Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid dat ook gevraagd wordt naar de leef- en werkomstandigheden en psychische factoren (o.a. stress), dit is een zogenaamde psychosociale anamnese. Een anamnese kan zowel schriftelijk als mondeling worden afgenomen.
Een anamnese waarin aandacht is voor sociale gegevens waaronder huidige woonsituatie, burgerlijke status, leefstijl met sociale activiteiten (patiënt in systeem), aanwezig mantelzorgsysteem en overige hulpvoorzieningen en biografie, vormt een belangrijk onderdeel van het CGA.
Anamnese betekent letterlijk “herinnering”. Tijdens een anamnesegesprek stelt de arts je allerlei vragen die belangrijk kunnen zijn bij het stellen van een diagnose of het kiezen van een behandeling.
De stappen bij een anamnese
Open vragen stellen: De zorgverlener begint met het stellen van open vragen om de patiënt de gelegenheid te geven vrijuit te praten over zijn/haar klachten en ervaringen.
'Achterhalen wat belangrijk is voor mensen en waarom dat belangrijk is, weten welke belemmeringen mensen daarbij ondervinden en op basis van veerkracht en eigen regie samen met hen op zoek gaan naar oplossingen daarvoor vormen centrale aangrijpingspunten voor de wijkverpleegkundige. '
De anamnese, betekent in het Grieks letterlijk herinnering. In de medische wereld is de anamnese, ook wel ziektegeschiedenis, wat de patiënt over zijn klachten en ziekte kan vertellen. De anamnese is het vraaggesprek met de patiënt waarin duidelijk moet worden wat zijn klachten of gezondheidsproblemen zijn.
Anamnese = gesprek als dokter met patiënt om klacht te verhelderen. Speciële anamnese = deel anamnese gericht op de klacht (uitvragen van de klacht). Algemene anamnese (tractus anamnese) = meer verdiepend op andere klachten of aandoeningen die mogelijk van belang zijn in relatie met klacht waar patiënt voor komt.
Een anamneseformulier is een gezondheidsvragenlijst. Het formulier geeft de tandarts inzicht in je algemene gezondheid, medicijngebruik, aandoeningen en allergieën. Zo kan de tandarts zorg op maat bieden en op de juiste manier handelen als je tijdens je bezoek aan de praktijk problemen krijgt met je gezondheid.
Soorten. Afhankelijk van de zorgsituatie worden er verschillende soorten verpleegkundige anamneses onderscheiden: Algemene anamnese: afgenomen tijdens een opnamegesprek, het eerste contact tussen verpleegkundige en zorgvrager (patiënt, cliënt, bewoner). Vervolganamnese: met name bij langdurige zorg.
Een anamnese is een intakegesprek met uw arts. We nemen tijdens dit gesprek uw ziektegeschiedenis met u door. We bespreken het verloop van uw aandoening en of dit meer voorkomt in uw familie. Ook stellen we vragen over uw werk, levensomstandigheden en andere zaken die uw klachten kunnen beïnvloeden.
Als er informatie over de medische voorgeschiedenis en achtergrond van een patiënt ingewonnen wordt bij een andere persoon dan de patiënt zelf, spreekt men van een heteroanamnese. Dit gebeurt onder meer bij patiënten die omwille van een bestaande pathologie niet zelf op de vragen van de zorgverlener kunnen antwoorden.
In een familie-anamnestisch gegeven wordt per aandoening vastgelegd bij welk familielid deze aandoening voorkomt, op welke leeftijd de aandoening bij het familielid is geconstateerd en op welke leeftijd die daaraan is overleden.
A: aard van de klacht: wat voor pijn, kunt u me meer vertellen over de hoofdklacht L: lokalisatie en radiatie E: ernst en de invloed op het leven C: chronologie: begin, eerder gehad, duur, beloop O: wanneer heeft u meer klachten B: wat doet u er nu tegen, helpt iets O: heeft u buiten... nog andere klachten?
Methoden van het lichamelijk onderzoek
De volgorde is in het algemeen: inspectie, auscultatie, percussie en palpatie. Zowel uitgebreidheid als volgorde zijn afhankelijk van de klacht en context waarin men de patiënt onderzoekt.
13. De biografische anamnese wordt ingedeeld naar gezin van oorsprong en persoonlijke levensgeschiedenis. Ook hier kan feitelijke informatie met een vragenlijst worden verzameld, maar dient wel de betekenis van belangrijke (psychotraumatische) levensgebeurtenissen voor de patiënt te worden genoteerd.
De anamnese is een bewuste, systematische en doelgerichte gegevensverzameling t.b. het verpleegkundig proces. Deze gegevens worden gebruikt voor: - het stellen van een verpleegkundige diagnose; - het plannen en uitvoeren van de zorg; - het evalueren van de zorg.
De brede anamnese is zo opgebouwd dat de dikgedrukte onderwerpen aan bod moeten komen tijdens het gesprek, de cursieve vragen zijn bedoeld als voorbeeld van mogelijke vervolg- of verdiepingsvragen.
De HAP is een korte vragenlijst voor informanten waarmee in een vroeg stadium van het diagnostisch proces onderzoek kan worden gedaan naar persoonlijkheidskenmerken en persoonlijkheidsstoornissen.
Belangrijke bronnen voor de heteroanamnese zijn familieleden of andere naasten en (in)formele hulpverleners. Onderdelen van de heteroanamnese kunnen ook door paramedici of andere professionals worden afgenomen, onder regie van de klinisch geriater.
Heteroanamnese. Neem een heteroanamnese af bij mantelzorgers, vertrouwenspersoon of familieleden van de patiënt met het oog op informatie te bekomen rond (gedrags)symptomen en zelfredzaamheid, hetgeen door de patiënt zelf niet altijd makkelijk in te schatten is (Good Point of Practice).
In de elf gezondheidspatronen ordent Gordon de diagnoses van de NANDA in een logisch geheel. De 11 patronen zijn te overzien en logisch voor verpleegkundigen. Veel dossiers in de zorg zijn opgebouwd rond deze gezondheidspatronen.