Ontstaan lagedrukgebiedDe naar het lagedrukcentrum stromende lucht kan uiteindelijk alleen maar naar boven uitwijken. Daarbij koelt de lucht af en kunnen wolken met neerslag ontstaan.
Toch is de kans op neerslag bij een lage luchtdruk in het algemeen groter dan bij hoge druk. Uit vergelijkingen van dagelijkse aflezingen van de barometer en het weer blijkt de kans op neerslag bij een lage luchtdruk van 990 hPa 80% te zijn. Dat betekent dat er in acht van de tien gevallen regen of sneeuw valt.
Als de druk in de atmosfeer stijgt en daalt, doet de druk die op je lichaam wordt uitgeoefend dit ook. Lage atmosferische druk veroorzaakt een drukverschil tussen de atmosfeer om ons heen en de lucht in ons lichaam. Dit kan leiden tot hoofdpijn, gewrichtspijnen, slaapstoornissen en andere biochemische veranderingen.
Luchtdruk speelt een belangrijke rol in het weer, aangezien luchtdrukverschillen tussen verschillende gebieden leiden tot windsnelheden en -richtingen. Luchtdruk kan ook invloed hebben op het menselijk welzijn, zoals hoofdpijn of duizeligheid bij plotselinge drukveranderingen.
Minder wolken, weinig wind
Zo kun je hoge- en lagedrukgebieden ook bekijken. In een hogedrukgebied beweegt de lucht dan ook van boven naar beneden. Onderweg warmt de lucht op en kan daardoor meer waterdamp bevatten. Dat betekent minder bewolking en minder neerslag.
Hogedrukgebieden zorgen doorgaans voor een stralend blauwe lucht. Omdat de lucht in een anticycloon naar beneden stroomt, wordt het warmer en warmer. Warme lucht kan op zijn beurt ook meer vocht opnemen. De lucht wordt droger en er komen nauwelijks wolken voor.
Als de concentratie lucht ergens hoger is, weegt de dampkring van deze lucht meer en zal er hoge luchtdruk zijn. Wanneer er minder lucht op een bepaalde plek is en de concentratie dus lager is dan is er sprake van een lage luchtdruk. De luchtdruk is meetbaar door middel van een barometer.
De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is 1013 mbar. Slecht weer gaat gepaard met lage luchtdruk (<1000 mbar) en mooi weer met hoge luchtdruk (>1020 mbar).
Verschil in luchtdruk
Hoe warmer de lucht, hoe kleiner het gewicht, dus hoe lager de druk. De hoogste luchtdruk in Nederland door het KNMI gemeten is 1050,0 hPa, op 26 januari 1932 in De Bilt. Wereldwijd staat het luchtdrukrecord op 1084,4 hPa op 19 december 2011 in Tosontsengel in Mongolië.
Het laagterecord stamt uit 1989. Op 25 februari van dat jaar zakte de barometer naar 954,4 hPa en de dag erna wees hij 955,6 hPa aan. Zeer lage luchtdruk is een verschijnsel van het winterhalfjaar.
Weersfactoren die hoofdpijn uitlokken zijn onder andere dalende luchtdruk, toenemende bewolking, stijgende vochtigheid, temperatuurwisselingen en toenemende wind.
Hoge drukgebieden komen bijvoorbeeld vaak voor op plekken waar sneeuw ligt. Denk daarbij aan Scandinavië en Siberië. Daar zien we de records tot wel 1080 mbar! Voor Nederland zijn de waardes van vandaag extreem hoog, zeker aangezien we geen sneeuw hebben gehad.
Het is daarvoor een praktische eenheid, omdat de luchtdruk op aarde ongeveer 1 bar is, en de bar bij het SI-stelsel aansluit, in tegenstelling tot de verouderde eenheid atmosfeer (atm). De SI-eenheid van druk is de pascal (Pa).
De hoeveelheid neerslag hangt samen met tal van factoren, zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid. De hoeveelheid neerslag varieert daarom sterk in plaats en tijd.
Neerslag valt uit wolken die gevormd zijn door condensatie van afgekoelde waterdamp. Wolken bestaan uit wolkenelementen, kleine waterdruppeltjes en ijskristallen. Door de geringe massa zweven deze min of meer en worden vooral meegevoerd door de luchtstromen.
Wanneer lucht afkoelt, ontstaat wolkvorming.Lucht die opstijgt zal afkoelen, vanuit deze wolken kan dan neerslag, ook wel regen genoemd, vallen. In de wolken kan neerslag vormen omdat kleine druppels hierin tegen elkaar aan komen en grotere druppels vormen. Als druppels groter worden dan worden deze zwaarder.
Een meetstation op zestien meter boven zeeniveau meet een absolute luchtdruk van b.v. 1014 hPa. Herleid naar zeeniveau levert dit een relatieve luchtdruk op van 1016 hPa (2x 8meter=2 hPa). De standaard luchtdruk op zeeniveau is 1013,3 hPa.
Dus als je 30 meter diep duikt, is de druk op jouw lichaam ca 4 bar (één bar luchtdruk + drie bar waterdruk). De kracht die het water dan op je lichaam uitoefent is enorm. Op elke vierkante centimeter van je lichaam werkt een kracht van 40 N. Op je hele lichaam een kracht van ca 700 kN.
Als lucht warmer wordt, zet het uit en daardoor kan het meer waterdamp vasthouden. Doordat de lucht meer waterdamp vast kan houden, vormen er geen losse waterdruppels en is de lucht in een hogedrukgebied dus helder en onbewolkt. Als er dan ook nog een zonnetje schijnt is het al gauw lekker weer!
De druk van de lucht binnen ons lichaam is ongeveer hetzelfde als die buiten ons lichaam. Daardoor merk je er meestal dus niets van. Maar af en toe voel je wel degelijk de luchtdruk, of toch de verandering ervan.
Wind ontstaat doordat de lucht beweegt van plaatsen met hogere luchtdruk naar plaatsen met een lagere luchtdruk; die luchtdrukverschillen zijn op hun beurt weer een gevolg van verschillen in opwarming van het aardoppervlak, bijvoorbeeld tussen tropen en gematigde breedten of poolstreken of tussen land en zee of oceaan.
Als een hogedrukgebied stilstaat boven Scandinavië, ten noorden van Nederland, zal er in Nederland een oostelijke wind waaien. Deze voert in de winter koude lucht aan uit het oosten. In de zomer leidt zo'n noordelijk gelegen hogedrukgebied tot een periode van warme, droge oostenwind.
Onder invloed van wrijving met het aardoppervlak, zal de wind afremmen en minder afgebogen worden door de Corioliskracht. Omdat de Corlioliskracht afneemt, zal de lucht dus niet meer evenwijdig met de isobaren bewegen, maar opnieuw wat meer naar het lagedrukgebied toe.
Luchtdruk is de kracht waarmee de lucht op de aarde drukt. Je meet luchtdruk met een barometer. Je hebt hogedrukgebieden en lagedrukgebieden. Gebieden dus waar de luchtdruk hoog is en waar de luchtdruk laag is.
Het weer wordt namelijk voor een groot deel bepaald door verschillen in luchtdruk. In een hogedrukgebied is het vaak droog, en in een lagedrukgebied vaak nat. De zwaartekracht van de aarde houdt niet alleen jouw voetjes op de grond, maar trekt ook aan de luchtdeeltjes boven je koppie.