 3 minuten bakken per zijde. Gehakt duurt ongeveer 15 minuten om te bakken of braden. Braadstuk duurt ongeveer 25 tot 30 minuten om te braden voor 500 gram, 15 tot 20 minuten voor 350 gram.
Nee, want dan gaan de vleessappen verloren. Deze zorgen er juist voor dat het vlees sappig blijft. U kunt vlees in de pan keren met keren met behulp van twee houten spatels of lepels.
Verschil tussen bakken en braden
Bakken en braden zijn gelijkaardige kooktechnieken, maar braden duurt langer, gebeurt op lagere temperatuur en meestal in een afgesloten pot; terwijl bakken minder lang duurt, op hogere temperatuur gebeurt en zonder deksel.
Blussen is het toevoegen van (liefst warm) vocht aan hete jus waarin je vlees hebt gebakken. Haal het vlees eerst uit de pan, voeg dan het vocht toe en leg daarna het vlees terug in de pan.
Afblussen geschiedt met hoge temperaturen, waardoor smaakstoffen vrijwel direct oplossen en een deel van de vloeistof verdampt. Bekende vloeistoffen om mee af te blussen zijn: water, wijn en bouillon, maar afhankelijk van het gerecht kan bijna elke vloeistof gebruikt worden.
Het afblussen van een pan waarin vlees gebakken is met een vloeistof, bv wijn of bouillon, om de smaakstoffen los te koken als basis voor een saus.
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Als je koud vocht toevoegt, dan sluit het vlees zich af en neemt het niet makkelijk vocht en/of smaken meer op. -Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Mals rundvlees bereiden
Doe na het dicht schroeien van rundvlees een scheutje azijn, wat zoete ketjap en water erbij. De azijn zorgt ervoor dat het vlees lekker mals blijft en de ketjap geeft een heerlijk smaakje aan het vlees.
Het arroseren van vlees of vis is een garingstechniek en wordt gedaan tijdens het braden in een koekenpan of braadslee. Men schept voortdurend (en in hoog tempo) heet vet (boter of olie) plus het braadvocht over het stukje vlees of vis om het gelijkmatig te laten garen.
Pannen zonder een antikleeflaag zijn gemaakt uit roestvrij staal (RVS). Jeroen gebruikt zijn roestvrijstalen pan steevast om een goed stuk vlees te bakken. De stevige bodem en het staal zorgen ervoor dat het vlees meteen dichtschroeit en er een krokant korstje kan vormen.
Koekenpannen van staal worden nog veel gebruikt in de horeca en ook aanbevolen door koks. Gerechten uit uw stalen koekenpan zijn in smaak, kleur en kwaliteit moeilijk te overtreffen!