Waarom heffen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB)?
Gemeenten heffen al sinds lange tijd belastingen op onroerende zaken. Dit wordt gedaan om een deel van de taken van gemeenten te betalen. De OZB is de grootste 'eigen' inkomstenbron van gemeenten. Iedere gemeente in Nederland heft OZB.
Wie betaalt onroerende-zaakbelasting (OZB)?
Als u eigenaar van een woning, een ander gebouw of een stuk grond bent, betaalt u de eigenarenbelasting. Het Kadaster houdt precies bij wie de eigenaar is. De gegevens die gelden op 1 januari zijn bepalend voor het hele jaar.
Onroerendezaakbelasting (OZB) is een belasting die (huis)eigenaren jaarlijks aan de gemeente betalen. Ook als u uw pand niet als woning gebruikt, betaalt u OZB. U betaalt onroerendezaakbelasting (OZB) omdat u een woning, gebouw of perceel grond in bezit hebt of huurt.
De inkomsten uit de OZB vallen in de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de inkomsten geen vooraf bepaald bestemmingsdoel hebben maar dat de gemeenteraad bepaalt waarvoor de opbrengsten uit de OZB worden ingezet. De opbrengst van de OZB draagt bij aan het voorzieningenniveau van de gemeente.
De WOZ-waarde wordt gebruikt om de hoogte van belastingen en heffingen te bepalen, zoals de onroerendezaakbelasting. Bij een huurhuis bepaalt de WOZ-waarde ook de hoogte van uw huur. Gemeenten bepalen de hoogte van de WOZ-waarde met een taxatie.
Of bent u eigenaar van een bedrijfsgebouw of stuk grond? Dan betaalt u elk jaar onroerendezaakbelasting (OZB). Hoeveel hangt af van de waarde van uw onroerende goed (WOZ-waarde). U vindt de OZB en WOZ-waarde op uw aanslag gemeentelijke belastingen.
De onroerende zaakbelasting (OZB) kan worden geheven op basis van artikel 220 van de Gemeentewet. De OZB vormt de grootste 'eigen' inkomstenbron van gemeenten en bedraagt gemiddeld acht procent van de totale gemeentelijke inkomsten.
De ozb bestaat uit een belasting voor de eigenaar en een belasting voor de gebruiker van een opstal, waarbij verschil gemaakt wordt tussen woningen en niet-woningen. Sinds 2006 is de gebruikersbelasting voor woningen komen te vervallen. Voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden, geldt de gebruikersbelasting nog wel.
Het recht op aftrek van voor belasting bij onroerende zaken is namelijk afhankelijk van de bestemming die aan de zaak wordt gegeven en van hoe de zaak daadwerkelijk wordt gebruikt.
We zijn verplicht om de WOZ-waarde op uw aanslagbiljet te vermelden. De reden hiervoor is dat deze van invloed kan zijn op uw huurprijs. Dit geldt alleen bij een sociale huurwoning. Bij een huurwoning in de vrije sector heeft de WOZ-waarde geen invloed.
Bent u op 1 januari gebruiker of huurder van een onroerende zaak die geen woning is, dan betaalt u het gebruikersdeel onroerendezaakbelasting. Het is dus mogelijk dat u twee aanslagen onroerendezaakbelasting betaalt, namelijk als eigenaar en als gebruiker van een niet-woning.
In principe betaalt een huurder van een woning geen OZB, omdat de OZB in de vorm van eigenarenbelasting voor de rekening van de verhuurder is. Het kan echter zo zijn dat de verhuurder indirect de OZB doorberekent in de huurprijs.
Heeft u een (vakantie)huis of appartement in Nederland? Dan betaalt u jaarlijks onroerendezaakbelasting (OZB). Uw gemeente bepaalt het tarief. Huurders betalen geen OZB.
Een WOZ-waarde, die is vastgesteld over jouw woning of pand, is onder andere van belang voor de belastingaangifte. De Belastingdienst ziet het bezit van een eigen woning of pand als een soort 'inkomen'. Je moet hiervoor een bepaald bedrag opgeven bij de aangifte van de inkomstenbelasting, het eigenwoningforfait.
De ozb is alleen voor de woningbezitter, dus de verhuurder. Huurders hoeven deze belasting sinds 2006 niet meer te betalen. De rest van de belastingen mag de verhuurder allemaal doorberekenen aan de huurder. Het gaat om het rioolrecht, de afvalstoffenheffing, verontreiningsheffing en ingezetenenomslag.
Als huiseigenaar moet u elk jaar Onroerendezaakbelasting (OZB) betalen aan uw gemeente. Hoeveel OZB u moet betalen hangt af van de WOZ-waarde van uw woning. Ook het OZB-tarief dat de gemeente hanteert heeft invloed op uw Onroerendezaakbelasting.
De WOZ-waarde bepaalt samen met het tarief de hoogte van uw OZB-belastingaanslag. Bijvoorbeeld een woning heeft een WOZ-waarde van € 250.000. Het door de gemeenteraad vastgestelde tarief is 0,15%. De aanslag OZB is dan € 375.
Naast huur, energie, water en soms servicekosten betalen huurders ook lokale belastingen. Afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, en in een aantal gemeenten rioolheffing. Maar niet in alle gemeenten evenveel.
Onder onroerend goed vallen woningen, (bedrijfs)panden, fabrieken en alle bijbehorende grond, Het is dus een woord voor grond met het pand en de inhoud van de panden. Denk hierbij aan wc, keuken of ramen. Het gaat om niet-verplaatsbare objecten die dus ook onder het onroerende goed valt.
De onroerendezaakbelasting (ozb), die gekoppeld is aan de WOZ-waarde van een woning en dus aan de huizenprijzen, stijgt gemiddeld met 4,4 procent. De rioolheffing stijgt met 2,9 procent, en de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gaan met 4 procent omhoog.
Waar de gemeente geen inzicht in heeft, is of je woning bijvoorbeeld beschikt over een luxe badkamer of keuken. Daardoor is de WOZ-waarde meestal lager dan de marktwaarde die een taxateur vaststelt.
Heeft grond waarop geen gebouw staat of waarop nog gebouwd wordt ook een WOZ-waarde? Ja. Ook grond waarop nog gebouwd kan worden, zoals braakliggende grond of een bouwterrein heeft een WOZ-waarde.
“Heel kort door de bocht wordt de taxatiewaarde (ook wel marktwaarde) bepaald door een taxateur en de WOZ-waarde door de gemeente”, aldus Van Overbeek Makelaars. De WOZ-waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de hoogte van de gemeentelijke heffingen en belastingen.
Lagere hypotheekrente.
Dan betaal je vaak een renteopslag, die bepaald wordt door de verhouding tussen de marktwaarde van de woning en de hoogte van de hypotheek (risicoklasse). Als je WOZ-waarde is gestegen, dan val je mogelijk in een lagere risicoklasse en kun je een lagere hypotheekrente krijgen.